Hij is kruidig. Hij
is fris, mosterdachtig. Hij is behoorlijk pittig. Hij is lichtzoet
met een ondertoon van karamel. Hij is rokerig.
En dat alles samen maakt hem tot een unieke
salade!
Vooral zijn rokerigheid is markant. Die sluit perfect aan bij de
rokerige smaken die ook gebarbecued vlees zo aantrekkelijk maken. Het is niet
voor niets dat wij onze nieuwe salade onlangs unaniem hebben gebombardeerd tot
onze go-to barbecuesalade!
Als ik dit schrijf zit ik stiekem al te dromen van een combi van deze salade
met gerechten als een feestelijke picanha uit de kamado met
Argentijnse chimichurri, een geroosterd hammetje of een beer can chicken... 😋
Zoals zo vaak bij een salade zit de truc hem in de juiste
dressing.
Op het eerste oog lijkt de dressing voor onze salade helemaal niet zo
uitzonderlijk: hij heeft veel weg van een klassieke vinaigrette. Een mengsel
dus van olie, azijn, mosterd en een zoetstof.
Alleen, wij maken in dit geval een niet-zo-doorsnee keuze waar het om de
zoetstof voor onze dressing gaat: dat moet en zal
maple syrup
zijn. In goed Nederlands: ahornsiroop. Want alleen die geeft die karamelachtige
diepgang waar we zo van houden.
Verder voegen we een aantal extra, nogal uitgesproken, smaakmakers toe aan
onze dressing: rokerige
pimentón
(Spaans gerookt paprikapoeder), aromatische knoflook, kruidige platte
peterselie en bieslook én een flinke hoeveelheid pikante
chilivlokken!
Heb jij voor de komende weekenden een zomerse BBQ in de planning staan? Dan
mag deze BBQ-salade met dus die speciale maple-syrup-dressing - én gemengde
sla met rucola én snackpaprikaatjes én bleekselderij - niet
ontbreken!
BBQ-salade met snackpaprikaatjes en bleekselderij en een rokerige, pittige
maple-syrup-dressing!
Ingrediënten voor een bijgerecht voor 3 à 4 personen:
Voor de salade:
150 gram gemengde bladsla met rucola
een bosje platte peterselie
8 snackpaprikaatjes in verschillende kleuren
2 à 3 stengels bleekselderij
Voor de maple-syrup-dressing:
2 eetlepels
maple syrup
(ahornsiroop; zie een van mijn eerdere blogs voor meer achtergrondinfo)
2 eetlepels balsamicoazijn
6 eetlepels extra vergine olijfolie
2 theelepels grove mosterd
±1/2 theelepel chilivlokken (meer mag ook: voor een nog pittigere salade!)
Doe alle ingrediënten voor de dressing in een lege jampot of een
mengbeker. Schud goed totdat er een gebonden dressing ontstaat.
Hak de peterselie grof.
Doe de sla samen met de peterselie in een grote kom.
Verwijder de pitjes en de zaadlijsten uit de paprikaatjes en snijd het
vruchtvlees in blokjes.
Snijd de selderijstengels in dunne elleboogjes.
Voeg de paprikablokjes en de selderij-elleboogjes toe aan
de sla.
Schenk de dressing over de salade en schep het geheel voorzichtig om.
Proef en bepaal of je misschien nog wat meer zout of chilivlokken zou
willen toevoegen.
Serveer de salade meteen.
Tips:
Ook als het regent kunnen wij het soms niet laten om deze salade op tafel
te zetten. Dan blijft de BBQ uit, maar toch genieten we: we scheppen onze
rokerige salade dan om met een flinke portie kant-en-klare gerookte kipfilet.
Die snijden we eerst in dunne reepjes. Zo smaakt de salade heerlijk als
vulling voor tortilla wraps of als beleg voor flatbreads!
Hou je van variatie en wil je ook eens een andere salade uitproberen bij je
BBQ? Ik schreef eerder al eens een
blog met allemaal salades die heerlijk smaken bij de BBQ. Maar liefst 20 stuks! Klik op het rode linkje voor alle recepten.
Voor mij is het een sport steeds maar weer nieuwe variaties te bedenken op
het thema 'pasta met tomatensaus'
Je vindt op mijn blog al behoorlijk wat recepten voor allerlei soorten
pasta in combinatie met de meest uiteenlopende tomatensauzen.
Het recept van vandaag kwam in me op toen ik laatst - behoorlijk hongerig!
- achter mijn pc zat. Het was laat in de middag en de lunch lag al uren achter
me. Ken je dat? Dat je rond die tijd van de dag gewoon niet kunt stoppen met
fantaseren over de lekkerste gerechten om te maken voor de
avondmaaltijd?
Hoe dan ook: een boodschappenlijst was snel gemaakt.
Met mijn tussen de bedrijven door op een kladpapiertje gekrabbelde recept
dook ik na een kort supermarktbezoekje de keuken in
We hebben gesmuld die avond!
Ben je nieuwsgierig naar wat er precies op mijn papiertje stond? Mijn
handschrift is niet altijd even goed leesbaar, dus vandaag geen foto ervan. Ik
heb de krabbeltjes gewoon even voor je overgetypt:
misschien een vleugje basilicum, tijm, oregano, rozemarijn, salie?
en chilivlokken!
samenvoegen en kip laten garen
afmaken met peterselie en olijfolie
De saus was meteen af!
Precies goed op smaak: heerlijk fruitig, kruidig en met flink wat pit
door de chilivlokken!
Ook de kip was subliem!
Het bestuiven van het vlees met de bloem bleek een goede ingeving. Het
bloemjasje gaf niet alleen een verrukkelijke, fluweelzachte structuur aan de
buitenkant van de kip; het zorgde er ook voor dat het vlees heerlijk mals
bleef. Bovendien loste een klein beetje van de bloem tijdens het garen van de
kip op in de saus, waardoor die een ietsepietsje gebonden werd. En zich dus
later heerlijk aan de pasta hechtte!
En er was nog iets wat ons die avond opviel. Of eigenlijk meer de avond
daarna.
Je moet weten: ik kookte die dag in één keer een hoeveelheid voor twee dagen.
Dat doe ik vaker; het geeft me de tweede dag zo veel extra tijd!
Maar goed: de tweede dag smaakten zowel de saus als de kip nóg lekkerder dan
de eerste dag
Alle smaakmakers van de saus waren na al die uren staan mooi
samengekomen én ze waren ook nog eens heerlijk in (het bloemkorstje van) de
kip getrokken. Fantastisch!
Sinds die eerste keer maak ik mijn kip in Italiaanse tomaten-groentesaus dus
als het even kan al een dag voordat we hem eten. Of minstens enkele uren
voordat we aan tafel gaan. Heb jij vandaag niet zo veel tijd? Elk uur dat je
tomatensaus met kip eerder klaar is is al meegenomen!
Maar maak het wel, dit gerecht! Het is verduveld lekker en door het gebruik
van de grote hoeveelheid groenten ook nog eens supergezond!
Heb je ook interesse in de andere pastarecepten waar ik het hierboven over
had?
Onder het recept voor de pasta met kip in tomatensaus zal ik je een paar
linkjes geven voor nog meer pasta-met-tomatensaus-inspiratie!
Zó maak je zelf kip in een kruidige Italiaanse tomaten-groentesaus!
Ingrediënten voor een hoofdgerecht voor 4 à 5 personen:
1/2 theelepel chilivlokken (of meer, afhankelijk van je smaak)
1 eetlepel balsamicoazijn
1 dl droge witte wijn
1 blik tomatenblokjes
water
100 gram kalamata-olijven zonder pit
een bosje platte peterselie
nog een paar eetlepels extra vergine olijfolie
eventueel nog wat zout
Erbij:
500 gram pasta zoals penne of casarecce
zout
water
Bereiding:
Snijd de kip in stukken van ±25 gram. Bestrooi het vlees met zout en peper
naar smaak. Schep het geheel goed om. Verdeel de bloem over het vlees en
zorg ervoor dat de stukjes kip overal bedekt zijn met een dun laagje
bloem.
Verhit 2 eetlepels olijfolie in een stoofpan met dikke bodem. Bak hierin
de kipblokjes lekker krokant aan. Het vlees hoeft nog niet helemaal gaar
te worden. Schep de kip uit de pan.
Snijd ondertussen de paprika's in reepjes. Schenk nog een extra eetlepel
olijfolie in de pan en roerbak hierin de paprikareepjes totdat ze her en
der wat bruine vlekjes vertonen, maar nog niet door en door gaar zijn; de
paprikareepjes mogen best nog een beetje een crunch hebben. Schep ook de
paprika uit de pan.
Snijd de uien in dunne halve ringen. Schil de winterpeen en snipper hem
zeer fijn. Fruit de uien en de wortelsnippers gedurende 10 minuten
zachtjes in de in de pan overgebleven olie. Fruit de knoflook een minuut
mee.
Kruis ondertussen de tomaten in en dompel ze ±20 seconden onder in kokend
water. Daarna laten de velletjes makkelijk los. Verwijder de pitjes uit de
tomaten en snijd het resterende vruchtvlees grof in stukken.
Voeg alle ingrediënten vanaf de honing tot en met de balsamicoazijn toe
aan het uienmengsel. Roer nog even kort.
Schenk de wijn en de tomatenblokjes (met het vocht uit het blik) bij de
groenten. Voeg ook de verse tomaten en de olijven toe. Breng het geheel
tegen de kook aan.
Leg de stukken kip in de saus. Leg het deksel op de pan en laat de kip in
±10 minuten lekker gaar worden. De saus wordt wat dikker door het
bloemjasje van de kip; voeg een beetje water toe als je dat nodig
vindt.
Kook de pasta beetgaar volgens de gebruiksaanwijzing op de
verpakking.
Schep de paprikareepjes door het kipgerecht. Verwarm alles nog even
goed.
Snipper de peterselie grof. Maak je kip in tomaten-groentesaus af door er
de peterselie en een flinke scheut extra vergine olijfolie doorheen te
roeren. Proef en voeg eventueel nog wat extra zout en/of chilivlokken
toe.
Serveer de pasta met de kip en de saus.
Tips:
Ik zei het hierboven al: dit pastagerecht smaakt nog lekkerder als je het
ruim voor de maaltijd al maakt. Een dag van tevoren is zelfs een optie.
Roer wel pas vlak voor het serveren de peterselie en de olijfolie door de
saus. Je kunt je kipgerecht makkelijk opwarmen in de pan; voeg daarbij een
beetje extra water toe.
een heerlijk recept voor een Aziatisch hoofdgerecht,
maar maak je het niet vaak omdat er te weinig saus bij zit
en je een bijgerecht van gewone witte rijst
dan te saai vindt smaken?
Dan heb ik nu een reden voor je om dat recept weer wat vaker uit de kast te
trekken! Maak er dit rijstgerecht bij dat bestaat uit:
geurige (bij voorkeur in een rijstkoker) gekookte basmatirijst,
vermengd met geroosterd zwart sesamzaad en
een flinke klont romige boter of ghee (Indiase geklaarde boter)!
Want dit bijgerecht is zo smaakvol, smeuïg en tegelijkertijd crunchy dat
je er eigenlijk geen saus bij nodig hebt. Ideaal!
Geurige basmatirijst met geroosterd zwart sesamzaad en roomboter
Ingrediënten voor een bijgerecht voor 3 personen:
300 gram basmatirijst van een goede kwaliteit
±500 ml water
zout naar smaak
25 gram zwart sesamzaad
±35 gram roomboter of ghee (volg je eigen smaak voor de hoeveelheid)
Bereiding:
Spoel de rijst goed af onder koud stromend water. Doe de rijst daartoe
in een zeef. Zo gauw het spoelwater helder is, is je rijst klaar om
verder te bereiden.
Kook de rijst gaar. Volg voor de hoeveelheid water de instructies van
je rijstkoker. Heb je geen rijstkoker, volg dan de kookinstructies op de
verpakking van je rijst.
Rijst koken in een rijstkoker zorgt altijd voor een perfect resultaat
en is echt supermakkelijk. Doe de afgespoelde rijst, het water en
een beetje zout naar smaak in de rijstkoker. Zet je rijstkoker aan,
wacht een dik kwartier en klaar!
Rooster ondertussen de sesamzaadjes in een droge pan (dus zonder vet) op
een zacht pitje. Schep de zaadjes regelmatig om. Na ongeveer 5 minuten
zijn ze lekker krokant en nootachtig van smaak. Lees even de tip onder
het recept als je nog nooit eerder zwarte sesamzaadjes hebt geroosterd.
Schep de zaadjes meteen uit de pan en laat ze goed afkoelen.
Snijd de boter in kleine klontjes.
Doe de gare rijst over in een serveerschaal en voeg de sesamzaadjes en
de roomboter eraan toe. Schep het geheel een paar keer goed om totdat de
zaadjes regelmatig door de rijst verspreid zitten en de boterklontjes
zijn gesmolten.
Serveer je rijst meteen.
Tips:
Zwarte sesamzaadjes zijn wat moeilijker te roosteren dan witte.
Vanwege hun kleur kun je niet goed zien wanneer ze precies klaar zijn.
Houd het vuur onder je pan laag en schep je zaadjes regelmatig om.
Over het algemeen zijn ze na een minuut of vijf krokant en vol van
smaak. Pas op: proef je zaadjes niet recht uit de pan! Ze zijn
loeiheet! Ben je bang dat je toch gaat twijfelen over het moment
waarop je zaadjes klaar zijn? Rooster dan een half theelepeltje witte
sesamzaadjes mee. Zo gauw die beginnen te verkleuren, zijn ook de
zwarte zaadjes goed! Laat je zaadjes nooit in de pan liggen nadat je
hem hebt uitgedraaid: door de restwarmte van de pan kunnen ze nog
doorroosteren en alsnog verbranden.
In sommige (Aziatische) supermarkten kun je ook kant-en-klaar
geroosterd zwart sesamzaad kopen. Supermakkelijk!
Ik maak mijn maaltijd meestal compleet met een portie knapperig verse
roerbakgroenten op smaak gemaakt met o.a. knoflook,
gember/gembersiroop, chilipeper en een sojasaus (hoisinsaus, ketjap
manis, Chinese sojasaus, etc.). Wil je een voorbeeld? Probeer eens
mijn
geroerbakte sperzieboontjes
met rode puntpaprika!
Mijn geurige basmatirijst smaakt uitstekend bij Aziatische kip- of
vleesgerechten als:
Ik heb je al vaak recepten gegeven voor
high tea sandwiches. Maar het recept van vandaag ontbrak nog op mijn blog.
En dat terwijl wij zelf al sinds jaar en dag genieten van deze sandwiches.
Niet alleen tijdens een
high tea
trouwens: ze smaken ook heerlijk bij het
ontbijt, een feestelijke
brunch
of
lunch
of tijdens een
picknick. Kleiner gesneden serveer ik ze zelfs vaak als
borrelhapje!
Ik maak deze sandwiches het liefst van lekker smaakvol brood. Desembrood is
erg geschikt. En volkoren waldkornbrood. Maar maak hierin alsjeblieft je eigen
keuze!
Het brood beleg ik met een smeuïg en luchtig
mierikswortelsausje, plakjes malse gerookte kipfilet en kruidige tuinkers. Een
heel makkelijk gerechtje dat snel klaar is. En het is zo lekker, licht en delicaat!
Zo maak je snel en makkelijk de lekkerste high tea sandwiches met gerookte
kip, tuinkers en mierikswortelroom!
Ingrediënten voor 10 à 12 sandwiches:
Voor de mierikswortelsaus:
4 eetlepels mayonaise
4 eetlepels lobbig geklopte (ongezoete) slagroom
2 theelepels grove mosterd (ik gebruik graag Limburgse mosterd)
4 theelepels geraspte mierikswortel (potje)
zout en versgemalen zwarte peper
Voor de boterhammetjes:
10 à 12 sneetjes lekker brood (voor de foto gebruikte ik volkoren
waldkornbrood)
2 gerookte kipfilets
1 doosje tuinkers
Bereiding:
Maak eerst het sausje. Voor de room klop ik altijd 1/8 liter slagroom
lobbig. Van de lobbig geklopte room heb ik maar 4 eetlepels nodig. De rest
bewaar ik voor iets anders.
Schep alle ingrediënten voor het sausje luchtig door elkaar. Roer niet te
lang, zodat het sausje lekker licht blijft. Bepaal zelf hoeveel zout en
peper je lekker vindt.
Snijd de korstjes van het brood.
Snijd de kipfilets in dunne plakjes.
Knip de tuinkers van het voedingsbodempje af.
Besmeer alle sneetjes met een beetje mierikswortelsaus.
Beleg de helft van de sneetjes met een royale portie gerookte kipfilet.
Verdeel de tuinkers over de kipfilet.
Dek de sandwiches af met de andere helft van de sneetjes.
Snijd je sandwiches zoals je dat zelf het mooiste vindt: in driehoekjes, in vierkantjes of als langwerpige finger sandwiches. Gebruik hiervoor een
goed scherp mes en veeg het mes regelmatig even af met een stukje
keukenpapier: zo blijven de snijvlakken van de sandwiches mooi 'schoon'!
Serveer je sandwiches meteen of leg ze op een schaal en dek deze af met
huishoudfolie. In de koelkast kun je je sandwiches nog zeker een paar uur
bewaren.
Tips:
Een sausje met geklopte room is lichter en luchtiger dan een sausje van
alleen maar mayonaise. Dat proef je én dat maakt uit voor het aantal
calorieën!
Een eventueel restje mierikswortelsaus kun je nog een dag of twee bewaren in de koelkast. Het smaakt ook erg lekker bij visgerechten of verse frietjes!
Heb je de smaak te pakken en ben je nieuwsgierig naar de meest populaire
high tea sandwiches van mijn blog? Hier komen ze! Volg de rode linkjes
voor de recepten!
Elke keer als ik het eerste hapje neem van deze kari ayam…
...dan gaat er een knop om in mijn hoofd...
...en in een flits bevind ik me...
...25 jaar terug in de tijd!
Hier!
In het restaurant van de Piasau Boat Club in Miri. Slechts 200 meter lopen van
ons toenmalige huis in Sarawak, een deelstaat van Maleisië op het eiland
Borneo!
Achter een grote kom flink pittige Maleisische kipcurry!
Vanuit het pittoreske, overdekte terras kijk ik uit over het strand en de
Zuid-Chinese Zee.
Tijdens het eten zakt de zon in de zee en word ik getrakteerd op de mooiste
zonsondergang van de wereld!
Ik heb net even gegoogled op Miri en ontdekte dat ons huis er inmiddels niet
meer staat... 😢
Maar die Piasau Boat Club, die is er nog steeds!
Dus mocht je ooit in de gelegenheid zijn om Sarawak te bezoeken, dan heb ik
een aanrader voor je: ga een hapje eten op de club! Ga niet te laat in de
avond: in dit deel van de wereld treedt de duisternis in rond 19.00 uur. Zorg
ervoor dat je ruim daarvoor al een tafeltje hebt bemachtigd aan de rand van het
terras. En geniet van het kleurenspel dat zich vervolgens voor je ogen
voltrekt!
En smul van je kari ayam!
Voor iedereen die niet naar Sarawak kan of wil reizen: het recept voor die
verrukkelijke curry heb ik natuurlijk ook voor je!
Want nog steeds, 25 jaar na dato, genieten we hier regelmatig van. Gewoon, in
onze Nederlandse eetkamer! Verrukkelijk!
Zó maken wij zelf onze geliefde kari ayam, Maleisische kipcurry
Ingrediënten voor een hoofdgerecht voor 5 à 6 personen:
Voor de
kip:
800 gram kipfilet
4 theelepels currypoeder (geen gewone kerrie uit de supermarkt; ik gebruik
bij voorkeur Baba's Meat Curry Powder; lees het antwoord op vraag 6 hieronder voor meer informatie)
4 eetlepels Chinese lichte sojasaus
Voor de rempah:
6 niet te kleine sjalotjes
4 teentjes knoflook
4 eetlepels kemiriepasta (zie ook het antwoord op vraag 5 onder dit recept)
2 theelepels gemberpasta
8 theelepels currypoeder (ik gebruik bij voorkeur
Baba's Meat Curry Powder; lees het antwoord op vraag 6 hieronder voor meer informatie)
±1,5 theelepel kashmiri chilipoeder (of ±1/2 theelepel cayennepeper; lees mijn eerdere blog over
kashmiri chilipoeder)
4 eetlepels water
6 eetlepels zonnebloemolie
Voor de saus:
een handje hele, niet gesnipperde, kerrieblaadjes of curry leaves; ±20
stuks als je blaadjes vers en groot zijn of 30 à 40 kleinere
blaadjes (zie het antwoord op vraag 7 hieronder)
2 stengels citroengras, elk in 3 stukken gesneden en een beetje gekneusd
±1/2 liter warm water (bepaal zelf hoe dik je je saus wilt hebben)
±500 gram vastkokende aardappels
4 dl kokosmelk
1 à 2 eetlepels poedersuiker (naar smaak)
zout naar smaak of een (deel van een) verkruimeld kippenbouillonblokje
Eventueel voor de garnering:
1 chilipeper
Bereiding:
Snijd de kipfilets in niet te kleine blokjes. Marineer het vlees gedurende
minimaal 15 minuten - enkele uren is nog lekkerder! - in een mengsel van 4
theelepels currypoeder en 4 eetlepels lichte sojasaus.
Maak ondertussen de rempah: maak de sjalotjes schoon en halveer ze. Ontdoe
de knoflookteentjes van hun velletjes. Doe alle ingrediënten voor de
rempah - behalve de zonnebloemolie - in een blender of een foodprocessor.
Vermaal ze tot een fijne pasta.
Verhit 6 eetlepels zonnebloemolie in een wok of stoofpan en voeg de rempah
eraan toe. Roer goed totdat alle olie is opgenomen in de rempah. Bak de
rempah op laag vuur gedurende een dikke 10 minuten. Roer regelmatig en
voeg eventueel tussendoor nog een paar eetlepels water toe als het mengsel
te droog dreigt te worden. De ingrediënten van de rempah moeten licht
fruiten; daardoor gaan ze heel veel smaak ontwikkelen. Voeg na ±8 minuten
de kerrieblaadjes en het citroengras toe en fruit ze mee. De
smaakmakers zijn klaar als het geheel begint te schiften, d.w.z. als de
olie begint los te laten uit het mengsel.
Schil ondertussen de aardappels en snijd ze in blokjes van ±2x2x2
cm.
Voeg de kipblokjes en twee eetlepels van het water toe aan de rempah. Roer
het geheel goed om, terwijl je het vuur iets hoger draait. De kipstukjes
moeten aan de buitenkant een beetje garen, maar ze mogen niet bakken.
Na een paar minuten kunnen de rest van het water en de aardappelblokjes in
de pan. Breng het geheel zachtjes aan de kook. Leg het deksel op de pan en
laat de kip en de aardappels in ongeveer een kwartier gaar worden.
Roer vervolgens de kokosmelk door de kipcurry. Verwarm het geheel nog een
keer.
Maak je curry op smaak met de poedersuiker en een beetje zout. Proef goed
en voeg eventueel nog wat extra suiker en/of zout toe. Verwijder vlak voor
het serveren het citroengras. Verwijder indien gewenst ook de
kerrieblaadjes; die zijn vaak wat te taai om zo te eten.
Garneer je kari ayam eventueel met wat ringetjes chilipeper; noodzakelijk is dat niet, want je curry is van zichzelf al pittig
genoeg.
Bij je kari ayam serveer je bij voorkeur witte rijst (of roti canai/parathas's; zie ook het antwoord op vraag 10 hieronder). Ik kook mijn rijst altijd in de rijstkoker, die ik lang geleden in mijn culinaire
bagage stopte toen ik vanuit Maleisië terug naar Nederland
verhuisde.
Veelgestelde vragen over Maleisische kipcurry, kari ayam
1. Wat is een curry?
Curry is niet gewoon het Engelse woord voor onze Nederlandse kerrie.
Kerrie is een poeder, een mengsel van verschillende soorten
specerijen.
Een curry daarentegen is een volledig gerecht.
In een van mijn favoriete boeken over curry,
The Philosophy of Curry, doet de schrijfster Sejal Sukhadwala een poging om tot een definitie van
het gerecht te komen. Zelf noemt ze haar definitie niet 100% dekkend, maar
ik moet zeggen dat het de beste is die ik tot nu ergens ben tegengekomen:
"curry is a spiced dish of Indian origin or influence, in which
vegetables, or meat or other protein, are normally cooked in a pot,
usually with a gravy made from tomatoes, onions, coconut, yoghurt, gram
flour, nuts, cream, water or stock."
"curry is een gekruid gerecht van Indiase oorsprong of invloed, waarin
groenten, of vlees of andere eiwitten normaal gesproken in een pan worden
bereid, meestal in een saus van tomaten, uien, kokos, yoghurt,
kikkererwtenmeel, noten, room, water of bouillon."
The philosophy of curry is een echte aanrader. Verwacht
echter geen receptenboek; het is een boek met prachtige verhalen over de
geschiedenis van curry en over de verspreiding van het gerecht over de
wereld.
2. Is een curry altijd een Indiaas gerecht?
Absoluut niet! Al honderden jaren geleden bestonden er in heel Zuid-Azië
gerechten met namen die op het huidige woord 'curry' leken. Al speelde India
hierin wel een grote rol.
Inmiddels is het gerecht curry uitgezwermd over vrijwel de hele wereld. In
de voorbije eeuwen werden - en worden - de curry's overal aangepast aan de
lokale smaken en de verkrijgbare ingrediënten.
Natuurlijk staat het VK als voormalig kolonisator van India bekend om zijn
vele curryrestaurants én zijn curry's, gerechten met niet zelden een Brits
tintje.
Maar ook Indonesië, Singapore, Thailand, Japan, Vietnam, Pakistan, Sri
Lanka, Mauritius, het Caribisch gebied en Zuid-Afrika - om maar een paar
landen te noemen - kennen hun eigen curry's.
En laten we Maleisië niet vergeten!
3. Wat onderscheidt kari ayam van een Indiase curry?
Het belangrijkste verschil tussen een Indiase curry en een Maleisische is de
basis van het gerecht. In Maleisië is dat een zogenaamde rempah, een mix van
allerlei gepureerde aromatische groenten en specerijen. Dezelfde soort mix die in
Indonesië een boemboe wordt genoemd.
Indiase curry's kennen een dergelijke basis niet.
4. Welke specerijen en smaakmakers zijn typerend voor de rempah van een
kari ayam?
In de rempah voor onze favoriete kari ayam gaat, naast een flinke
hoeveelheid sjalotjes, ook behoorlijk wat knoflook, verse gember,
chilipoeder, een pasta van fijngemaakte kemirienoten en een genereuze
hoeveelheid Maleisisch currypoeder.
Al die ingrediënten worden samen gepureerd tot een fijne pasta. Van
oorsprong wordt daarvoor een vijzel gebruikt, maar tegenwoordig dient het
gemak de mens: gooi al je ingrediënten maar in je foodprocessor!
Het is de bedoeling dat je je rempah zachtjes fruit in een wok samen met een
paar eetlepels olie. Daardoor kunnen alle smaken zich optimaal ontwikkelen.
Na een minuut of tien zul je zien dat je rempah begint te schiften. Dat wil
zeggen: de olie begint los te laten uit het mengsel. Dat is het moment waar
je op hebt gewacht: de rempah is klaar! Je kunt daarna je gerecht afmaken
met alle andere ingrediënten!
5. Wat is kemiriepasta?
Kemirienoten zijn ronde noten die er een beetje uitzien als dikke hazelnoten
of macadamianoten.
Kijk maar hieronder op de foto!
Kemirienoten worden voor gebruik vaak fijngewreven in een vijzel tot een
pasta. Maar wat ik doe is veel makkelijker: ik koop bij mijn toko potjes met
kant-en-klare kemiriepasta!
Kemirienotenpasta zorgt voor een romige binding van mijn saus en voor een
licht hartige smaak. Heerlijk!
6. Is Maleisisch currypoeder iets wezenlijks anders dan het kerriepoeder
uit de Nederlandse supermarkt?
Zeker weten!
Ons kerriepoeder, en alle andere soorten currypoeder die je in toko's kunt
kopen, bestaat niet uit slechts één specerij - een kerriekruid of zoiets
bestaat niet.
Kerriepoeders zijn altijd mixen. En in elk land ziet zo'n mix er weer een
beetje anders uit; hij is toegespitst op de lokale smaak.
Typische specerijen die je kunt aantreffen in kerriepoeders zijn komijnzaad,
korianderzaad, geelwortelpoeder, chilipoeder, kaneel, witte en zwarte peper,
kruidnagel, kardemom en venkelzaad.
Met name vanwege die Chinese invloeden heeft Maleisisch currypoeder een vrij
specifieke samenstelling; met meer specerijen erin die kenmerkend zijn voor Chinese gerechten. Denk daarbij vooral aan venkelzaad en steranijs.
In veel Nederlandse toko's kun je het Maleisische kerriepoeder Baba's Meat Curry Powder
kopen, dat zeer geschikt is voor het maken van een verrukkelijke
kari ayam.
Toen ik in Maleisië woonde, gebruikte ik meestal Ayam Brand Malaysian Curry
Powder, maar dat ben ik Nederland nog nergens tegengekomen.
Laat in elk geval het standaard kerriepoeder uit de Nederlandse supermarkt
links liggen. Daarmee krijgt je gerecht niet de smaak die je zoekt.
7. Wat zijn kerrieblaadjes of curry leaves?
Hierboven zei ik: 'Er bestaat niet zoiets als een kerriekruid'. Maar... er
bestaat wel zoiets als een kerriebladboom!
Daaraan groeien prachtige, heldergroene blaadjes, die een heerlijk
citrusachtig aroma hebben. Omdat die blaadjes zo vaak worden toegevoegd aan
curry's, is de boom kerriebladboom gedoopt!
Kerrieblaadjes fruit je in zijn geheel mee in in een curry. Ze geven je
curry een fantastische smaak!
Kerrieblaadjes worden heel krokant als je ze zonder andere ingrediënten
erbij frituurt. Lekker om zo uit het vuistje te eten.
Als de blaadjes na het fruiten meegekookt worden in een curry, worden ze wat
taaier. Je eet ze liever niet mee op. Vis ze indien gewenst voor het
opdienen uit je curry. Maar liever nog: laat ze gewoon in je curry zitten en
leg ze tijdens het eten apart op je bord. Zo kunnen ze zo lang mogelijk
smaak afgeven. En bovendien ziet het er aantrekkelijk uit, die blaadjes in
je curry!
Ik koop mijn kerrieblaadjes het liefst vers in een toko. In een grote bos in
één keer. Wat ik niet meteen gebruik, vries ik in. Ideaal! In de vriezer
behouden de kerrieblaadjes hun smaak en aroma.
Niet alle Aziatische supermarkten verkopen verse kerrieblaadjes. Kijk dan
ook even in hun vrieskast: daar vind je vaak zakjes met ingevroren blaadjes.
Die zijn prima van smaak en makkelijk te doseren, al zijn de blaadjes vaak
wat kleiner dan de verse; je hebt er qua aantal dus wat meer van
nodig.
De gedroogde versie van kerrieblaadjes - die ben je misschien ook weleens
tegengekomen in je toko - kan niet aan tippen aan de verse of ingevroren
blaadjes; gebruik die bij voorkeur niet.
8. Welk kippenvlees is geschikt om er kari ayam van te
maken?
In Maleisië worden alle onderdelen van een kip gebruikt in een
kari ayam: de kip wordt grof in delen gesneden en daar wordt de curry
van bereid. Als je op deze manier je kari ayam wilt maken - met het
vlees nog aan de botten - trek dan wat meer tijd uit (ongeveer een halfuur
extra) voor het garen van het vlees.
Wat wij zelf vaak niet zo lekker vinden aan deze bereiding zijn alle
velletjes. Volgens onze smaak is het vel van een kip erg lekker mits het
krokant gebakken is. De kip voor deze curry gaart in een flink vloeibare
saus en daardoor blijven de velletjes zacht.
Daarom heb ik er in mijn recept voor gekozen gebruik te maken van alleen de
kipfilet, zonder vel. Kippendijenvlees is ook een optie.
9. Kun je je kari ayam al langere tijd voor de maaltijd
bereiden?
Absoluut! Dat zou ik zelfs aanraden!
Hoe langer de curry staat, hoe meer de smaken zich kunnen ontwikkelen!
Ik maak mijn kari ayam vaak al 's ochtends vroeg of zelfs al een dag
voordat ik hem wil serveren. Ik verwarm mijn curry gewoon even op het
fornuis onder toevoeging van een klein scheutje water.
10. Welke bijgerechten serveer je bij kari ayam?
In Maleisië wordt deze kipcurry vrijwel altijd geserveerd met rijst en/of
roti canai.
Voor het koken van rijst gebruikt iedereen - ja echt, iedereen! - in
Maleisië een rijstkoker. Voor mij was dit keukenapparaat een van de eerste
dingen die ik aanschafte toen ik er ging wonen. Sindsdien is hij niet meer
weg te denken uit mijn keuken. Als je er ook een hebt, begrijp je waarom:
mijn rijst is altijd perfect zonder dat ik er veel omkijken naar heb!
Van
roti canai
(spreek uit: rotti tsjenai) heb je misschien nog nooit eerder gehoord.
Behalve als je ooit in Maleisië bent geweest, want daar is dit smaakvolle
platbrood heel geliefd.
Het meest karakteristieke aan het platbrood is dat het uit veel flinterdunne, krokante
laagjes bestaat. De smaak is heel boterig vanwege de grote hoeveelheid ghee
(Indiase geklaarde boter) die roti canai bevat. Verrukkelijk! En
fantastisch om je curry mee op te 'soppen'!
Zelf heb ik me nooit gewaagd aan het maken van roti canai; het recept
is nogal bewerkelijk. Maar mocht je in de mood zijn, bekijk dan eens het
onderstaande
filmpje van Marion's Kitchen
en ga aan de slag met haar recept! Veel plezier!
Ben je net zoals ik wat luier, koop dan Indiase paratha's in de supermarkt.
Die smaken ook erg lekker bij je kari ayam!
In deze kipcurry zitten niet veel groenten. Vandaar dat ik
er altijd een los groentegerecht bij serveer.
Verse erwtjes (of diepvrieserwtjes; liever geen blik of pot) zijn een optie.
Maar wij hebben een sterke voorkeur voor een geurig roerbakgerecht van
kousenband, gefruite ui, knoflook, Chinese lichte sojasaus, chilipeper en Maleisisch currypoeder. Ik
zal je binnenkort het recept hiervoor geven; nog even wachten.
11. Welke andere recepten voor kipcurry kun je nog aanraden?