dinsdag 25 oktober 2022

Rijst met reepjes malse kipfilet in een romige wijnsaus

Bij kip in wijnsaus denk je waarschijnlijk automatisch aan coq au vin. Maar dat is toch niet het recept dat ik je in dit blog ga geven; misschien komt dat later nog weleens. 😉

Coq au vin maak je door kip te stoven in rode wijn. Vandaag gaan we echter aan de slag met witte wijn:

  • eerst snijd je je kipfilet in dunne reepjes of kleine blokjes; wat je zelf het lekkerste vindt
  • dan braad je die kip even stevig aan zodat hij een krokant korstje krijgt
  • je fruit ook wat uien totdat ze lekker zoet en mild van smaak zijn
  • door je kip en uien roer je een paar eetlepels bloem; die zorgen voor de binding van je saus
  • daarna mag er een mengsel van droge witte wijn, ongeklopte room en water doorheen
  • goed roeren zodat de saus mooi glad en dik wordt
  • nog wat smaakmakers en verse kruiden erbij en...
  • klaar! 
Ondertussen kook je wat rijst - wij doen dat bij voorkeur in de rijstkoker want daar wordt onze rijst zo mooi fluffy van - en dan kun je aan tafel! Snel en simpel, maar echt ontzettend lekker, dit maaltje! 


Recept: zo maak je zelf rijst met reepjes malse kipfilet in een romige wijnsaus


Zó maak je snel en makkelijk rijst met kipfilet in een romige wittewijnsaus

Ingrediënten voor een hoofdgerecht voor 4 à 5 personen:

  • 100 gram witte langkorrelrijst per persoon
  • ±750 gram kipfilet (dunne plakjes zijn het makkelijkst in reepjes te snijden)
  • zout en versgemalen zwarte peper
  • 4 eetlepels vloeibaar bak- en braadproduct
  • 2 grote uien
  • 3 eetlepels bloem
  • 2,5 dl droge witte wijn
  • ¼ l slagroom, ongeklopt 
  • 3 à 4 dl water
  • een beetje bouillonpoeder of verkruimelde kippenbouillonblokjes naar smaak
  • ±2 theelepels poedersuiker
  • ±8 eetlepels fijngehakte platte peterselie

Bereiding:

  1. Kook de rijst onder toevoeging van een beetje zout gaar volgens de gebruiksaanwijzing op de verpakking. De mooiste fluffy rijst krijg je als je een rijstkoker gebruikt.
  2. Snijd de kipfilets in dunne reepjes of kleine blokjes; wat je zelf het lekkerste vindt. 
  3. Verhit 2 eetlepels vloeibaar bak- en braadproduct in een hete koekenpan met anti-aanbaklaag. Bak hierin het vlees onder af en toe omscheppen stevig aan zodat het mooi bruin wordt. Omdat je kipstukjes klein zijn zijn ze dan ook al meteen gaar. Bestrooi de kip met wat zout en versgemalen zwarte peper. Proef even of het genoeg is. Schep de kip uit de pan.
  4. Snipper de uien. Verhit nog 2 extra eetlepels bak- en braadproduct in je pan. 
  5. Fruit de uiensnippers zachtjes totdat ze glazig zien. Dat duurt een minuut of 7 à 8.
  6. Verwarm ondertussen in een andere pan een mengsel van de wijn, de room en het water totdat het lekker warm is maar niet kookt.
  7. Voeg het vlees toe aan de uien. Strooi de bloem over het gerecht en roer goed.
  8. Voeg vervolgens het wijnmengsel toe aan de kip. Verwarm het geheel en roer nog eens goed. De saus gaat dan mooi binden. Voeg eventueel wat extra water toe als je de saus nog wat te dik vindt. 
  9. Breng de wittewijnsaus op smaak met het bouillonpoeder, de poedersuiker en wat zwarte peper. Roer vlak voor het serveren 6 eetlepels van de gehakte peterselie door je kipgerecht.
  10. Schep op elk bord een portie rijst. Maak in het midden een klein kuiltje. Schep daarin een flinke lepel kipfilet in wijnsaus. Garneer met de resterende peterselie. Zet eventuele restjes rijst en kip in schalen op tafel.

Tips:

  1. Je kunt je kipschotel tot en met stap 9 ruim van tevoren voorbereiden. Kook je rijst pas vlak voordat je aan tafel gaat. Warm dan ook je kip op. Dat kan gewoon in de pan op het fornuis, eventueel onder toevoeging van een beetje extra water.
  2. Ben je nog op zoek naar een groentegerecht om je maaltijd compleet te maken? Onze voorkeur gaat meestal uit naar snijbonenruitjes met krokante spekjes en gefruite ui. Maar erwtjes, sperzieboontjes, haricots verts of geroerbakte bimi (de laatste op smaak gemaakt met een snufje peper, zout en tijm) zijn ook erg lekker bij je kip in roomsaus.    


Recept: zo maak je zelf snijbonen met gebakken uitjes en krokante spekjes

vrijdag 7 oktober 2022

Kerstkrans van Brusselse wafels, vers fruit en slagroom: een chic kerstdessert!

Wafels bakken is bij ons thuis behalve een snoepfestijn vaak ook een sociale aangelegenheid. 

We duiken gezellig met z'n allen de keuken in en verdelen de taken. De een bereidt het wafelbeslag terwijl de ander vast het fruit snijdt of lekker wat slagroom klopt, een sausje verwarmt, koffie en thee zet, etc.  

Op het moment dat ik daadwerkelijk begin met het bakken van de wafels mogen de versier-ingrediënten allemaal tegelijk op tafel. De versgebakken wafels verdwijnen à la minute naar de borden en iedereen tuigt zelf zijn of haar eigen wafels op. Smullen!

Maar soms ook bak ik een flinke stapel wafels helemaal in mijn eentje. Wafels die niet meteen op mogen. Die zijn dan voorbestemd. Voor een toetje later in de week. 


Of misschien moet ik spreken van een dessert. Want ze zijn meestal best chic, mijn wafeldesserts!  


Wat dacht je van mijn wafel-kerstkrans met vers fruit en slagroom? Superfeestelijk, toch?!


Misschien ook een idee voor jou voor de komende feestdagen? Veel plezier met het recept!



Recept: zo maak je zelf een kerstkrans van Brusselse wafels, vers fruit en slagroom: een chic kerstdessert!



Zo maak je zelf deze verrukkelijke kerstkrans van Brusselse wafels, vers fruit en slagroom


Eerst de ingrediënten


Ik weet niet hoeveel gasten je gaat uitnodigen dit jaar met kerst. Dus laat ik je de ingrediënten geven per persoon.

Voor ieder bak ik 1 Brusselse wafel. Daarbij serveer ik ±6 mooie aardbeien, een halve kiwi (in plakjes gesneden), ±1/20 liter slagroom (die ik ga opkloppen met wat poedersuiker), nog wat extra poedersuiker en een handje muntblaadjes.

Om de juiste kerstsfeer te treffen heb ik bij dit dessert gekozen voor rood en groen fruit. Je zou in plaats van aardbeien en kiwi ook ander fruit in dezelfde kleuren kunnen kopen. Denk aan frambozen, kersen, sterfruit en druiven. 

De muntblaadjes kun je eventueel vervangen door citroenmelisse.


Frambozen smaken ook lekker in je wafel-kerstkrans


Begin met het bakken van de Brusselse wafels


Voor het bakken van Brusselse wafels ga ik je hier geen instructies geven. Daar heb ik een paar maanden geleden al een heel blog over geschreven. Klik maar snel op het rode linkje!

Bestrooi je wafels na het bakken nog niet meteen met poedersuiker. Want je wilt ze nog even bewaren, misschien wel een paar dagen. Of nog langer, want invriezen is ook een optie. Handig! 

Hoe je wafels het beste bewaart, invriest en weer ontdooit, lees je hier


Versgebakken Brusselse wafels


Snijd je fruit vlak voordat je je wafel-kerstkrans gaat samenstellen


Aardbeien hoef je niet te snijden, zeker niet als je niet al te grote exemplaren koopt. 

Kiwi's moet je altijd even schillen en daarna in plakjes en stukjes snijden. Voor het dessert van de foto sneed ik een paar halve cirkeltjes en een aantal kwartrondjes.


Klop dan ook de slagroom


In dit blog vind je een aantal tips voor de lekkerste geklopte slagroom. 

Omdat er vrijwel geen suiker zit in Brusselse wafels, mag de slagroom wat mij betreft vrij zoet zijn. Maar proef altijd zelf wat jij het beste vindt.

Doe de geklopte slagroom over in een spuitzak met een glad spuitmondje van ±1 cm. 


Fluffy versgeklopte slagroom


Verwarm je wafels even in een oven van 120°C


Voor wafels van 1 à 2 dagen oud is 5 minuten in de oven voldoende. Daarna zijn ze weer heerlijk krokant.

Gebruik je ingevroren wafels? Haal ze pas vlak voor het verwarmen uit de vriezer. Ze mogen - nee, móeten - vanuit de vriezer rechtstreeks de oven in! Verwarm de bevroren wafels 5 à 10 minuten. 


Snijd elke wafel in kleine vierkantjes, driehoekjes én rechthoekjes


Gebruik voor het snijden bij voorkeur een scherp kartelmes. Zorg voor voldoende variatie in vormpjes. Dat maakt je dessert straks mooi speels! 


Bestrooi al je wafelvormpjes met een beetje poedersuiker


Aan de boven- én aan de onderkant. Gebruik hiervoor een theezeefje; zo wordt je poedersuikerdekentje prachtig egaal. 


Leg op elk bord een aantal wafelvormpjes


Doe dit zo speels mogelijk: leg een paar vormpjes gewoon plat, zet andere rechtop, leg ze schuin, met grote en kleine tussenruimtes, etc.

Zorg er bij de verdeling voor dat de vormpjes samen een krans vormen langs de buitenrand van het bord. Laat in het midden een rondje vrij.

Gebruik 1 wafel per bord.


Vul de ruimtes tussen de wafelvormpjes op met fruit en toefjes slagroom


Ook dat doe je weer zo speels mogelijk: wissel kleine vruchten en toefjes af met grotere.


Bestrooi je gerecht met een dun laagje poedersuiker


Het is belangrijk dat je door de poedersuiker heen alle ingrediënten nog herkent. 


Garneer je wafel-kerstkrans met kleine blaadjes munt


Laat ook hierbij het midden van het bord vrij; leg je blaadjes voor het overgrote deel aan de buitenrand voor het mooiste resultaat.

Strooi op sommige - maar niet alle - blaadjes nog een heel klein beetje poedersuiker.


Serveer je wafel-kerstkransen meteen! 


Prettige kerstdagen!

Wafel-kerstkrans met aardbeien, kiwi en slagroom!