Dit recept voor wentelteefjes had ik, compleet met foto's, midden in de zomer
al klaar staan om te posten. Maar ja, wentelteefjes, die maak je met veel
eieren. En toen diende zich uit het niets opeens een heuse eiercrisis aan...
Je begrijpt het: die post moest ik even uitstellen.
Inmiddels liggen de winkels weer vol met, naar we mogen hopen, gezonde eieren.
Dus bakken die wentelteefjes!
Als je er net als ik briochebrood voor gebruikt, worden ze superluchtig en
licht. Wat vers fruit en een bolletje roomijs erbij en smullen!
Wat denk je trouwens: gaat 'eiercrisis' dit jaar het woord van het jaar
worden? Of misschien 'fipronil-affaire'? Of gaan we straks in december voor
een wat vrolijker woord?
Waarom heten wentelteefjes 'wentelteefjes'?
Nu we het toch over woorden hebben, wat vind je van het woord 'wentelteefje' en
dan met name van het laatste deel van dat woord?
Waar het wentelen vandaan komt, lijkt voor de hand te liggen: je draait de
sneetjes brood om terwijl je ze in ei doopt en bakt.
Maar dat 'teefje' klinkt toch beslist curieus... Heeft dat wellicht iets met
een hond te maken?
Ik ben eens wat gaan zoeken in etymologische (woorden)boeken en kwam diverse
theorieën tegen. Welke waar is, wie zal het zeggen?
In elk geval komt die hond echt in beeld. In Dordrecht was in de 19e eeuw het
woord 'draaireuen' in zwang; ook een hond dus, maar dan anders. En de Friezen
hadden het vroeger over 'gebraden hondsvotjes'.
En wat dacht je van de theorie, die beweert dat 'wentelteefjes' komt van de
opdracht 'wentel 't even(tjes)'?
Het meest plausibel klinkt (wat mij betreft) de verklaring die zegt dat een
'teef' in vroeger tijden een soort gebak was. Men kende ook de zogenaamde
'appelteef'. Ik heb alleen nergens kunnen achterhalen om wat voor soort gebak
het ging, helaas.
Verloren of gewonnen brood
Overigens worden wentelteefjes ook wel 'verloren' of 'gewonnen' brood
genoemd.
In Frankrijk spreken ze nog steeds van 'pain perdu'.
Het 'winnen' van het brood zou gaan over het weer bruikbaar maken van oud,
maar nog niet beschimmeld, brood. Er zijn mensen die ervan uitgaan dat het
woorddeel 'wentel' niets te maken heeft met draaien, maar dat het is afgeleid
van 'wenden' of 'winnen'.
Wentelteefjes van luxe briochebrood
Zelf maak ik mijn wentelteefjes regelmatig van wat ouder, een beetje
uitgedroogd brood. Zo gauw je de sneetjes in een mengsel van losgeklopt ei en
melk legt, zuigen ze zich helemaal vol. Van de droge smaak is niets meer te
proeven!
Dat neemt niet weg dat je ook gewoon vers brood kunt gebruiken.
Als ik mijn gezin extra wil verwennen, koop ik zelfs speciaal luxe
briochebrood voor mijn wentelteefjes.
Dat snijd ik in heel dikke plakken (minimaal 2,5 à 3 cm dik), voordat ik het
door een gezoet ei-melkmengsel haal en krokant bak in de koekenpan.
Tijdens het bakken gaart het ei. Daardoor gaan de toch al luchtige
brioche-wentelteefjes prachtig souffleren. Ze blijven nog even mooi hoog als
ik ze serveer op warme borden, maar na verloop van tijd zakken ze toch
onherroepelijk in. Zo gaat dat nou eenmaal met gesouffleerd ei. De smaak lijdt
daar overigens niet onder.
Wentelteefjes met citroen- of kaneelsuiker
Als er iets te vieren is, serveer ik mijn brioche-wentelteefjes als feestelijk
ontbijt of als lunch. Met alleen maar een beetje suiker.
Of nog lekkerder: met citroensuiker (witte basterdsuiker vermengd met geraspte
citroenschil) of kaneelsuiker; in het laatste geval gaat er geen citroenrasp
door het ei-melkmengsel.
Wentelteefjes als spectaculair dessert
Wentelteefjes van briochebrood zijn helemaal spectaculair als dessert.
De combinatie van de warme sneetjes brood met koud romig ijs en fris rood
fruit vind ik absoluut geweldig.
Dit dessert kan wat mij betreft het hele jaar. In de zomer is het rode fruit
op zijn best. Maar tegenwoordig kun je het ook in de winter overal
kopen.
Zelfs met kerst of Pasen zal iedereen blij verrast zijn als je je diner met
deze verrukkelijke wentelteefjes met rood fruit en roomijs afsluit!
Hoe maak je wentelteefjes van briochebrood met rood fruit en roomijs?
Ingrediënten voor een dessert voor 4 personen:
Voor de wentelteefjes:
- 4 dikke sneetjes brioche (minimaal 2,5 à 3 cm dik)
- 3 eieren (maat L)
- 4 dl volle melk
- 50 gram witte basterdsuiker
- de rasp van ½ citroen
- een snufje zout
- roomboter of vloeibare margarine
Voor de citroensuiker:
- de rasp van ±½ citroen
- witte basterdsuiker naar smaak
Voor het garnituur:
-
4 bolletjes vanilleroomijs (kant-en-klaar of zelfgemaakt; recept
maanzaadijs
zonder maanzaad uit een eerdere blog)
-
400 gram rood fruit (ik gebruikte kleine aardbeien, frambozen, bramen en
blauwe bessen)
-
enkele takjes munt
Bereiding:
-
Klop in een kom de eieren samen met de melk, de basterdsuiker, de geraspte
citroenschil en het zout tot een egale massa.
- Snijd de sneetjes brioche een keer door.
-
Leg ze in de eiermassa en geef ze de kans zich vol te zuigen met
vloeistof.
- Verhit ondertussen een beetje boter in een grote koekenpan.
-
Breng de sneetjes brood voorzichtig over naar de pan en bak ze op
middelhoog vuur aan beide kanten goudbruin. Draai het vuur lager zo gauw
ze bruin zijn. Laat de sneetjes nog enkele minuten in de pan liggen. De
wentelteefjes zijn klaar als ze mooi gesouffleerd zijn. Ze zakken
overigens wel weer een beetje in als ze afkoelen, maar dat maakt ze niet
minder lekker.
-
Vermeng tijdens het bakken in een schaaltje wat basterdsuiker met geraspte
citroenschil. Pas de hoeveelheid citroenschil aan aan je eigen smaak.
-
Leg op elk bord 2 wentelteefjes. Bestrooi ze met een lepeltje
citroensuiker. Verdeel het fruit over de borden. Schep er een bolletje
vanilleroomijs naast. Garneer met de munt.
Tips:
-
Je kunt het fruit al schoonmaken ruim voor de maaltijd. Bak de
wentelteefjes wel pas vlak voor het serveren.
-
Zet een restje citroensuiker in een schaaltje op tafel. Dan kunnen de
echte zoetekauwen nog een beetje extra nemen.
- En dan heb ik nog een extra tip, die ik pas veel later heb toegevoegd aan dit recept. Hij is eigenlijk het gevolg van een foutje. Laatst bedacht ik halverwege het bakken van mijn wentelteefjes - het ei was al een beetje aan het garen - dat ik vergeten was de suiker toe te voegen aan het eiermengsel. Nu is briochebrood al een beetje zoet van zichzelf, maar ik vond een beetje extra suiker toch noodzakelijk. Dus strooide ik wat poedersuiker over de al een beetje gebakken bovenkant van de wentelteefjes. Niet te veel, in totaal maar een paar theelepeltjes. Daarna draaide ik ze om in de pan en bakte de suiker een beetje aan. Wel met beleid, niet op te hoog vuur, want suiker verbrandt snel! Met de andere kant van de wentelteefjes deed ik hetzelfde. Zo ontstonden er dunne, een klein beetje gekaramelliseerde korstjes aan de boven- en onderkant van mijn sneetjes. En dat bleek me toch lekker! De wentelteefjes waren smeuïg aan de binnenkant, zoals ze altijd zijn, maar de korstjes waren nóg krokanter en smaakvoller dan anders! Een aanrader: probeer het maar eens uit! Je hebt wel nog steeds de citroensuiker nodig voor het bestrooien achteraf.