donderdag 30 maart 2017

Italiaanse kalfsgehaktballetjes met zongedroogde tomaat en basilicum

Ik ben niet iemand die graag kookt uit pakjes en zakjes. Maar af en toe kruisen er kant-en-klaarproducten mijn pad, die ik niet kan weerstaan.

Vandaag breek ik een lans voor zongedroogdetomatentapenade uit een potje. In zijn pure vorm zou ik hem niet snel serveren. Versgemaakt (nog een beetje grof met, behalve zongedroogde tomaten, ook zwarte olijven, geroosterde pijnboompitjes en verse kruiden!) is hij veel lekkerder. Maar wist je dat de tapenade uit de supermarkt heel handig én erg lekker is als smaakmaker door een ander gerecht?

Eerder gaf ik je al eens het recept voor een kruidenboter met zongedroogde tomaat. Heerlijk bij gegrild vlees of bij krielaardappeltjes!

Vandaag een recept voor kalfsgehaktballetjes met zongedroogde tomaat. Geef je binnenkort een feestje? Zet deze dan op tafel. Zeker weten dat je er hoge ogen mee gooit!

Het recept is supereenvoudig. Je kneedt wat zongedroogdetomatentapenade en een paar eetlepels Italiaanse tuinkruiden door mals kalfsgehakt. Het gehakt wordt mooi rul als je er ook nog een flinke schep paneermeel en een eitje aan toevoegt. En dan kun je balletjes gaan rollen. Gewoon tussen twee handen. Groter dan bite size hoeven ze niet te worden. Daarna bak je je balletjes kort in wat olijfolie en klaar!

Er kleeft maar één bezwaar aan deze Italiaanse gehaktballetjes: hoeveel je er ook maakt, je krijgt altijd het commentaar dat het er te weinig waren… Precies: “waren”. Want ze verdwijnen als sneeuw voor de zon! 😋



Recept Italiaanse kalfsgehaktballetjes met zongedroogde tomaat en basilicum


Hoe maak je Italiaanse kalfsgehaktballetjes met zongedroogde tomaat en basilicum?


Ingrediënten voor ±75 stuks:

  • 9 ons fijn kalfsgehakt
  • 12 afgestreken theelepels zongedroogdetomatentapenade (uit een potje)
  • 3 theelepels gedroogde oregano
  • de blaadjes van een flinke bos basilicum, fijngehakt
  • 2 eieren
  • 10 eetlepels paneermeel
  • zout en versgemalen zwarte peper
  • pure olijfolie

Bereiding:

  1. Kneed alle ingrediënten behalve de olijfolie door elkaar.
  2. Bak even een klein balletje van het gehakt en proef. Voeg eventueel nog wat zout en/of peper toe aan het rauwe gehakt.
  3. Rol kleine eenhapsballetjes van het kalfsgehakt.
  4. Verhit een beetje olijfolie in een koekenpan met anti-aanbaklaag.
  5. Bak de balletjes in een paar minuten goudbruin en gaar in de olie. Werk daarbij in porties.

Tips:

  1. Als je dat beter uitkomt, kun je de gehaktballetjes ook al eerder bakken. Bewaar ze afgedekt in de koelkast en warm ze vlak voor het serveren snel op in een koekenpan zonder olie.
  2. Wist je dat deze Italiaanse kalfsgehaktballetjes koud ook prima smaken? Dat maakt ze als borrelhapje nog makkelijker om voor te bereiden!
  3. Garneer de schaal met borrelhapjes eventueel met wat kleine blaadjes basilicum.
  4. Serveer de balletjes ook eens op een tapafeest. Ze zijn weliswaar niet Spaans van oorsprong, maar dat zal niemand je kwalijk nemen als ze ze eenmaal geproefd hebben...
  5. Een heel andere toepassing: deze balletjes smaken ook verrukkelijk bij de pasta. Ik beloof je nu al een heerlijk recept hiervoor, dus houd dit blog in de gaten!

Pasta met tomaat-paprikasaus en kalfsgehaktballetjes met zongedroogde tomaat

woensdag 29 maart 2017

Oosterse kipgehaktballetjes met sesamzaadjes en een lichtpikante dipsaus

Heerlijk! Het prille voorjaar trakteert ons op een paar dagen zonnig terrasjesweer!


Maar waar trakteer jij je vrienden op als ze op jouw terras dat drankje komen doen?


Ik heb wel een tip: wat dacht je van oosters gekruide kipgehaktballetjes met krokante sesamzaadjes, die je dipt in een lichtpikant sausje? Ideaal om de lente te vieren, toch?! 😋


Recept Oosterse kipgehaktballetjes met sesamzaadjes en een lichtpikante dipsaus


Oosterse kipgehaktballetjes met sesamzaadjes en een lichtpikante dipsaus


Ingrediënten voor ±30 kipgehaktballetjes:


Voor de gehaktballetjes:

  • 1 pond kipgehakt (ik gebruik altijd zelfgemalen kipfilets)
  • 3 cm gemberwortel, geschild en geraspt
  • 2 sjalotjes, fijngesnipperd
  • 1 ei
  • 8 eetlepels paneermeel
  • 1 afgestreken theelepel cayennepeper
  • 5 eetlepels sesamzaadjes
  • 1 eetlepel vloeibare honing
  • 1 theelepel ketjap manis
  • 1 eetlepel sesamolie
  • zout naar smaak
  • zonnebloemolie

Voor de lichtpikante oosterse dipsaus:

  • 10 eetlepels mayonaise
  • 2 theelepels grove mosterd
  • 2 eetlepels vloeibare honing
  • 1 theelepel ketjap manis
  • ½ à 1 Spaanse peper, ontdaan van pitjes en zaadlijsten en fijngehakt (naar smaak)

Bereiding:

  1. Fruit de sjalotjes en de gember zachtjes in een paar eetlepels zonnebloemolie. Laat het mengsel even afkoelen.
  2. Vermeng het gehakt met alle ingrediënten behalve de zonnebloemolie.
  3. Maak een mini-proefballetje en bak dit in een koekenpan. Proef en pas eventueel de hoeveelheid zout in het rauwe gehakt aan.
  4. Vorm van het gehaktmengsel kleine gehaktballetjes ter grootte van een walnoot.
  5. Verhit een beetje zonnebloemolie in de pan en bak de kipballetjes in ±10 minuten goudbruin en gaar.
  6. Roer ondertussen een dipsaus van de aangegeven ingrediënten. Proef en voeg eventueel nog wat ketjap en/of Spaanse peper toe.
  7. Serveer de kipgehaktballetjes met de dipsaus. Geef er eventueel cocktailprikkers bij.

Tips:

  1. De oosterse kipgehaktballetjes smaken zowel warm als koud erg lekker. Wil je ze koud serveren, dan kun je ze ook een dag van tevoren al maken. Handig!
  2. Een restje saus kun je nog enkele dagen in de koelkast bewaren. De saus is ook heerlijk bij kiphamburgers of gebruik hem om een kipfiletsandwich op smaak te maken!
  3. Je kunt de saus ook serveren bij snackgroenten, zoals in reepjes gesneden komkommer, paprika’s in drie kleuren, worteltjes of bleekselderij.
  4. Nog meer recepten voor lekkere terras-hapjes? De volgende snacks zijn echte aanraders: mini-kipschnitzels met tapenade met pijnboompitten, Turkse courgettepannenkoekjes met een frisse citroen-knoflookdip, mini-saucijzenbroodjes met Indonesisch gehakt en bladerdeegflapjes gevuld met gekruid gehakt en tomaten. Of volg de link 'Hapjes' in de header van dit blog!

Mini-kipschnitzels met tapenade met pijnboompitten


    Turkse courgettepannenkoekjes met een frisse citroen-knoflookdip


      Mini-saucijzenbroodjes met Indonesisch gehakt


        Bladerdeegflapjes gevuld met gekruid gehakt en tomaten



          dinsdag 28 maart 2017

          Thaise currysoep met noedels, kip en groenten

          Nadat ik je vorige week het recept gaf voor mijn overheerlijke Indiase currysoep, wil ik vandaag niet achterblijven en ook het geheim prijsgeven van mijn Thaise currysoep.


          Die heeft een heel ander karakter, maar dat betekent niet dat hij minder lekker is! Hij is gebaseerd op een specerijenmengsel, dat de soep veel frisser maakt dan zijn Indiase evenknie. Bovendien zit er geen room in, maar kokosmelk.


          De currysoep is gevuld met beetgare eiernoedels, malse kip en veel verse groenten. Heerlijk!


          Wist je trouwens dat in het Verre Oosten dit soort soepen niet alleen gegeten wordt tijdens de avondmaaltijd? Je kunt ze er de hele dag door eten in restaurants of bij stalletjes met street food. Soep is met name populair als ontbijt! Als dat geen gezond begin van de dag is...


          Recept Thaise currysoep met noedels, kip en groenten


          Hoe maak je zelf Thaise currysoep met noedels, kip en groenten?


          Ingrediënten voor een maaltijdsoep voor 3 à 4 personen of een voorgerecht voor 5 à 6 personen:

          • 5 trostomaten
          • 1 rode puntpaprika
          • 1 groene paprika
          • 400 ml kokosmelk
          • 1½ eetlepel Thaise rode currypasta (potje)
          • 1 teentje knoflook uit de pers
          • 2 theelepels geelwortelpoeder (kurkuma)
          • 500 gram kipfilet
          • 700 ml kippenbouillon (van blokjes is prima)
          • 2 eetlepels Thaise vissaus
          • 1 eetlepel dark soya sauce (een Chinese sojasaus)
          • het sap van een halve limoen
          • 300 gram eiernoedels
          • water
          • 3 bosuitjes

          Bereiding:

          1. Kruis de tomaten in en dompel ze 20 seconden onder in kokend water. Leg ze meteen daarna in ijswater. De velletjes laten dan makkelijk los. Ontvel de tomaten en verwijder de pitjes. Snijd het vruchtvlees in stukjes.
          2. Snijd beide paprika’s in stukjes.
          3. Verwarm in een soeppan 150 ml kokosmelk, de currypasta, de knoflook en het geelwortelpoeder.
          4. Snijd de kipfilets in heel kleine blokjes.
          5. Roer de kipblokjes door het kokosmelkmengsel en gaar ze zachtjes.
          6. Voeg de rest van de kokosmelk, de bouillon, de vissaus, de dark soya sauce en het limoensap toe.
          7. Roer de tomatenblokjes en de paprikastukjes door de soep.
          8. Verwarm de currysoep goed.
          9. Proef en voeg eventueel nog wat (kippen)bouillonpoeder of zout toe. De soep mag niet te flauw zijn.
          10. Gaar de eiernoedels volgens de gebruiksaanwijzing op de verpakking. Belangrijk: laat de noedels niet te lang doorgaren; beetgaar is voldoende! Om dat resultaat te bereiken kun je het beste af en toe even proeven tijdens het koken.
          11. Snijd de bosuitjes schuin in ringetjes.
          12. Zet de currysoep, de noedels en de bosuitjes apart op tafel. Ieder schept eerst wat noedels in zijn bord of kom en dan wat soep. De bosuitjes zorgen voor een pittige garnering.

          Tips:

          1. Als je deze soep volgens de regels van de kunst wilt eten, neem dan een lepel in je linker- en een paar eetstokjes in je rechterhand. Leg met de stokjes steeds beetjes vulling op de lepel. Schep er wat vocht bij en eten maar.
          2. Dit is al de derde currysoep die op dit blog staat. Eerder kon je al de Indiase currysoep met gemarineerde kipblokjes en mijn romige Indiaas gekruide linzensoep proeven! Laat je me in een commentaar onder dit bericht horen welke soep je het lekkerste vond?

          Indiase currysoep met gemarineerde kip en groenten


          Romige Indiaas gekruide linzensoep



          woensdag 22 maart 2017

          Romige Indiase currysoep met gemarineerde kip en groenten


          Ik ben dol op Indiase gerechten, bijvoorbeeld op deze soep. Het recept is afgeleid van een van mijn favoriete kipcurry's.


          De currysoep is heerlijk romig. Maar vergis je niet: achter dat masker van room schuilt een pittige dosis specerijen! En een ruime hoeveelheid knapperig verse groenten en malse stukjes kip! 😋


          Voordat ze in de soep verdwijnen, marineer ik mijn kipblokjes altijd eerst een dagje. Daar worden ze supersmaakvol van.

          Je begrijpt het al: deze soep is een echte aanrader! Verrukkelijk met gefrituurde pappadums!


          Romige Indiase currysoep met gemarineerde kip en groenten


          Kipkerrie met ananas: een culinaire nachtmerrie!


          Een van de grootste culinaire gruwelen uit mijn studententijd was de beruchte kipkerrie met ananas.

          Ken jij dat gerecht nog: kipblokjes in een dikke saus op basis van een roux, op smaak gemaakt met een paar theelepels kerriepoeder en in stukjes gesneden ananas uit blik... 

          Horror in de keuken! Helaas had vrijwel elke student het recept in zijn of haar repertoire en bijna elke maand was het wel ergens raak!

          Jarenlang leefde ik in de veronderstelling dat dat het standaard curryrecept was en dat curry's dus verschrikkelijk waren. Waarom waren ze daar in het Verre Oosten toch zo dol op?


          Echt Indiaas eten in Maleisië


          Totdat ik een aantal jaren zelf in dat Verre Oosten, in Maleisië, ging wonen en kennis maakte met de echte, niet vernederlandste oosterse keuken... Er ging letterlijk een wereld voor me open!

          In de stad waar wij woonden bevonden zich ontelbare eetgelegenheden. De lokale mensen daar eten veel vaker buiten de deur dan Nederlanders. De meeste tentjes waren heel basic van opzet: één ruimte, bijna altijd onder appartementen of winkels, die aan de achterkant open was voor de toe- en afvoer van de keuken en die aan de voorkant geen façade had, zodat de klandizie vrijelijk in en uit kon lopen. Veelal gingen de tafeltjes en stoeltjes door tot op de stoep.


          De ongeëvenaarde curry's van Mr. Khan


          Gezellig waren de restaurantjes niet, maar vaak konden ze er wel Koken (met een hoofdletter K)! 

          In onze vriendenkring was met name de keuken van de Mr. Khan zeer populair. 

          Achter de vermomming van goedkope plastic tafeltjes en uit elkaar vallende stoelen, plastic bordjes en krom bestek, gevaarlijk zwaaiende plafondfans en felle TL-buizen ging een keukenbrigade schuil, die beslist van wanten wist.

          Al aten we nooit in het restaurant zelf, we stonden wel regelmatig in de rij bij de take away-balie. Of we bestelden een verrukkelijk cateringmenu aan huis! 

          Mr. Khan was van Indiase afkomst, zoals vrij veel Maleisiërs, en had zijn authentieke curryrecepten waarschijnlijk van thuis uit meegekregen. Zijn curry's waren ongeëvenaard, evenals zijn naanbrood, de krokant gebakken samosas, de geurige rijstgerechten, de tandoori-specials en de frisse raita! En, heel belangrijk, de service en de adviezen waren altijd even goed!

          Eigenlijk was het Mr. Khan, die de echte Indiase keuken introduceerde in ons leven. En daarmee veroverde hij een speciaal plekje in ons hart!


          Mr. Khan in zijn restaurant


          Experimenteren met Indiase recepten


          De Indiase gerechten van Mr. Khan werden node gemist toen we weer in Nederland woonden. Maar ik ging niet bij de pakken neerzitten: ik ging experimenteren in mijn eigen keuken! En de Indiase recepten die daar in de loop der tijd uitrolden mogen er zijn, absoluut. Althans dat vinden mijn gezin en ik... 😉

          Je hebt op dit blog al kennis kunnen maken met mijn Indiaas gekruide linzensoep, een gerecht dat immens populair is onder mijn volgers.


          Romige Indiaas gekruide linzensoep


          In navolging daarvan vandaag een recept voor nog zo'n heerlijk soepje, mijn romige currysoep met gemarineerde kip en groenten!

          Geniet ervan!


          Recept Romige Indiase currysoep met gemarineerde kipblokjes en groenten



          Romige Indiase currysoep met gemarineerde kip en groenten


          Ingrediënten voor een maaltijdsoep voor 4 à 5 personen of een voorgerecht voor ±8 personen:

          • 600 gram kipfilet
          • ±30 gram ghee 
          • 6 theelepels gemalen komijn (djintan) 
          • 4,5 theelepel gemalen koriander (ketoembar)
          • 3 theelepels gemalen geelwortel (kurkuma)  
          • 2 theelepels zoet paprikapoeder
          • ±1 theelepel cayennepeper (dat is best pikant; minder mag ook)
          • 2 teentjes knoflook, zeer fijn gehakt
          • ±1/2 theelepel zout
          • 5 eetlepels citroensap
          • 2 uien
          • 8 rijpe trostomaten
          • 1,5 groene paprika
          • 1,5 rode paprika
          • 375 ml slagroom
          • ±1,5 liter warm water
          • ±4 kippenbouillonblokjes
          • 3 bosuitjes
          • een forse bos platte peterselie

          Bereiding:

          1. Verhit de ghee in een pan. Meet alle specerijen tot en met de cayennepeper af en doe ze in de pan erbij. Fruit het mengsel zachtjes, totdat het aroma vrijkomt. Laat het geheel een beetje afkoelen en roer de knoflook, het zout en het citroensap erdoorheen.
          2. Snijd de kipfilets in heel kleine dobbelsteentjes en marineer de kip gedurende minimaal 6 uur  in het specerijenmengsel. 24 uur geeft een nog lekkerder resultaat!
          3. Neem de kip een halfuur voor het bereiden uit de koelkast om op kamertemperatuur te komen.
          4. Kruis de tomaten in en dompel ze 20 seconden onder in kokend water. Leg ze daarna even in ijswater. De velletjes laten dan gemakkelijk los. Ontvel en ontpit de tomaten en snijd het vruchtvlees in stukjes.
          5. Snijd de paprika’s in blokjes.
          6. Snijd de uien in dunne halve ringen.
          7. Bak de kipblokjes in een grote soeppan zonder ze eerst droog te deppen. Je hebt alle specerijen én de ghee nodig voor de smaak en voor het aanbraden. Draai het vuur niet te hoog. De specerijen mogen niet op een te hoge temperatuur verhit worden; dan kunnen ze bitter worden.
          8. Fruit de uien op een zacht pitje even mee. Daarna mogen de paprika’s en de tomaten erbij. De room en het water transformeren het geheel in een soep. Verwarm het gerecht.
          9. Maak de soep op smaak met de bouillonblokjes. Proef en voeg eventueel nog een bouillonblokje toe.
          10. Hak de peterselie fijn en snijd de bosuitjes diagonaal in stukjes. Roer beide vlak voor het serveren door de currysoep.

          Tips:

          1. Ik serveer bij mijn Indiase currysoep eigenlijk altijd gefrituurde pappadums, maar knoflooknaan smaakt er ook goed bij!
          2. Ghee is Indiase geklaarde boter. Hij kan tot hoge temperaturen worden verhit. Ghee heeft een nootachtige smaak. Hij is verkrijgbaar in oosterse winkels en in natuurvoedingswinkels. Kun je geen ghee vinden, gebruik dan zonnebloemolie.
          3. De volgende keer op dit blog: het recept voor mijn Thaise currysoep. Heel anders, maar zeker niet minder lekker!
          4. Bekijk ook even mijn Indiase recepten voor een verrukkelijke gehaktcurry en twee fantastische kipcurry's: 

          Recept: zo maak je zelf aloo keema matar, een romige en tegelijkertijd pittige Indiase gehaktcurry met blokjes aardappel en erwtjes

          Jalfrezi chicken, een pittige curry met gemarineerde kip, tomaat, ui en paprika!


          Butter chicken, een romige kipcurry met een authentieke smaak!


            Thaise currysoep met noedels, kip en groenten



              dinsdag 21 maart 2017

              Limburgse keersekeukskes, ouderwets lekkere kersenpannenkoekjes

              Een tijdje geleden gaf ik je het recept voor drie-in-de-pan, verrukkelijke kleine pannenkoekjes met fruitige stukjes appel en sappige rum-rozijnen.


              Limburgers kennen daar een variant op, die misschien nog wel lekkerder is: keersekeukskes.
              In die koekjes (keukskes) worden de appels en de rozijnen vervangen door kersen (keerse)!


              Keersekeukskes, ouderwetse Limburgse kersenpannenkoekjes


              Wat zijn keersekeukskes?

              Het recept is al heel oud, maar af en toe zie je het weer ergens opduiken: keersekeukskes!

              En nu dus hier, op mijn blog! 😉

              Het gaat om vrij dikke pannenkoekjes die niet belegd worden met kersen. Nee, de kersen gaan door het beslag!


              Ingemaakte kersen


              In de zomer worden van oudsher in Limburg vaak verse kersen gebruikt voor de keersekeukskes. Maar een groot deel van de oogst van de wat zuurdere kersensoorten werd vroeger ook bewaard voor later in het jaar: die werden ingemaakt in grote weckglazen.

              Ik kan me nog goed herinneren dat mijn ouders in het souterrain van ons huis een speciale kamer hadden, die we de "provisiekamer" noemden. Hij stond helemaal vol met stellingkasten met daarop talrijke weckpotten met erwtjes, tuinbonen, sperziebonen (die kwamen allemaal uit de moestuin van mijn tante en oom), aardbeien (oef, wat waren die vies, zo ingemaakt...) én natuurlijk ook kersen! Dat waren mijn favorieten!

              De ingemaakte kersen waren niet echt smakelijk om zo te eten, maar in toetjes (bijvoorbeeld geflambeerd bij het ijs) en gebak (wat dacht je van vlaai of kersenflappen?) waren ze niet te versmaden. En ze waren uitermate geschikt voor keersekeukskes!


              Zelfgemaakt maanzaadijs met geflambeerde kersen


              Kersenflappen


              Kersen uit een pot zijn lekker in allerlei recepten


              Niemand heeft tegenwoordig meer zo'n provisiekamer. Ik niet tenminste...

              Maar als groot liefhebber van Limburgse keersekeukskes neem ik er geen genoegen mee dat ik ze alleen in de zomer kan eten. 

              Gelukkig kennen we tegenwoordig het instituut supermarkt, een soort publieke provisiekamer (al moet je er betalen; dat dan weer wel!). En daar hebben ze heerlijke kersen op lichte siroop. 

              Ideaal voor mijn keersekeukskes. Zo kan ik er toch het hele jaar van genieten; dus ook nu, maanden voor de kersentijd! 😋

              Wil je ook een keer smikkelen van deze Limburgse specialiteit? Probeer dan meteen het onderstaande recept uit!


              Serveer je keersekeukskes als dessert of als een lunch- of brunchgerecht.



              Recept Limburgse keersekeukskes, ouderwets lekkere kersenpannenkoekjes


              Hoe maak je zelf Limburgse keersekeukskes? 


              Ingrediënten voor 15 à 20 stuks:

              • 250 gram zelfrijzend bakmeel
              • een snufje zout
              • 1 ei
              • 3 dl volle melk
              • een grote pot kersen zonder pit (uitlekgewicht 350 gram)
              • vloeibare margarine
              • poedersuiker

              Bereiding:

              1. Voeg het zout toe aan het zelfrijzend bakmeel.
              2. Roer het ei door het meel en voeg vervolgens beetje bij beetje de melk toe. Roer elke keer goed en voeg pas meer melk toe als het mengsel egaal en glad is.
              3. Laat de kersen uitlekken en schep ze door het beslag.
              4. Verhit een beetje margarine in een koekenpan (liefst met anti-aanbaklaag). Schep ±4 kleine hoopjes beslag in de pan.
              5. Bak de pannenkoekjes bruin aan de onderkant. Draai daarna het vuur klein. Laat de pannenkoekjes aan de bovenkant een beetje gaarder worden. Draai ze vervolgens om en bak ze op matig hoog vuur ook bruin aan de andere kant.
              6. Schep de pannenkoekjes uit de pan en houd ze warm. Bak zo ook de rest van de pannenkoekjes.
              7. Leg op elk bord een paar pannenkoekjes.
              8. Doe een genereuze portie poedersuiker in een zeef en zeef de suiker boven de borden. Serveer meteen.

              Tips:

              1. Als je een foodprocessor hebt, kun je daarin het beslag maken. Dat gaat razendsnel.
              2. Keersekeukskes worden ook wel gebakken van een gistbeslag. Dit recept met zelfrijzend bakmeel is echter veel makkelijker! En het is naar mijn mening minstens zo lekker!
              3. Je kunt de pannenkoekjes ruim voor de maaltijd al bakken als je dat beter uitkomt. Warm ze vlak voor het serveren op in de magnetron. Opwarmen in de oven kan ook: afgedekt met aluminiumfolie een kwartiertje op 150°C.
              4. Het broertje van deze pannenkoekjes, drie-in-de-pan met stukjes appel en rum-rozijnen is ook erg lekker. Wanneer ga je die maken?

              Drie-in-de-pan met appel en rum-rozijnen

              maandag 20 maart 2017

              Romig runderstoofpotje met rode wijn

              Jammer, het voorjaar dat de vorige week zo zijn best deed om uit de startblokken te komen heeft het niet gered. De winterkou heeft het zonnetje weer bij zijn lurven gegrepen en cru op zijn nummer gezet: "Terug naar af, jij!"

              Dus moeten we nog even geduld oefenen. Want we weten het zeker natuurlijk: dat voorjaar gaat er hoe dan ook komen!

              Alleen, het afgelopen weekend leek het nog ver weg. Daarom hadden we hier in huis best wel een beetje met onszelf te doen. Ach, laat ik geen blad voor de mond nemen: we hadden ronduit de smoor in! En hoe reageren wij in zo'n geval? Dan trekken we een goede fles rode wijn open en zetten een fikse pan met troostvoedsel op het vuur. Precies, in die volgorde!

              Niet dat we ons gingen bedrinken al voor het eten, hoor. Nee, zo zijn we nu ook weer niet. Die wijn ging door het eten, zodat het nog troostrijker werd! Ik maakte er een lijf en leden verwarmende stoofpot mee. Toen we eenmaal daarvan zaten te smikkelen, waren we de kou buiten snel vergeten. Mmmm!

              En wat kan ik beter doen dan jou te adviseren hetzelfde te doen? Eet smakelijk!


              Recept Romig runderstoofpotje met rode wijn



              Bieflappen in een kruidige rodewijnmarinade


              Romig runderstoofpotje met rode wijn


              Ingrediënten voor een hoofdgerecht voor 4 personen:

              • 800 à 1000 gram bieflappen
              • 2 grote uien, gesnipperd
              • een flinke bos platte peterselie, fijngehakt
              • een flinke bos bladselderij, fijngehakt
              • 1 eetlepel versgehakte tijmblaadjes
              • en klein bosje in ringetjes geknipte bieslook
              • 3 laurierblaadjes
              • 2 teentje knoflook uit de pers
              • zout en versgemalen zwarte peper
              • volle rode wijn (bezuinig niet op de kwaliteit!)
              • boter of margarine
              • een scheutje cognac of vieux
              • 4 ons sjalotjes
              • 2 eetlepels tomatenpuree
              • 250 ml slagroom
              • 1 theelepel poedersuiker

              Bereiding:

              1. Snijd het vlees in reepjes.
              2. Roer een marinade van de volgende ingrediënten: de gesnipperde ui, de helft van de beschikbare peterselie, de bladselderij,  de tijm, de bieslook, de laurierblaadjes, de knoflook, wat zout en peper en een mengsel van water (1/3 deel) en wijn (2/3 deel). Leg het vlees erin. De hoeveelheid vocht moet voldoende zijn, zodat het vlees helemaal onderstaat.
              3. Marineer het vlees minimaal 4 uur. Kun je nog wat extra geduld opbrengen? 24 uur marineren geeft een nog lekkerder resultaat!
              4. Neem de kom met het vlees een dik uur voordat je verdergaat met het gerecht uit de koelkast; zo kan het vlees op kamertemperatuur komen.
              5. Verhit de boter in een braadpan. Schep het vlees uit de marinade en dep het goed droog (bewaar de marinade). Braad de bieflappen stevig aan in de boter. 
              6. Zet om veiligheidsredenen de afzuigkap uit. Flambeer het vlees met de cognac. Schep het vlees uit de pan.
              7. Pel de sjalotjes en fruit ze een paar minuten zachtjes in het resterende braadvet.
              8. Schenk de marinade bij de uitjes en roer er de tomatenpuree doorheen. Verwarm het stoofvocht en voeg vervolgens het vlees weer toe.
              9. Breng de stoofschotel tegen de kook aan en laat het geheel zolang sudderen tot het vlees superzacht en heerlijk mals is.
              10. Maak het gerecht op smaak met de slagroom, de suiker en eventueel nog wat peper en zout (of nog lekkerder: bouillonpoeder). Vlak voor het serveren mag de achtergehouden peterselie erdoorheen.

              Tips:

              1. Deze romige runderstoofpot is heerlijk met spätzle of verse pasta. Gebakken aardappeltjes smaken er ook prima bij.
              2. Wij aten er verder nog haricots verts bij. Gebakken champignons zijn ook een aanrader!
              3. Je kunt dit stoofpotje goed invriezen, mits je de slagroom en de laatste portie peterselie nog niet toevoegt. Maak dus af een toe eens een grotere portie in één keer. Dan hoef je het gerecht de volgende keer alleen maar op te warmen en de room en de kruiden toe te voegen!
              4. Ben je helemaal in de stoofpotjes-mood na het eten van dit gerecht? Dan heb je misschien ook nog interesse in de volgende recepten: huisgemaakte goulash, Limburgs zuurvlees (een stoofpotje op smaak gemaakt met ontbijtkoek), runderstoofpot met oud bruin bier of stifado (een Griekse runderstoofpot)!

              De allerlekkerste gebakken aardappeltjes


                Huisgemaakte goulash


                  Limburgs zuurvlees


                    Runderstoofpotje met oud bruin bier


                      Stifado, kruidige Griekse runderstoofpot met tomaat en zilveruitjes

                      dinsdag 14 maart 2017

                      Stifado, een kruidige Griekse runderstoofpot met tomaat en zilveruitjes


                      Ben jij al bezig met het boeken van je vakantie voor de komende zomer? En wordt het Griekenland?


                      Dan vind je het recept voor deze Griekse runderstoofpot, stifado, vast wel leuk! Zo kom je alvast een beetje in de sfeer, ook al gaat het nog maanden duren voordat je afreist... 😢


                      Ach, de voorpret is toch eigenlijk ook al een klein feestje!

                      Hoe dan ook: deze kruidige stoofpot van botermals rundvlees, veel sappige tomaten en zoete zilveruitjes is helemaal het einde! Ook voor niet Griekenland-gangers!


                      Stifado, een kruidige Griekse stoofpot


                      Welk vlees gebruik je voor Griekse stifado?


                      Je maakt de mediterrane stoofpot bij voorkeur van mooi dooraderde sukadelappen. Ik gebruik zelf het liefste Black Angus-vlees. Dat wordt na het stoven zo lekker zacht; en het blijft sappig! 😋


                      Welke smaakmakers gaan er in stifado?


                      In de Griekse stoofpot gaan onder andere - veel! - zondoorstoofde tomaten, lekker verse kruiden als selderij en platte peterselie en een flinke slok rode wijn.

                      Zijn karakteristieke Griekse smaak dankt het gerecht vooral aan de specerijen die je mee stooft: piment (ook wel 'allspice' genoemd), gemalen komijnzaadjes en kaneel of liever nog cassia (lees voor meer informatie over het verschil tussen kaneel en cassia mijn eerdere blog).


                      Welke uien gebruik je voor Griekse stifado?


                      Er gaan een paar 'gewone' uien in. En daarnaast een heleboel zilveruitjes!

                      Daarmee bedoel ik niet de bekende zoetzure uitjes uit zo'n potje uit de supermarkt. Nee, het gaat om verse zilveruitjes!

                      Hieronder zie je ze op de foto. Het zijn kleine uitjes met zilverwitte schilletjes. Ik weet eigenlijk niet of ze hun naam danken aan deze schilletjes of aan de zilverwitte kleur van de ingemaakte uitjes. Als jij het wel weet, laat dan onder dit blog een berichtje achter. Interessant!

                      In elk geval: probeer ze te krijgen die uitjes! Je zou eventueel ook sjalotjes kunnen gebruiken, maar zilveruitjes zijn geschikter door hun zoetere smaak. Bovendien blijven ze beter heel tijdens het stoven. Mooi! En het oog wil ook wat natuurlijk! Ik moet toegeven: in de supermarkt zul je ze over het algemeen tevergeefs zoeken. Bij de groentejuwelier maak je een grotere kans. En vergeet de markt niet!

                      De uitjes hebben maar één nadeel, helaas. Je moet wat tijd uittrekken voor het schoonmaken... Maar ik verzeker je: het is de moeite waard!


                      Verse zilveruitjes


                      Dus, ga meteen aan de slag met dit overheerlijke recept! Eet smakelijk!

                      En ga je inderdaad naar Griekenland komende zomer? Dan wens ik je vast een hele leuke tijd toe!


                      Recept Stifado, een kruidige Griekse runderstoofpot met tomaat en zilveruitjes


                      Hoe maak je zelf Griekse stifado?


                      Ingrediënten voor een hoofdgerecht voor 4 à 6 personen:

                      • 1200 gram mooi dooraderde sukadelappen (bijv. van het Black Angus-rund)
                      • zout en versgemalen zwarte peper
                      • olijfolie
                      • 2 grote uien
                      • 2 teentjes knoflook, fijngesnipperd
                      • 3 laurierblaadjes
                      • 500 gram verse zilveruitjes
                      • 2 blikken tomatenstukjes
                      • 1,25 dl rode wijn
                      • 2 eetlepels rodewijnazijn
                      • 3 eetlepels versgehakte selderijblaadjes
                      • 1 kaneelstokje (bij voorkeur een cassiastokje; zie mijn eerdere blog over kaneel)
                      • ¼ theelepel gemalen piment
                      • ¼ theelepel gemalen komijn
                      • 1 theelepel gedroogde oregano
                      • 1 theelepel zwarte peperkorrels
                      • ±1 eetlepel poedersuiker (afhankelijk van de zoetheid van de tomatenstukjes uit blik)
                      • 4 rijpe trostomaten
                      • een bosje platte peterselie

                        Bereiding:

                        1. Snijd de sukadelappen in niet te kleine stukken.
                        2. Verhit wat olijfolie in een braadpan met dikke bodem. Braad hierin de vleesblokjes stevig aan. Bestrooi ze met zout en peper en schep ze uit de pan.
                        3. Snipper de uien. Maak de zilveruitjes schoon, maar laat ze heel.
                        4. Fruit de uiensnippers in de resterende olijfolie zachtjes gedurende een minuut of vijf. Voeg dan de knoflook, de laurierblaadjes en de zilveruitjes toe. Fruit de toegevoegde ingrediënten nog even mee.
                        5. Dan mogen alle ingrediënten vanaf de tomatenstukjes tot en met de poedersuiker erbij. Verwarm de saus.
                        6. Schep het gebraden vlees door het stoofvocht. Voeg eventueel een beetje water toe, zodat het vlees helemaal onderstaat.
                        7. Breng het geheel net tegen de kook aan, leg het deksel op de pan en draai het vuur laag. Zet de pan eventueel op een vlamverdeler om ervoor te zorgen dat de inhoud van de pan niet te hard kookt.
                        8. Stoof het vlees in een paar uur heerlijk zacht en gaar; bij lichte druk met een pollepel moet het nog net niet uit elkaar vallen. Ben je niet helemaal zeker, proef dan gewoon! Verwijder na een uur het kaneelstokje. Een beetje kaneelsmaak is lekker, maar té is nooit goed. 😉
                        9. Breng in een andere pan een ruime hoeveelheid water aan de kook. Kruis de tomaten in. Dompel ze gedurende ±20 seconden onder in het kokende water. De velletjes laten dan makkelijk los. Verwijder de pitjes uit de tomaten en snijd het resterende vruchtvlees in blokjes. Voeg deze toe aan de stoofpot.
                        10. Verwarm het gerecht nog even. Proef en voeg naar smaak zout toe. Afhankelijk van de zuurgraad van de tomaten heb je misschien ook nog wat meer suiker nodig.
                        11. Hak de blaadjes van de platte peterselie grof. Schep ze vlak voor het serveren door de stifado.

                        Tips:

                        1. Zilveruitjes zijn niet dezelfde uitjes als sjalotjes. Lees mijn blog hierboven voor meer details over deze heerlijke groente!
                        2. Ik serveer stifado altijd met krokante in de oven geroosterde aardappeltjes (volg mijn recept, maar laat de kummel weg).
                        3. Maak eens in een grote pan een heel grote portie stifado. Vries het gerecht in kleinere diepvriesdoosjes in. Makkelijk op een dag dat je even niet veel tijd hebt!
                        4. Op dit blog vind je nog veel meer Griekse recepten. Allemaal even lekker! Wat dacht je van kruidige Griekse gehaktballetjes, goddelijke gemarineerde feta, een kleurrijke Griekse salade (mét die gemarineerde feta erin!), zelfgemaakte Griekse tomatenrijst, slawraps met verrukkelijk gekruide varkenshaasreepjes of  Griekse paprika's gevuld met kruidenrijst, gehakt en tomaat?

                        Griekse gehaktballetjes


                        Gemarineerde Griekse feta


                        Griekse boerensalade


                        Griekse tomatenrijst


                        Slawraps met gekruide varkenshaasreepjes


                          Griekse paprika's gevuld met kruidenrijst, gehakt en tomaat




                          maandag 13 maart 2017

                          Roombotertulband met echte vanille: hét basisrecept!

                          Deze tulband is gemaakt van de allerlekkerste ingrediënten. Voor minder dan het beste van het beste doen we het niet!


                          Dus als je net zo wilt genieten als wij vorige week deden, gebruik dan 100% roomboter én een echt vanillestokje!


                          Moeilijk is het recept niet: deze cake lukt gegarandeerd!


                          Recept Roombotertulband met echte vanille: hét basisrecept!


                          Mijn allereerste bakrecept!


                          Ik kan het me nog goed herinneren: in de basis is dit recept het eerste bakrecept dat ik ooit helemaal zelf heb gemaakt. Dat was tijdens mijn studententijd in Utrecht.

                          Eerder had ik mijn moeder en mijn zus al eens geholpen met het bakken van een cake. 

                          Ik moet toen een jaar of tien zijn geweest. Mijn (jongere!) zus kon in die tijd al heerlijk bakken en ik wilde weleens een graantje meepikken van haar kunde en kennis. 

                          Makkelijk was het niet om een vinger tussen de deur te krijgen – de keuken was haar terrein! – maar bij de gratie Gods mocht ik een keer een paar ingrediënten toevoegen. 

                          Op een zeker moment werd mij gevraagd “de melk” erbij te schenken en er werd mij een volle fles in de handen gedrukt. 

                          Ik wilde niet te zuinig overkomen en voegde een fikse scheut toe. En dat terwijl enkele tientallen milliliters de bedoeling was geweest. 

                          Je begrijpt het: het beslag werd veel te vochtig. Ik had het helemaal verknald! Daarna werd ik jarenlang alleen maar in de keuken getolereerd voor het doen van de afwas… 😢


                          Bakken in mijn eigen studentenkeukentje


                          Op mijn achttiende begon ik mijn zelfstandige kook- en bakcarrière aldus met een flink minderwaardigheidscomplex. 

                          Maar ik volhardde – misschien wel juist door dat complex – en binnen de kortste keren was ik niet meer weg te slaan uit het piepkleine keukentje in mijn studentenhuis.


                          Het piepkleine keukentje in mijn studentenhuis


                          Een beetje hulp van Sinterklaas


                          Tijdens mijn eerste jaar bracht de Sint een mixer en een paar bakvormen voor me mee uit Spanje. (En een garde. Sint van toen, herinner je je nog je voor mij onvergetelijke gedicht: "Bakken zonder garde, is ook niet te harden"? IJzersterk cadeau trouwens: die garde gaat al jaren mee en is nog steeds onmisbaar!)

                          Er zat ook een stapeltje ‘Tips’ in de zak van Piet. Oeps, nu doe ik wel een boekje open over mijn leeftijd... 😉 Maar goed, de 'Tip' was dus de voorloper van het huidige blad ‘Delicious’. Ik gebruik nog regelmatig elementaire recepten die daar oorspronkelijk vandaan komen!


                          Het basisrecept uit mijn favoriete kooktijdschrift


                          Met de basiscake uit zo'n 'Tip', gebakken met gelijke gewichten roomboter, witte basterdsuiker, eieren en zelfrijzend bakmeel, maakte ik meteen de allereerste keer al goede sier bij mijn huisgenoten. 

                          Toen ging er nog geen echt vanillestokje in (veel te duur!), maar een zakje vanillesuiker. Maar toch: er werd uitgebreid van gesmuld.


                          Roombotertulband volgens oud recept, vers uit de oven!


                          Bakken voor mijn huisgenoten


                          Vanaf dat moment werden mijn activiteiten in de keuken op de voet gevolgd door de andere studenten. 

                          Ons keukentje lag centraal in het huis. Drie van de studentenkamers kwamen er rechtstreeks op uit. Iedereen kon dus precies horen wat ik er aan het bekokstoven was!

                          En daar deed men zijn of haar voordeel mee. 

                          Het geluid van de mixer gevolgd door de piepjes van het instellen van de oven, deed mijn vrienden meteen om het hoekje van hun deur gluren. 

                          En - oh hoe toevallig – als mijn kookwekker eindelijk, eindelijk afliep, moest ieder plotseling voor een klusje in de keuken zijn…


                          Gezellige bijkletsuurtjes met cake


                          Niet dat ik daar bezwaar tegen had. De post-bakuurtjes golden als de gezelligste uit mijn studententijd! 

                          Wat hebben we met zijn allen eindeloos zitten bomen rondom die cakes en de ontelbare potten thee!


                          Roombotertulband met poedersuiker


                          Mijn cake van nu is nauwelijks anders dan die van vroeger!


                          Dankzij al die goede herinneringen bak ik mijn ‘oercake’ dus nog regelmatig. En natuurlijk omdat hij verschrikkelijk lekker is, hoe eenvoudig ook! 

                          Alleen, ja, nu gaat er wel die echte vanille in. Want gelukkig ben ik in de loop der jaren wat kapitaalkrachtiger geworden! 😉

                          De cake is dus alleen maar nóg lekkerder geworden en dat kan nooit kwaad, toch?!


                          Wanneer ga jij hem bakken?



                          De eerste plak roombotertulband met echte vanille


                          Zie je de zwarte spikkeltjes vanille zitten?


                          Zie je de zwarte spikkeltjes vanille zitten?

                          Proeven van mijn roombotertulband met echte vanille!


                          Roombotertulband met echte vanille: hét basisrecept!


                          Ingrediënten:

                          • 175 gram zachte roomboter
                          • 175 gram witte basterdsuiker
                          • een mespuntje zout
                          • 3½  ei, losgeklopt in een kopje
                          • 1 vanillestokje
                          • 175 gram zelfrijzend bakmeel
                          • een beetje boter  en bloem voor het invetten en bestuiven van de tulbandvorm
                          • poedersuiker

                          Bereiding:

                          1. Verwarm de (liefst conventionele) oven voor tot 160°C.
                          2. Vet een tulbandvorm met een inhoud van ±1,3 liter in met wat boter. Bestuif de vorm met bloem (of zelfrijzend bakmeel). Er mag geen plekje onbedekt zijn, want daar kan de cake later blijven plakken.
                          3. Klop de roomboter in een beslagkom samen met de suiker en het zout smeuïg.
                          4. Voeg één voor één de eieren toe en klop elke keer goed totdat de eieren helemaal zijn opgenomen. Klop na het laatste beetje ei nog even door. Het mengsel moet heerlijk luchtig worden!
                          5. Snijd het vanillestokje in de lengterichting open en schraap het merg er met de punt van een keukenmes uit. Klop het merg door het beslag.
                          6. Zeef het zelfrijzend bakmeel boven de kom en schep het door het beslag.
                          7. Doe het beslag over in de tulbandvorm en plaats de cake op een rooster iets onder het midden van de oven. Bak de cake in ongeveer 50 minuten gaar. Prik met een satépen in de tulband om de gaarheid te testen. Er mogen wat kruimeltjes aan de satépen blijven hangen, maar geen vochtig beslag.
                          8. Stort de tulband op een rooster en laat hem afkoelen.
                          9. Zeef vlak vóór het serveren een lekkere hoeveelheid poedersuiker over de tulband.

                          Tips:

                          1. De inhoud van een tulbandvorm kun je meten door er met behulp van een litermaat water in te gieten. Heeft jouw tulbandvorm een grotere inhoud, pas dan de hoeveelheden van de ingrediënten naar rato aan. Het kan zijn dat de baktijd dan ook wat langer is. Goed de gaarheid testen is dus van wezenlijk belang!
                          2. Als je boter rechtstreeks uit de koelkast komt, is hij veel te hard. Leg hem een paar minuten in een op minimaal ingestelde magnetron om hem lekker zacht te maken.
                          3. Ik gebruik altijd grote eieren, maat L.
                          4. Zorg ervoor dat je eieren op kamertemperatuur zijn voordat ze door het beslag gaan. Je kunt koude eieren versneld op kamertemperatuur brengen door ze in lauw tot warm (niet heet) water te leggen.
                          5. Zelfgebakken tulband is altijd veel lekkerder dan de cakes uit de supermarkt! Waarom probeer je niet nog een van mijn recepten uit? Bijvoorbeeld de frisse citroen-amandeltulband, de sappige maanzaadtulband met citroen en sinaasappel of de verrukkelijke walnotentulband!

                          Citroen-amandeltulband


                            Maanzaadtulband met citroen en sinaasappel


                              Walnotentulband


                                Op=op!


                                woensdag 8 maart 2017

                                Gehaktballetjes in biersaus met Maestrichter stroop

                                Balletjes van heerlijk rul en kruidig gehakt, opgediend in een lichtzoete uiensaus op basis van Limburgs oud bruin bier en Maestrichter stroop... 


                                Wie wil zich daar nu niet te goed aan doen?


                                Bij mij thuis staan ze in elk geval regelmatig op tafel. Smullen!



                                Recept Gehaktballetjes in biersaus met Maestrichter stroop


                                Genieten in een museumcafé


                                Nederland kent talrijke musea. En die bezoeken we graag, mijn man en ik. Ze bezorgen ons steeds opnieuw weer een leuk dagje uit! En je steekt er altijd wel wat van op; ook niet onbelangrijk, toch? 😉

                                Lekker ronddwalen in zalen vol met prachtige objecten en je inleven in de interessante verhalen die er onlosmakelijk mee verbonden zijn. Kennismaken met nieuwe culturen, een duik nemen in de vaderlandse geschiedenis, meer te weten komen over ambachten, je verbazen over de creativiteit van kunstenaars. In elk museum gaat er weer een andere wereld voor je open!

                                Tijdens onze bezoekjes maken we graag een tussenstop in het museumcafé. Een lekkere kop cappuccino (mét gebak natuurlijk; je kent ons inmiddels...) of een lichte lunch gaan er altijd wel in!

                                Soms worden we weleens teleurgesteld als we op zoek gaan naar zo'n café. Niet elk museum beschikt erover helaas. In andere lijkt het café wel een ondergeschoven kindje waar geen zorg aan wordt besteed: om museumcafés met de sfeer van een bedrijfskantine lopen we met een grote boog heen...


                                De juweeltjes onder de museumcafés


                                Maar er bestaan ook echte pareltjes op dat gebied! Even een greep uit de museumcafés, die wij bijzonder vonden.

                                Velen kennen wel de prachtige entourage van het café in het Rijksmuseum. Vanaf de tussenverdieping midden in het grote atrium krijg je een optimale indruk van het overweldigende gebouw! Genietend van een lekker hapje en drankje verveel je je nooit. Er is zo veel te zien!

                                En heb je al eens koffie gedronken in het Singer in Laren? In dat café voel je je meteen thuis: alsof je in een huiskamer zit!

                                Laatst bezochten we het Louwman Museum in Den Haag. Het café bevindt zich op het zogenaamde Museumplein, een echt plein (maar dan wel binnen en dus lekker warm!) met eromheen allemaal authentieke oude geveltjes en winkeltjes met antieke inrichtingen. Een aanrader!


                                Grand Café Museum aan het Vrijthof


                                Maar vandaag wil ik vooral een lans breken voor het Grand Café van het Museum aan het Vrijthof in Maastricht. 

                                Het Grand Café van dit knusse museum is gehuisvest in een historisch pand, het Spaans Gouvernement, dat nog stamt uit de 16e eeuw. 

                                Een niet onbelangrijke gast verbleef hier in die tijd: de Spaanse koning Karel V! Vandaar dus de naam van het gebouw.

                                Het café bevindt zich deels in het atrium van het museum en deels op de benedenverdieping van het Gouvernement. Vooral daar is het supergezellig en je hebt er een prachtig uitzicht op een van de mooiste pleinen van Nederland, het Vrijthof!


                                Luikse balletjes!


                                Op de kaart vind je Limburgse klassiekers als vlaai, miserabletaart, een videeke (kippenpasteitje) en, mijn persoonlijke favoriet, verrukkelijke Luikse gehaktballetjes in een zoete bruinbier- en uiensaus! Ik zou zeggen: “Ga naar Maastricht en proef die balletjes!”

                                Of… maak ze zelf! Na een paar keer uitproberen vogelde ik een recept uit voor het gerecht, dat minstens zo lekker is als het origineel! En natuurlijk deel ik dat met jullie!

                                Voor alle duidelijkheid: voor de stroop en de Limburgse mosterd uit het recept hoef je niet af te reizen naar het zuiden. Die koop je gewoon in je buurtsuper! Oud bruin bier is verkrijgbaar bij de betere slijter.


                                Eet smakelijk!



                                Maestrichter stroop



                                Limburgse mosterd



                                Brand Oud bruin bier


                                Gehaktballetjes in biersaus met Maestrichter stroop


                                Ingrediënten voor een hoofdgerecht voor 4 personen:


                                Voor de gehaktballetjes:

                                • 600 gram rundergehakt
                                • 6 sneetjes wit casinobrood zonder korstjes
                                • ±3 dl volle melk
                                • 4 sjalotjes
                                • plantaardige margarine
                                • 1 ei
                                • 1 theelepel gedroogde tijm
                                • 2 eetlepels fijngehakte bladselderij
                                • 2 theelepels Limburgse mosterd
                                • zout
                                • versgemalen zwarte peper
                                • een handje bloem om de balletjes doorheen te rollen


                                Voor de biersaus:

                                • 4 uien
                                • een snufje zout
                                • plantaardige margarine
                                • 1 theelepel gedroogde tijm
                                • 3 eetlepels fijngehakte bladselderij
                                • 1 laurierblaadje
                                • 4 kruidnagels
                                • ±8 gekneusde jeneverbessen
                                • 1 flesje Limburgs oud bruin bier (bijvoorbeeld van Brand; maar Heineken oud bruin is ook goed als je geen Limburgs bier kunt vinden)
                                • 2 theelepels Limburgse mosterd
                                • 6 eetlepels appelciderazijn
                                • 8 afgestreken eetlepels Maestrichter fruitstroop
                                • bouillonpoeder naar smaak
                                • versgemalen zwarte peper
                                • eventueel een beetje water
                                • eventueel enkele eetlepels zeer fijn paneermeel


                                Bereiding:

                                1. Laat het brood weken in een kommetje met melk.
                                2. Snipper de sjalotjes. Fruit de uitjes zachtjes in wat margarine totdat ze glazig zien. Schep de uitjes uit de pan en laat ze even afkoelen.
                                3. Snipper ondertussen de uien voor de saus. Fruit de uien in een grote braadpan totdat ze goudgeel zijn. Voeg tijdens het fruiten een klein beetje zout toe.
                                4. Vermeng ondertussen alle ingrediënten voor de balletjes: het gehakt, de afgekoelde sjalotjes, het ei, de tijm, de bladselderij, de mosterd, het (goed uitgeknepen) wittebrood en wat zout en peper. Vorm een klein hamburgertje van het gehakt en bak dit even gaar in wat margarine. Proef en voeg eventueel nog wat zout en/of peper toe. Rol 16 gehaktballetjes van het gehakt. Strooi een handje bloem op het werkvlak en rol de balletjes door de bloem.
                                5. Braad de gehaktballetjes stevig aan in wat hete margarine. Draai ze regelmatig om.
                                6. Voeg ondertussen alle sausingrediënten vanaf de tijm tot en met de peper toe aan de gefruite uien. Breng de saus aan de kook en vermeng alle ingrediënten goed.
                                7. Leg de aangebraden gehaktballetjes in de saus. Leg het deksel op de pan en draai het vuur laag. Laat de balletjes 20 minuten garen in de saus. Draai ze af en toe om.
                                8. Proef de saus en voeg eventueel nog wat bouillonpoeder of een van de andere ingrediënten of een beetje water toe. Vind je de saus te dun? Roer er dan enkele eetlepels paneermeel doorheen. Laat het paneermeel even ‘weken’ in de saus voor het mooiste resultaat.
                                9. Serveer de gehaktballetjes in de saus.


                                Tips:

                                1. Binden met paneermeel geeft een mooie structuur aan een niet-gladde saus; het paneermeel maakt de saus alleen maar dikker en niet lichter van kleur of maïzena-achtig.
                                2. Dit gerecht kun je ruim voor de maaltijd al helemaal bereiden als je dat beter uitkomt. Laat het afkoelen en plaats het afgedekt in de koelkast. Verwarm de balletjes in de saus op middelhoog vuur op het fornuis. Voeg eventueel een beetje water toe.
                                3. Serveer de gehaktballetjes met verse frietjes of ouderwetse gebakken aardappeltjes. Heerlijk!
                                4. Maak ook eens balletjes van een kleinere maat en serveer ze met wat saus in kleine kommetjes of glaasjes als hapje. Daar gooi je hoge ogen mee!
                                5. In Limburg wordt erg lekker gekookt zoals je kunt proeven! Wil je nog meer Limburgse recepten? Wat dacht je van een romige Limburgse mosterdsoep met krokante spekjes, Limburgse riefkeukskes (aardappelpannenkoekjes), authentiek zoervleis (stoofpot met ontbijtkoek), Limburgse koude schotel (een soort huzarensalade) of een verrukkelijke appel-kruimelvlaai?!


                                Romige Limburgse mosterdsoep met spekjes


                                  Limburgse riefkuikskes, aardappelpannenkoekjes


                                    Authentiek Limburgs zoervleis, een stoofpot met ontbijtkoek


                                      Limburgse koude schotel


                                        Limburgse appel-kruimelvlaai