Bij een feest horen feestelijke gerechten, toch? Dus bij de
kerst ook! Ik ken wel mensen die graag boerenkoolstamppot eten tijdens het
kerstdiner, maar ik kan veilig stellen dat die groep behoort tot een heel
kleine minderheid.
😉
Een ideale manier om gerechten een feestelijke touch te geven, is door er wat
alcohol aan toe te voegen. Een scheutje
wijn, bier of gedistilleerd
door een
soep, een
saus,
stoofvlees, een
dessert of
gebak tilt dat
gerecht gegarandeerd naar een hoger niveau. Althans, dat vinden wij hier in
huis.
Vandaag geef ik je - alvast - een recept voor een typisch kerstgerecht:
pasteitjes. Krokante bladerdeegbakjes, die ik deze keer vul met malse
varkenshaasreepjes en kleurrijke groenten; in een romige saus.
Een saus mét alcohol dus!
Meer specifiek: er gaat marsala
doorheen!
Die marsala heeft niet alleen als doel de feestvreugde te verhogen; hij is absoluut onmisbaar om de roomsaus zijn karakteristieke smaak te geven.
Voor een lunch- of brunchgerecht voor 8 personen heb je maar liefst 3 deciliter marsala nodig. Bijna een halve fles dus. Ach, waarom zouden we niet royaal zijn tijdens de feestdagen?!
Heb je nooit eerder met marsala gekookt? Marsala is een - met extra alcohol - versterkte wijn; net zoals sherry en port dat zijn. Hij heeft een alcoholpercentage van 17%. Marsala wordt vaak gebruikt voor het maken van desserts als tiramisu en zabaglione. Waarschijnlijk herken je de lichtzoete smaak van de wijn van deze gerechten.
Marsala komt uit Italië. Uit Sicilië om precies te zijn. De drank is vernoemd
naar de stad
Marsala, die zich bevindt op het meest westelijke puntje van het eiland.
Ik begrijp het goed als je vindt dat het eigenlijk nog een beetje vroeg in het jaar is om nu al bezig te zijn met het plannen van je kerstmenu. Maar echte kerstliefhebbers zullen blij zijn met mijn nieuwe recept.
En voor alle anderen: wat let je om deze pasteitjes nu al een keertje
voor te proeven?!
Dan weet je in elk geval zeker dat ze over twee maanden niet mogen ontbreken bij je kerstbrunch!
Pasteitjes gevuld met malse varkenshaasreepjes en kleurrijke groenten in een romige marsalasaus
Ingrediënten voor 8 stuks:
- 6 ons varkenshaas
- 3 eetlepels olijfolie
- 2 eetlepels vloeibaar bak- en braadproduct
- zout en versgemalen zwarte peper
- 5 snackpaprikaatjes in verschillende kleuren
- 4 sjalotjes
- 150 gram erwtjes (vers of diepvries; liever niet uit blik of pot)
- water voor het koken van de erwtjes
- 150 gram gare maïskorrels (uit blik of pot is prima)
- 3 dl water
- 3 dl marsala
- 2,5 dl slagroom (ongeklopt en ongezoet)
- 1 vleesbouillonblokje
- 6 eetlepels bloem
- 1 à 2 theelepels worcestersaus
- 3 theelepels poedersuiker
- eventueel nog wat kruidenbouillonpoeder of zout
- 8 pasteibakjes (kant-en-klaar)
- een bosje platte peterselie
Bereiding:
- Snijd de varkenshaas in dunne reepjes of kleine blokjes. Verhit de olijfolie en het bak- en braadproduct in een hete hapjespan met anti-aanbaklaag. Bak hierin het vlees onder af en toe omscheppen stevig aan zodat het mooi bruin wordt. Omdat je varkenshaasreepjes klein zijn, zijn ze dan ook al meteen gaar. Bestrooi het vlees met wat zout en versgemalen zwarte peper naar smaak. Schep het vlees met een schuimspaan uit de pan, zodat de vetten in de pan achterblijven.
- Snijd de snackpaprikaatjes in kleine stukjes. Bak deze 2 minuten in de pan. Schep ze daarna uit de pan.
- Snipper de sjalotjes. Fruit de uitjes zachtjes totdat ze glazig zien. Dat duurt een minuut of vijf.
- Kook in een andere pan de erwtjes beetgaar in een beetje water met zout. Giet de erwtjes af en voeg ze toe aan de paprikastukjes.
- Verwarm in de lege erwtjespan een mengsel van 3 dl water, 3 dl marsala, 2,5 dl room en het bouillonblokje. Het geheel moet warm worden, maar het hoeft niet te koken.
- Inmiddels zijn de sjalotjes mooi gefruit. Voeg de varkenshaasreepjes eraan toe. Strooi de bloem over het gerecht en roer goed.
- Schenk vervolgens het marsalamengsel bij het vlees. Verwarm het geheel en roer nog eens goed. De saus gaat dan mooi binden. Voeg eventueel wat extra water toe als je de saus nog wat te dik vindt.
- Roer de erwtjes, de maïs en de gebakken paprikastukjes door de roomsaus.
- Maak je gerecht stevig op smaak met de worcestersaus, de poedersuiker en flink wat zwarte peper. Proef goed en voeg eventueel nog wat kruidenbouillonpoeder of zout toe.
- Verwarm de pasteibakjes volgens de gebruiksaanwijzing op de verpakking.
- Hak ondertussen de peterselie. Roer vlak voor het serveren het overgrote deel van de gehakte peterselie door je varkenshaasgerecht.
- Zet op elk bord een pasteibakje. Vul de pasteitjes met de varkenshaas in roomsaus en schep er nog een gulle hoeveelheid vulling naast. Garneer je gerechten met de resterende peterselie.
Tips:
- Ben je fan van dit recept en wil je er graag mee variëren? Vervang de varkenshaas dan eens door reepjes kipfilet, kalkoenfilet of kalfsvlees.
- Veel lezers van dit recept zullen druk bezig zijn met het plannen van hun gerechten voor de kerst en dan met name van hun kerstbrunch. Voor al deze planners heb ik een extra tip: op mijn blog staan nog heel veel andere recepten voor een feestelijke brunch! Ik verzamelde al deze recepten vorig jaar in twee uitgebreide blogs (meer dan 30 recepten, met onder andere nog meer ideeën voor pasteitjes). Klik op het rode linkje en ga er snel heen!