woensdag 20 september 2017

Spaanse spiesjes met gehaktballetjes, paprika en gegrilde olijven

Met de Spaanse gehaktballetjes, waarvan ik je gisteren het recept gaf, kun je heel attractieve spiesjes maken. Ik heb ze Spaanse spiesjes gedoopt; dat allitereert leuk!


Voor je spiesjes rijg je de lichtpikante balletjes aan cocktailprikkers samen met zoete reepjes paprika en smaakvolle gegrilde groene olijven. En daarna bestrooi je je hapjes met rokerige pimentón-flakes. Genieten!

En niet alleen van de smaak. Vind je niet dat deze Spaanse spiesjes er prachtig uitzien met hun rode en groene kleuren?


Recept Spaanse spiesjes met gehaktballetjes, paprika en gegrilde olijven


Spaanse spiesjes met gehaktballetjes, paprika en gegrilde olijven


Ingrediënten voor 25 à 30 spiesjes:

  • 1 portie Spaanse gehaktballetjes (recept van gisteren)
  • 2 à 3 rode puntpaprika's (kant-en-klaar gepeld uit pot)
  • 1 potje gegrilde groene olijven (ik gebruikte deze keer die van AH Excellent)
  • pimentón-flakes (zie mijn blog van gisteren)
  • 25 à 30 decoratieve cocktailprikkers

Bereiding:

  1. Vorm en bak de gehaktballetjes zoals aangegeven in het recept van gisteren. Laat de balletjes een beetje afkoelen, zodat je ze kunt vasthouden.
  2. Snijd ondertussen de paprika's in reepjes.
  3. Schuif op elke cocktailprikker eerst een olijf, daarna een dubbelgevouwen reepje paprika en op het laatste een gehaktballetje.
  4. Leg de Spaanse spiesjes op een mooie schaal en bestrooi het gerecht met pimentón-flakes.
  5. Serveer meteen.

Tip:

Nog meer recepten voor lekkere tapas? Volg dan de link 'Hapjes' in de header van dit blog!

Spaanse gehaktballetjes met sherry en pimentón



dinsdag 19 september 2017

De lekkerste tapas: Spaanse gehaktballetjes

Het is september en iedere dag tekent het zich weer duidelijker af: de dagen worden korter...

Of - om het van de optimistische kant te bekijken - de avonden worden langer! En dat biedt me toch veel mogelijkheden voor gezelligheid. Nodig bijvoorbeeld eens een clubje vrienden uit voor een tapasavond!

Heerlijk met zijn allen smullen van verrukkelijke kleine hapjes. En daarbij serveer je een goed glas wijn of, mijn favoriet bij tapas, een zorgvuldig uitgekozen sherry.

Wist je trouwens dat die sherry ook heel lekker is door de hapjes heen?

Een goed voorbeeld zijn deze Spaanse gehaktballetjes. 


Die maak je kruidig op smaak met Spaans gerookt paprikapoeder, pimentón (zie mijn eerdere blog hierover), oregano, marjolein én dus die sherry. Lichtzoete en nootachtige medium sherry sluit qua smaak het mooiste aan bij de pimentón. 


Dit recept moet je echt proberen! Onder aan dit blog vind je het.



Spaanse gehaktballetjes


Nog heel even over die pimentón: door de balletjes heen gaat gemalen paprikapoeder. Maar garneren doe ik liever met pimentón-flakes. Die zien er prachtig uit en geven nét even een extra pikante en rokerige touch aan je tapas! Ik kocht mijn blikje pimentón-flakes bij Dille & Kamille, maar je kunt ze ook bestellen via diverse internetsites.


Pimentón-flakes


Nog meer recepten nodig voor je tapasavond? Volg dan eens de link 'hapjes' in de header van dit blog. Ik heb wel een paar suggesties die samen een perfect tapasmenu vormen: 


Koffiekopjes met romige soep van geroosterde tomaten en puntpaprika's



Koffiekopjes met romige soep van geroosterde tomaten en puntpaprika's


Taco tapas met avocadosalsa en gemarineerde garnalen 



Tacotapas met avocadosalsa en gemarineerde garnalen


Kruidige krieltjes met komijn-knoflookmayonaise 



Kruidige krieltjes met komijn-knoflookmayonaise


Mini-kipschnitzels met tapenade met pijnboompitten 



Mini-kipschnitzels met tapenade met pijnboompitten


Toastjes met serranoham en een frisse artisjokkencrème 



Toastjes met serranoham en een frisse artisjokkencrème


Maar de keus is aan jou.

Hou in elk geval dit blog in de gaten, want de komende tijd ga ik nog meer taparecepten posten!


Recept De lekkerste tapas: Spaanse gehaktballetjes


De lekkerste tapas: Spaanse gehaktballetjes


Ingrediënten voor 25 à 30 gehaktballetjes:

  • 4 ons varkensgehakt
  • 2 eetlepels medium sherry
  • 1 theelepel zoet paprikapoeder
  • ½ theelepel mild gerookt paprikapoeder (pimentón)
  • 1 theelepel gedroogde marjolein
  • 1 theelepel gedroogde oregano
  • 1 ei
  • 6 eetlepels paneermeel
  • zout
  • versgemalen zwarte peper
  • pure olijfolie
  • Spaanse extra virgen olijfolie
  • pimentón-flakes (zie het blog hierboven)

Bereiding:

  1. Kneed alle ingrediënten vanaf het gehakt tot en met de peper door elkaar. 
  2. Vorm van het gehakt een klein proefballetje en bak dit in een beetje pure olijfolie. Voeg eventueel nog wat zout en/of peper toe.
  3. Rol vervolgens van de hele portie gehakt kleine snackballetjes.
  4. Bak ze in de olijfolie goudbruin en gaar. 
  5. Neem de gehaktballetjes uit de pan en tos er wat koude extra virgen olijfolie doorheen.
  6. Serveer de Spaanse gehaktballetjes op een schaal. Strooi de pimentón-flakes over het gerecht.

Tips:

  1. Je kunt je Spaanse gehaktballetjes warm of lauw eten. Beide is lekker!
  2. Wist je dat je met deze gehaktballetjes ook heerlijke spiesjes kunt maken? Morgen het recept hiervoor!
    Heerlijke Spaanse spiesjes met gehaktballetjes



    donderdag 14 september 2017

    Appelcompote met echte vanille en een scheutje rum

    Stel: je gaat in een pan appels kapot koken. Wat krijg je dan?


    Appelkapot! Logisch toch! Althans zo dacht ik er vroeger over als rechtlijnig denkende kleuter...


    Dat grote mensen dat gerecht 'compote' noemden had ik nooit goed verstaan. Wat ik wel wist was dat het lekker was!


    Toen ik zelf eenmaal 'groot' was, ontwikkelde ik mijn eigen recept voor appelcompote. Nog lekkerder dan vroeger. Met verse vanille, Ceylonkaneel, kardemom en een scheutje bruine rum. Maar het allerbelangrijkste: in mijn compote gaan minimaal vier verschillende soorten appels! Waarom? Hieronder lees je er alles over!



    Appelcompote met vanille en bruine rum


    De geschiedenis van het woord 'compote'


    Voordat ik uitweid over het recept voor mijn overheerlijke appelcompote, eerst nog even iets over die naam 'compote'. Dat dat niets te maken heeft met kapot fruit, moge duidelijk zijn. Maar waar komt het woord dan wel vandaan? Ik was wel nieuwsgierig en googelde naar de etymologie van 'compote'.

    De geschiedenis van het woord blijkt te herleiden tot de Romeinse tijd. 

    Toen bestond er in het Latijn een werkwoord 'componere', dat niet alleen 'samenstellen' betekende (de basisbetekenis), maar dat ook gebruikt werd voor 'het inleggen van olijven in pekel'. 

    De werkwoordvorm 'compositum' veranderde in het Oudfrans tot 'compost'. Oorspronkelijk was dat een 'samengesteld gerecht'. 

    Maar waarschijnlijk doordat de Romeinen het woord al gebruikten voor het inleggen van olijven, kreeg het Oudfranse woord meer en meer de betekenis van 'ingemaakte of ingelegde spijs' of 'vruchtenmoes'. 

    Het Middelhoogduits en het Middelengels kenden soortgelijke woorden voor 'ingemaakt fruit': 'kúmpost' respectievelijk 'compost'. De s in het Oudfranse 'compost' is in het Nieuwfrans weggevallen en vervangen door een accent circonflexe (in de spreektaal ook wel 'dakje' genoemd). Zo ontstond het woord 'compôte'.

    In het Nederlands hebben we dit woord integraal overgenomen met diezelfde betekenis van 'vruchtenmoes'. Sinds de invoering van het Groene Boekje wordt het woord echter zonder dakje geschreven. De reden hiervoor was dat in de nieuwe spelling het accent wordt weggelaten, als dat niet noodzakelijk is voor de uitspraak van een (van oorsprong Frans) woord.

    Heel interessant, toch?


    Hoe maak je zelf appelcompote?


    Maar nu weer over tot de orde van de dag: koken. Want daarvoor ben je per slot van rekening naar deze blogpagina gekomen. Hoe maak je de allerlekkerste appelcompote?

    Mijn recept is verre van traditioneel. 


    Wat maakt mijn appelcompote dan zo anders dan anders?


    1. Ik gebruik karamel als basis voor mijn appelcompote


    In de meeste recepten worden stukjes moesappel gekookt in een vloeistof (water of wat luxer: cider) onder toevoeging van smaakmakers als suiker, kaneel, citroen en/of gember.

    Bij mij gaan de appels niet in een vloeistof, maar ik maak eerst een lichte karamel van suiker en roomboter. Daar mogen de appels vervolgens in. Het geeft ze een heerlijk volle en diepe smaak.


    2. Ik koop minstens 4 verschillende soorten appels voor mijn compote


    Ik werk niet alleen met moesappels. Ik gebruik het liefst een aantal appelrassen tegelijkertijd.

    Een goede compote bevat nog wat stukjes, hij heeft een bite. Om dat te bewerkstelligen kun je het beste zowel moes- als handappels gebruiken. De moesappels vallen tijdens het verwarmen uit elkaar en zorgen voor de smeuïgheid van het gerecht; de handappels zorgen voor de stukjes.

    Bovendien vind ik het lekker als je wat smaakvariatie kunt proeven binnen één hap. Daarom koop ik altijd naast zoete appels ook een wat zuurdere variant. Geloof me: het resultaat van de combinatie van meerdere appelrassen is sensationeel!

    De laatste paar keren gebruikte ik elstar, goudrenet, granny smith en jonagold. De elstars en de jonagolds kwamen uit mijn kleine tuintje. Elk jaar weer buigen de takken van mijn kranige boompjes krom onder het gewicht van de oogst!


    Appels uit eigen tuin


    3. Er gaan veel lekkere smaakmakers in mijn appelcompote


    Met de karamel en de verschillende appelrassen ben je er echter nog niet. Ook de smaakmakers die je toevoegt zijn belangrijk. Echte vanille van een vanillestokje vind ik essentieel. Evenals een mespunt kardemom en een snufje kaneel. Versgemalen Ceylonkaneel is het allerlekkerste; ga daarnaar op zoek. Weten wat dat is, wat het verschil is met 'gewone' kaneel en hoe je kaneel fijnmaalt? Lees dan mijn eerdere blog hierover!


    Ceylonkaneel vers malen


    Citroensap en een flinke scheut bruine rum maken mijn appelcompote helemaal af. Het overgrote deel van de alcohol in de rum verdampt, maar de smaak blijft wel. Tip: eten er kinderen mee, dan kun je overwegen de rum weg te laten uit het recept.


    4. Meestal maak ik mijn appelcompote een dag voor het serveren 


    Daarna mag hij helemaal afkoelen in de koelkast. Want ijskoud is hij het allerlekkerst!


    Ik weet het: mijn appelcompoterecept klinkt behoorlijk eigenwijs. Maar probeer het één keer uit en je bent voor je hele leven verkocht! 


    Je koopt nooit meer zo'n potje saaie appelcompote in de supermarkt!



    Recept Appelcompote met echte vanille en een scheutje rum


    Maak nu zelf appelcompote: met echte vanille, kaneel en een scheutje rum



    Ingrediënten voor een bijgerecht voor ±6 personen:

    • 12 appels van minimaal 4 verschillende appelrassen (zoet, fris-zuur, moesappels, handappels; zie blog hierboven)
    • 50 gram roomboter
    • 150 gram gele basterdsuiker
    • 2 vanillestokjes 
    • 5 eetlepels bruine rum
    • 1 à 2 eetlepels citroensap (afhankelijk van de zuurgraad van de appels)
    • een mespunt gemalen kardemom
    • een flinke mespunt gemalen kaneel (liefst versgemalen Ceylonkaneel; zie mijn eerdere blog hierover)

    Bereiding:

    1. Schil de appels en verwijder de klokhuizen. Snijd de appels grof in blokjes.
    2. Smelt de boter in een grote pan met dikke bodem. Voeg de suiker toe en laat het geheel licht karamelliseren.
    3. Dan mogen de appelstukjes erbij. Roer goed.
    4. Snijd de vanillestokjes in de lengterichting open en schraap met een mes het merg eruit. Voeg het vanillemerg, de uitgeschraapte vanillestokjes, de rum, het citroensap, de kardemom en de kaneel toe aan de appels.
    5. Draai het vuur hoog en laat de appels onder af en toe omscheppen gaar worden. Uiteindelijk zal het vocht grotendeels verdampt zijn. Een deel van de appelstukjes is tot moes gekookt, andere hebben nog een bite. Verwijder de vanillestokjes.
    6. Laat de appelcompote afkoelen in de koelkast, want ijskoud is hij het allerlekkerst! 

    Tips:

    1. Deze appelcompote is zo speciaal, wat mij betreft is hij zelfs 'kerst-waardig'! Heerlijk met wild of een feestelijk geroosterd piepkuiken!
    2. Nog even en ik kan ook mijn Gieser Wildemanpeertjes oogsten. Weten hoe je die lekker klaarmaakt? Ga dan snel naar het recept voor mijn stoofpeertjes!

    Stoofpeertjes met rode port


    dinsdag 12 september 2017

    Botermals draadjesvlees in een Italiaanse tomatensaus


    Wie is er niet dol op draadjesvlees? Mij kun je in elk geval wakker maken voor een zacht, op de tong smeltend sukadelapje. Mét veel saus. 😋


    Het recept voor deze sukadelapjes in een fruitige Italiaanse tomatensaus is één van mijn lievelingsrecepten. 


    En van mijn man. 


    Hoe vaak heeft hij niet verzucht: 'Waarom maken ze zoiets lekkers nu niet in een restaurant? Dan zou ik veel vaker gaan uit eten!' Geweldig toch, zo'n tevreden eter aan tafel. 


    Als ik ze kan krijgen, gebruik ik Black Angus-sukadelappen voor mijn stoofgerecht. Die zijn mooi dooraderd met vet, wat ervoor zorgt dat het eindresultaat echt botermals wordt. Zoooo lekker!

    De saus waar de lapjes in gaar gesudderd zijn is niet alleen verrukkelijk, hij is ook nog eens supergezond. 

    Kijk maar eens in de ingrediëntenlijst hoeveel groenten erdoorheen gaan. 

    Voor 4 personen heb je maar liefst 10 trostomaten, 300 gram worteltjes, 2 uien, een bosje bladselderij en een blik tomatenstukjes nodig! Dat lijkt veel te veel, maar als je eenmaal begint te snoepen van die saus, kun je niet meer stoppen, zo is mijn ervaring...

    Zeker als je bij je Italiaanse stoofpotje lekkere in de oven geroosterde aardappeltjes serveert. Ik eet elk aardappeltje altijd met een flinke hap saus. Mmmm! Pureer je saus liever niet: al die stukjes herkenbare groenten erin zijn echt heerlijk!


    Recept Botermals draadjesvlees in een Italiaase tomatensaus


    Botermals draadjesvlees in een Italiaanse tomatensaus


    Ingrediënten voor een hoofdgerecht voor 4 personen:

    • 4 mooi dooraderde sukadelapjes à 250 gram (bij voorkeur sukadelappen van het Black Angus-rund)
    • zout en versgemalen zwarte peper
    • plantaardige margarine en pure olijfolie
    • 2 flinke uien
    • 300 gram geschrapte worteltjes
    • een bosje bladselderij
    • 1 blik tomatenstukjes
    • 250 ml droge rode wijn (bij voorkeur Italiaanse)
    • 4 dl runderfond
    • 1 eetlepel fijngehakte tijmblaadjes of 1 theelepel gedroogde tijm
    • 1 eetlepel fijngehakte marjoleinblaadjes of 1 theelepel gedroogde marjolein
    • 3 laurierblaadjes
    • 2 stukjes foelie
    • 10 zwarte peperkorrels
    • 1 à 2 eetlepels bruine basterdsuiker (afhankelijk van de zuurgraad van je tomaten)
    • 10 rijpe trostomaten
    • eventueel nog wat bouillonpoeder
    • een scheut extra vergine olijfolie (optioneel)

    Bereiding: 

    1. Bestrooi de sukadelapjes met zout en peper.
    2. Verhit wat margarine en olijfolie in een braadpan met dikke bodem en bak hierin de sukadelapjes stevig aan. Neem de lapjes uit de pan.
    3. Snipper de uien en hak de worteltjes fijn. Fruit de groenten in het resterende vet in de pan totdat ze goudbruin zijn.
    4. Hak de bladselderij. Voeg de selderij, de tomatenstukjes, de wijn, de fond, de tijm, de marjolein, de laurierblaadjes, de foelie, de peperkorrels en de bruine suiker toe aan het groentemengsel. Verwarm het geheel.
    5. Leg de sukadelapjes in de saus en sudder ze in ±1½ uur met het deksel op de pan bijna gaar.
    6. Kruis ondertussen de tomaten in en dompel ze 20 seconden onder in kokend water. Dan laten de velletjes makkelijk los. Ontpit de tomaten en snijd het vruchtvlees in blokjes.
    7. Voeg de verse tomaten toe aan de sukadelapjes en sudder ze nog ongeveer een halfuur mee. Laat daarbij het deksel van de pan, zodat de saus wat kan inkoken.
    8. Test de sukadelapjes op gaarheid. Ze moeten bijna uit elkaar vallen.
    9. Proef de saus en voeg eventueel nog wat bouillonpoeder, bruine suiker en/of peper toe. 
    10. Ik vind het lekker om de saus, nadat ik het vuur uitgedraaid heb, af te maken met een scheut fruitige olijfolie. Maar ook zonder extra olie is hij heerlijk; aan jou de keus!

    Tips:

    1. Zet de pan met draadjesvlees gewoon op tafel. Zo kan ieder zo veel saus opscheppen als hij of zij zelf wil!
    2. Maak dit gerecht bij voorkeur een dag van tevoren. Dan kunnen de smaken lekker doortrekken. Je kunt de sukadelapjes zelfs invriezen, als je dat zou willen; mét saus. Maak daarom eens een keer een grote portie en vries die in kleinere hoeveelheden in. Makkelijk als je een dag niet veel tijd hebt om te koken.
    3. Het recept voor de aardappeltjes op de foto vind je ook op dit blog. 

    Aardappeltjes uit de oven

    woensdag 6 september 2017

    Snel gebakken: makkelijke citroentaart

    Heb jij dat ook, dat je een makkelijk en snel recept vaker uit de kast trekt dan een heel bewerkelijk? Dat is voor mij de reden dat ik mijn citroentulband zeer regelmatig bak (het beslag is echt binnen een kwartier klaar). En natuurlijk is hij ook erg lekker! 😋


    Laatst kreeg ik een mooie nieuwe bakvorm cadeau. De keus wat ik erin zou bakken was gauw gemaakt: dat zou mijn citroentulband worden! Maar nu kon ik het natuurlijk geen 'tulband' meer noemen. Het was een citroentaart geworden.

    Vanwege de iets andere inhoudsmaat paste ik ook de ingrediëntenlijst en de baktijd een beetje aan. Daarom hieronder toch nog maar eens het recept, ook al ken je, als trouwe volger, mijn tulband al.


    Recept Snel gebakken: makkelijke citroentaart



    Snel gebakken: makkelijke citroentaart


    Ingrediënten voor de citroentaart:

    • 85 gram zachte roomboter + een beetje extra boter voor het invetten van de bakvorm
    • 115 gram zonnebloemolie
    • 200 gram witte basterdsuiker
    • 1 zakje vanillesuiker
    • een snufje zout
    • de rasp van 1 grote citroen
    • 4 eieren
    • 200 gram zelfrijzend bakmeel + een beetje extra meel voor het bestuiven van de bakvorm

    Ingrediënten voor het glazuur:

    • 150 gram poedersuiker
    • enkele eetlepels versgeperst citroensap, gezeefd

    Bereiding:

    1. Verwarm de oven (bij voorkeur een oven zonder heteluchtcirculatie, dus met onder- en bovenwarmte) voor tot 160°C.
    2. Vet een taartbakvorm met een inhoud van ±1,6 liter (zie tip onder dit recept) in met wat boter. Bestuif de vorm met zelfrijzend bakmeel. Er mag geen plekje onbedekt zijn, want daar kan de taart later blijven plakken.
    3. Klop de roomboter samen met de olie, de twee soorten suiker, het zout en de citroenrasp smeuïg.
    4. Voeg één voor één de eieren toe en klop elke keer totdat de eieren helemaal zijn opgenomen.
    5. Zeef het zelfrijzend bakmeel boven de kom en klop het door het beslag.
    6. Doe het beslag over in de bakvorm en plaats de taart op een rooster iets onder het midden van de oven. Bak de taart in ±55 minuten gaar en lichtbruin.
    7. Prik met een satépen in de taart om de gaarheid te testen. Er mogen wat kruimeltjes deeg aan de satépen blijven hangen, maar geen vochtig beslag.
    8. Stort de taart op een rooster en laat hem afkoelen.
    9. Roer een stevig glazuur van de poedersuiker en het citroensap. Voeg niet te veel citroensap in één keer toe; je hebt niet veel nodig.
    10. Bestrijk de bovenkant van de taart met het glazuur. Het glazuur zal een beetje naar beneden gaan druipen langs de zijkanten, hetgeen een mooi effect geeft. 

    Tips:

    1. De inhoud van een bakvorm kun je meten door er met behulp van een litermaat water in te gieten.
    2. Deze taart wordt extra smeuïg doordat je een deel van de roomboter (uit het klassieke recept) vervangt door zonnebloemolie. Heerlijk!
    3. Je kunt deze taart makkelijk een dag voor het serveren al bakken. Hij blijft zeker een dag of drie zacht en lekker! 

    dinsdag 5 september 2017

    Wentelteefjes van briochebrood met rood fruit en roomijs

    Dit recept voor wentelteefjes had ik, compleet met foto's, midden in de zomer al klaar staan om te posten. Maar ja, wentelteefjes, die maak je met veel eieren. En toen diende zich uit het niets opeens een heuse eiercrisis aan... Je begrijpt het: die post moest ik even uitstellen.


    Inmiddels liggen de winkels weer vol met, naar we mogen hopen, gezonde eieren. Dus bakken die wentelteefjes!

    Als je er net als ik briochebrood voor gebruikt, worden ze superluchtig en licht. Wat vers fruit en een bolletje roomijs erbij en smullen!


    Wat denk je trouwens: gaat 'eiercrisis' dit jaar het woord van het jaar worden? Of misschien 'fipronil-affaire'? Of gaan we straks in december voor een wat vrolijker woord?



    Wentelteefjes van briochebrood met rood fruit en ijs


    Waarom heten wentelteefjes 'wentelteefjes'?


    Nu we het toch over woorden hebben, wat vind je van het woord 'wentelteefje' en dan met name van het laatste deel van dat woord? 

    Waar het wentelen vandaan komt, lijkt voor de hand te liggen: je draait de sneetjes brood om terwijl je ze in ei doopt en bakt. 

    Maar dat 'teefje' klinkt toch beslist curieus... Heeft dat wellicht iets met een hond te maken?

    Ik ben eens wat gaan zoeken in etymologische (woorden)boeken en kwam diverse theorieën tegen. Welke waar is, wie zal het zeggen?

    In elk geval komt die hond echt in beeld. In Dordrecht was in de 19e eeuw het woord 'draaireuen' in zwang; ook een hond dus, maar dan anders. En de Friezen hadden het vroeger over 'gebraden hondsvotjes'.

    En wat dacht je van de theorie, die beweert dat 'wentelteefjes' komt van de opdracht 'wentel 't even(tjes)'?

    Het meest plausibel klinkt (wat mij betreft) de verklaring die zegt dat een 'teef' in vroeger tijden een soort gebak was. Men kende ook de zogenaamde 'appelteef'. Ik heb alleen nergens kunnen achterhalen om wat voor soort gebak het ging, helaas.


    Verloren of gewonnen brood


    Overigens worden wentelteefjes ook wel 'verloren' of 'gewonnen' brood genoemd. 

    In Frankrijk spreken ze nog steeds van 'pain perdu'. 

    Het 'winnen' van het brood zou gaan over het weer bruikbaar maken van oud, maar nog niet beschimmeld, brood. Er zijn mensen die ervan uitgaan dat het woorddeel 'wentel' niets te maken heeft met draaien, maar dat het is afgeleid van 'wenden' of 'winnen'.


    Wentelteefjes van luxe briochebrood


    Zelf maak ik mijn wentelteefjes regelmatig van wat ouder, een beetje uitgedroogd brood. Zo gauw je de sneetjes in een mengsel van losgeklopt ei en melk legt, zuigen ze zich helemaal vol. Van de droge smaak is niets meer te proeven!

    Dat neemt niet weg dat je ook gewoon vers brood kunt gebruiken. 

    Als ik mijn gezin extra wil verwennen, koop ik zelfs speciaal luxe briochebrood voor mijn wentelteefjes. 

    Dat snijd ik in heel dikke plakken (minimaal 2,5 à 3 cm dik), voordat ik het door een gezoet ei-melkmengsel haal en krokant bak in de koekenpan. 


    De eieren voor mijn wentelteefjes liggen klaar


    Tijdens het bakken gaart het ei. Daardoor gaan de toch al luchtige brioche-wentelteefjes prachtig souffleren. Ze blijven nog even mooi hoog als ik ze serveer op  warme borden, maar na verloop van tijd zakken ze toch onherroepelijk in. Zo gaat dat nou eenmaal met gesouffleerd ei. De smaak lijdt daar overigens niet onder.


    Wentelteefjes met citroen- of kaneelsuiker


    Als er iets te vieren is, serveer ik mijn brioche-wentelteefjes als feestelijk ontbijt of als lunch. Met alleen maar een beetje suiker. 

    Of nog lekkerder: met citroensuiker (witte basterdsuiker vermengd met geraspte citroenschil) of kaneelsuiker; in het laatste geval gaat er geen citroenrasp door het ei-melkmengsel.


    Citroensuiker


    Wentelteefjes als spectaculair dessert


    Wentelteefjes van briochebrood zijn helemaal spectaculair als dessert. 

    De combinatie van de warme sneetjes brood met koud romig ijs en fris rood fruit vind ik absoluut geweldig.


    Sappig rood fruit


    Dit dessert kan wat mij betreft het hele jaar. In de zomer is het rode fruit op zijn best. Maar tegenwoordig kun je het ook in de winter overal kopen. 

    Zelfs met kerst of Pasen zal iedereen blij verrast zijn als je je diner met deze verrukkelijke wentelteefjes met rood fruit en roomijs afsluit!


    Recept Wentelteefjes van briochebrood met rood fruit en roomijs


    Hoe maak je wentelteefjes van briochebrood met rood fruit en roomijs?


    Ingrediënten voor een dessert voor 4 personen:


    Voor de wentelteefjes: 

    • 4 dikke sneetjes brioche (minimaal 2,5 à 3 cm dik)
    • 3 eieren (maat L)
    • 4 dl volle melk
    • 50 gram witte basterdsuiker
    • de rasp van ½ citroen
    • een snufje zout
    • roomboter of vloeibare margarine

    Voor de citroensuiker:

    • de rasp van ±½ citroen
    • witte basterdsuiker naar smaak

    Voor het garnituur:

    • 4 bolletjes vanilleroomijs (kant-en-klaar of zelfgemaakt; recept maanzaadijs zonder maanzaad uit een eerdere blog)
    • 400 gram rood fruit (ik gebruikte kleine aardbeien, frambozen, bramen en blauwe bessen)
    • enkele takjes munt

    Bereiding:

    1. Klop in een kom de eieren samen met de melk, de basterdsuiker, de geraspte citroenschil en het zout tot een egale massa.
    2. Snijd de sneetjes brioche een keer door.
    3. Leg ze in de eiermassa en geef ze de kans zich vol te zuigen met vloeistof.
    4. Verhit ondertussen een beetje boter in een grote koekenpan.
    5. Breng de sneetjes brood voorzichtig over naar de pan en bak ze op middelhoog vuur aan beide kanten goudbruin. Draai het vuur lager zo gauw ze bruin zijn. Laat de sneetjes nog enkele minuten in de pan liggen. De wentelteefjes zijn klaar als ze mooi gesouffleerd zijn. Ze zakken overigens wel weer een beetje in als ze afkoelen, maar dat maakt ze niet minder lekker.
    6. Vermeng tijdens het bakken in een schaaltje wat basterdsuiker met geraspte citroenschil. Pas de hoeveelheid citroenschil aan aan je eigen smaak.
    7. Leg op elk bord 2 wentelteefjes. Bestrooi ze met een lepeltje citroensuiker. Verdeel het fruit over de borden. Schep er een bolletje vanilleroomijs naast. Garneer met de munt.

    Tips:

    1. Je kunt het fruit al schoonmaken ruim voor de maaltijd. Bak de wentelteefjes wel pas vlak voor het serveren.
    2. Zet een restje citroensuiker in een schaaltje op tafel. Dan kunnen de echte zoetekauwen nog een beetje extra nemen.
    3. En dan heb ik nog een extra tip, die ik pas veel later heb toegevoegd aan dit recept. Hij is eigenlijk het gevolg van een foutje. Laatst bedacht ik halverwege het bakken van mijn wentelteefjes - het ei was al een beetje aan het garen - dat ik vergeten was de suiker toe te voegen aan het eiermengsel. Nu is briochebrood al een beetje zoet van zichzelf, maar ik vond een beetje extra suiker toch noodzakelijk. Dus strooide ik wat poedersuiker over de al een beetje gebakken bovenkant van de wentelteefjes. Niet te veel, in totaal maar een paar theelepeltjes. Daarna draaide ik ze om in de pan en bakte de suiker een beetje aan. Wel met beleid, niet op te hoog vuur, want suiker verbrandt snel! Met de andere kant van de wentelteefjes deed ik hetzelfde. Zo ontstonden er dunne, een klein beetje gekaramelliseerde korstjes aan de boven- en onderkant van mijn sneetjes. En dat bleek me toch lekker! De wentelteefjes waren smeuïg aan de binnenkant, zoals ze altijd zijn, maar de korstjes waren nóg krokanter en smaakvoller dan anders! Een aanrader: probeer het maar eens uit! Je hebt wel nog steeds de citroensuiker nodig voor het bestrooien achteraf.