maandag 20 oktober 2025

Pasteitjes gevuld met malse varkenshaasreepjes en kleurrijke groenten in een romige marsalasaus


Bij een feest horen feestelijke gerechten, toch? Dus bij de kerst ook! Ik ken wel mensen die graag boerenkoolstamppot eten tijdens het kerstdiner, maar ik kan veilig stellen dat die groep behoort tot een heel kleine minderheid.
😉

Een ideale manier om gerechten een feestelijke touch te geven, is door er wat alcohol aan toe te voegen. Een scheutje wijn, bier of gedistilleerd door een soep, een saus, stoofvlees, een dessert of gebak tilt dat gerecht gegarandeerd naar een hoger niveau. Althans, dat vinden wij hier in huis. 

Vandaag geef ik je - alvast - een recept voor een typisch kerstgerecht: pasteitjes. Krokante bladerdeegbakjes, die ik deze keer vul met malse varkenshaasreepjes en kleurrijke groenten; in een romige saus.

Een saus mét alcohol dus! 

Meer specifiek: er gaat marsala doorheen! 

Die marsala heeft niet alleen als doel de feestvreugde te verhogen; hij is absoluut onmisbaar om de roomsaus zijn karakteristieke smaak te geven.

Voor een lunch- of brunchgerecht voor 8 personen heb je maar liefst 3 deciliter marsala nodig. Bijna een halve fles dus. Ach, waarom zouden we niet royaal zijn tijdens de feestdagen?!

Heb je nooit eerder met marsala gekookt? Marsala is een - met extra alcohol - versterkte wijn; net zoals sherry en port dat zijn. Hij heeft een alcoholpercentage van 17%. Marsala wordt vaak gebruikt voor het maken van desserts als tiramisu en zabaglione. Waarschijnlijk herken je de lichtzoete smaak van de wijn van deze gerechten. 

Marsala komt uit Italië. Uit Sicilië om precies te zijn. De drank is vernoemd naar de stad Marsala, die zich bevindt op het meest westelijke puntje van het eiland. 
  

Ik begrijp het goed als je vindt dat het eigenlijk nog een beetje vroeg in het jaar is om nu al bezig te zijn met het plannen van je kerstmenu. Maar echte kerstliefhebbers zullen blij zijn met mijn nieuwe recept. 


En voor alle anderen: wat let je om deze pasteitjes nu al een keertje voor te proeven?! 


Dan weet je in elk geval zeker dat ze over twee maanden niet mogen ontbreken bij je kerstbrunch!


Recept: zo maak je zelf pasteitjes gevuld met malse varkenshaasreepjes en kleurrijke groenten in een romige marsalasaus



Pasteitjes gevuld met malse varkenshaasreepjes en kleurrijke groenten in een romige marsalasaus 


Ingrediënten voor 8 stuks:

  • 6 ons varkenshaas
  • 3 eetlepels olijfolie
  • 2 eetlepels vloeibaar bak- en braadproduct
  • zout en versgemalen zwarte peper
  • 5 snackpaprikaatjes in verschillende kleuren
  • 4 sjalotjes
  • 150 gram erwtjes (vers of diepvries; liever niet uit blik of pot)
  • water voor het koken van de erwtjes
  • 150 gram gare maïskorrels (uit blik of pot is prima)
  • 3 dl water
  • 3 dl marsala
  • 2,5 dl slagroom (ongeklopt en ongezoet)
  • 1 vleesbouillonblokje
  • 6 eetlepels bloem
  • 1 à 2 theelepels worcestersaus
  • 3 theelepels poedersuiker
  • eventueel nog wat kruidenbouillonpoeder of zout
  • 8 pasteibakjes (kant-en-klaar)
  • een bosje platte peterselie

    Bereiding:

    1. Snijd de varkenshaas in dunne reepjes of kleine blokjes. Verhit de olijfolie en het bak- en braadproduct in een hete hapjespan met anti-aanbaklaag. Bak hierin het vlees onder af en toe omscheppen stevig aan zodat het mooi bruin wordt. Omdat je varkenshaasreepjes klein zijn, zijn ze dan ook al meteen gaar. Bestrooi het vlees met wat zout en versgemalen zwarte peper naar smaak. Schep het vlees met een schuimspaan uit de pan, zodat de vetten in de pan achterblijven.
    2. Snijd de snackpaprikaatjes in kleine stukjes. Bak deze 2 minuten in de pan. Schep ze daarna uit de pan.
    3. Snipper de sjalotjes. Fruit de uitjes zachtjes totdat ze glazig zien. Dat duurt een minuut of vijf. 
    4. Kook in een andere pan de erwtjes beetgaar in een beetje water met zout. Giet de erwtjes af en voeg ze toe aan de paprikastukjes.
    5. Verwarm in de lege erwtjespan een mengsel van 3 dl water, 3 dl marsala, 2,5 dl room en het bouillonblokje. Het geheel moet warm worden, maar het hoeft niet te koken.
    6. Inmiddels zijn de sjalotjes mooi gefruit. Voeg de varkenshaasreepjes eraan toe. Strooi de bloem over het gerecht en roer goed.
    7. Schenk vervolgens het marsalamengsel bij het vlees. Verwarm het geheel en roer nog eens goed. De saus gaat dan mooi binden. Voeg eventueel wat extra water toe als je de saus nog wat te dik vindt. 
    8. Roer de erwtjes, de maïs en de gebakken paprikastukjes door de roomsaus.
    9. Maak je gerecht stevig op smaak met de worcestersaus, de poedersuiker en flink wat zwarte peper. Proef goed en voeg eventueel nog wat kruidenbouillonpoeder of zout toe. 
    10. Verwarm de pasteibakjes volgens de gebruiksaanwijzing op de verpakking.
    11. Hak ondertussen de peterselie. Roer vlak voor het serveren het overgrote deel van de gehakte peterselie door je varkenshaasgerecht.
    12. Zet op elk bord een pasteibakje. Vul de pasteitjes met de varkenshaas in roomsaus en schep er nog een gulle hoeveelheid vulling naast. Garneer je gerechten met de resterende peterselie. 

    Tips:

    1. Ben je fan van dit recept en wil je er graag mee variëren? Vervang de varkenshaas dan eens door reepjes kipfilet, kalkoenfilet of kalfsvlees. 
    2. Veel lezers van dit recept zullen druk bezig zijn met het plannen van hun gerechten voor de kerst en dan met name van hun kerstbrunch. Voor al deze planners heb ik een extra tip: op mijn blog staan nog heel veel andere recepten voor een feestelijke brunch! Ik verzamelde al deze recepten vorig jaar in twee uitgebreide blogs (meer dan 30 recepten, met onder andere nog meer ideeën voor pasteitjes). Klik op het rode linkje en ga er snel heen! 

    15 Verrukkelijke ontbijtrecepten! Kies maar uit!

    En nog eens 15 fantastische ontbijtrecepten! Ideaal voor het weekend!

    Recept: zo maak je zelf klassieke kerstboompasteitjes met kippenragout!

    Recept: kerstpasteitjes met een Spaanse twist. Met chorizo, olijven en een romige saus!


    zondag 5 oktober 2025

    Appelmuffins met pecannoten en Ceylonkaneel


    Afgelopen zomer was het opeens een item in het NOS-journaal: de appeloogst zou uitzonderlijk overvloedig worden dit jaar.

    Nou, dat hebben we geweten! 

    We hebben maar twee appelboompjes in onze kleine stadstuin. Maar de oogst die daar in september vanaf kwam: de takken van de arme boompjes bogen helemaal door. Sommige zelfs tot op de grond. 

    We plukten schalen vol met appels. Kilo's en kilo's!

    Wat volgde was beslist geen straf: we moesten ze allemaal opeten! De eerste appels aten we gewoon uit de hand. Maar toen waren er nog een heleboel over. 

    Dus stopten we onze appels overal in. 

    In onze ontbijtpannenkoekjes, in de appelcompote, in de appeltaart, in de Limburgse kauw sjotel (huzarensalade), in onze fameuze apple crumbles met blauwe bessen, in de appel-kruimelvlaai, in de briochepudding...


    En dus in de muffins van het recept van vandaag! Daarin combineerden we onze appels - van de rassen jonagold en elstar - met krokante pecannoten en aromatische Ceylonkaneel. Verrukkelijk! 


    Wil jij deze muffins zelf ook maken? Scrol dan snel door naar het recept! Veel plezier ermee!


    Recept: zo bak je makkelijk en snel appelmuffins met pecannoten en Ceylonkaneel



    Zó bak je makkelijk en snel appelmuffins met pecannoten en Ceylonkaneel


    Ingrediënten voor 12 à 15 muffins:

    Droge ingrediënten:

    • 180 gram bloem (bij voorkeur Zeeuwse bloem of patisseriebloem)
    • 70 gram volkorenmeel
    • 14 gram bakpoeder 
    • 1,5 theelepel kaneel (als je hem hebt is Ceylonkaneel het allerlekkerst; lees mijn blog hierover)
    • ½ theelepel zout
    • 150 gram witte basterdsuiker
    • 60 gram pecannoten

    Natte ingrediënten:

    • 50 gram roomboter
    • 50 gram zonnebloemolie
    • 1 ei (L)
    • 150 ml volle melk
    • 2 niet te kleine jonagold appels 

    Voor de garnering:

    • 40 gram pecannoten
    • 60 gram bruine basterdsuiker 

    Extra:

    • kartonnen of papieren muffinvormpjes

    Bereiding:

    1. Verwarm de oven (bij voorkeur op de stand met boven- en onderwarmte) voor tot 190°C.
    2. Zeef de bloem samen met het bakpoeder boven een grote kom. 
    3. Hak 100 gram pecannoten grof. Vermeng 40 gram van de noten met de bruine basterdsuiker. Die ga je later gebruiken voor de garnering van je muffins. Voeg de rest van de noten toe aan de bloem samen met alle andere droge ingrediënten.
    4. Smelt de boter in de magnetron of in een pannetje. Zorg ervoor dat de boter niet te heet wordt.
    5. Schil de appels en verwijder de klokhuizen. Snipper de appels in kleine stukjes.
    6. Vermeng in een kom de gesmolten boter, de olie en het ei. Klop het mengsel even met de garde. Klop er vervolgens de melk doorheen. Roer ook de appelsnippers door de natte ingrediënten.
    7. Voeg alle natte bestanddelen in één keer toe aan de droge. Roer het geheel even goed. Stop meteen met mengen op het moment dat je geen droge bloem meer ziet. Als je je beslag te lang mengt, krijgen je muffins een minder luchtige structuur.
    8. Zet de muffinvormpjes klaar. Grote kartonnen muffinvormpjes kun je gewoon op het ovenrooster zetten. Kleinere vormpjes van dunner materiaal kun je het beste in de holtes van een of meer metalen muffinbakvormen zetten. 
    9. Schep het beslag in de vormpjes. Vul de bakjes voor niet meer dan 2/3. De hoeveelheid muffins die je maakt is afhankelijk van de maat van je muffinvormpjes. Strijk het beslag aan de bovenkant een beetje gladder met de bolle kant van een theelepel.
    10. Bestrooi de muffins met een lekker laagje van het achtergehouden mengsel van de bruine suiker en de noten.
    11. Bak de muffins in het midden van de oven in ±26 minuten goudbruin en gaar. Tijdens het bakken gaan ze mooi rijzen en worden ze lekker licht en luchtig. De suiker op de bovenkant gaat een beetje karamelliseren: heerlijk! Prik na 26 minuten voor alle zekerheid even met een prikker in een paar muffins om te testen of ze gaar zijn. Er mogen een paar kruimeltjes aan de prikker blijven hangen, maar het deeg mag niet meer kleverig nat zijn.
    12. Zet de muffins in hun vormpjes op een bakrooster om ze te laten afkoelen.

    Tips:

    1. Je muffins zijn het allerlekkerst op de dag dat je ze bakt. Maar je kunt ze ook makkelijk een of twee dagen bewaren. 
    2. Wij eten onze muffins meestal met een grote mok thee erbij. Ze slaan zelfs geen slecht figuur bij een echte high tea! Of bij een picknick
    3. Nog even een paar linkjes naar de andere gerechten die we dit najaar maakten en nog gaan maken met alle appels uit onze tuin: 

    Recept: het ideale ontbijt. Appelpannenkoekjes!

    Recept: warme briochepudding met appel. Een hartverwarmend dessert!

    Recept: bak zelf de lekkerste appel-kruimelvlaai! Met gekaramelliseerde appeltjes!

    Recept: maak nu zelf huzarensalade op Limburgse wijze, kauw sjotel!

    Recept: onze favoriete apple crumble! Met blauwe bessen!

    Recept: als je deze appelcompote eenmaal geproefd hebt, koop je nooit meer zo'n potje uit de supermarkt!

    Recept: de kleinste en lekkerste appeltaartjes van Nederland!