Pagina's

maandag 13 november 2023

Deze verse Mexicaanse tomatensoep met stoofvlees smaakt fantastisch met... oliebollen: dé soep voor oudejaarsavond!


Soeprecepten. Je kunt er nooit te veel van hebben. Dus bedenken wij ze hier in huis aan de lopende band. 


Het laatste recept bleek wel erg lekker: dat voor een pittige, verse tomatensoep met een Mexicaans tintje. Een hartverwarmende soep met heerlijke kruiden en specerijen en lekker veel vulling. Van kleine stukjes botermals stoofvlees, krokante maïskorrels, zachte blokjes aardappel en reepjes pikante jalapeñopeper en zoete rode paprika! 

We doopten onze soep 'oliebollensoep'! 


😕❓ Ja, ik hoor je nu denken: vanwaar die vreemde naam?

Nou, dat is niet omdat we die soep maken ván oliebollen. Maar omdat we hem serveren mét oliebollen!

Hartige oliebollen wel te verstaan. Naturel oliebollen zonder rozijnen en suiker. 

De combi van de gepeperde, kruidige soep en het luchtige, gefrituurde gebak is fantastisch! Geloof me! 

Je kunt naturel oliebollen in deze tijd van het jaar kopen bij vrijwel elke oliebollenkraam. 

Of (en dat is nóg lekkerder): bak je hartige oliebollen zelf! Ga snel naar mijn oliebollenrecept en volg de instructies in de derde tip onder het recept. 

Maak maar meteen een flinke stapel. Want als je onze Mexicaanse tomatensoep net zoals wij dat doen als maaltijdsoep eet, dan wil je daar per persoon minstens twee oliebollen bij opsnoepen!

Tip: je hoeft niet te wachten tot oudejaarsavond voordat je deze oliebollensoep op tafel zet! Wat ons betreft smaakt hij elke dag van het jaar erg lekker! 


Recept: deze verse Mexicaanse tomatensoep met stoofvlees smaakt fantastisch met... oliebollen, dé soep voor oudejaarsavond!



Zó maak je zelf de lekkerste Mexicaanse tomatensoep met stoofvlees, maïs, paprika en blokjes aardappel!


Ingrediënten voor een maaltijdsoep voor 4 à 5 personen:

Voor de soep:

  • 2 uien
  • 2 eetlepels olijfolie
  • 400 gram sukadelappen of magere runderlappen
  • 1 teentje knoflook uit de pers
  • 1 theelepel gemalen komijn
  • 1,5 theelepel gedroogde oregano
  • 1 theelepel chilipoeder
  • 1,5 theelepel mild paprikapoeder
  • 1/2 theelepel pimentón (Spaans gerookt paprikapoeder)
  • ±3 eetlepels bruine basterdsuiker
  • 1 klein blikje tomatenpuree
  • ±1 liter heet water
  • 4 dl runderfond
  • 1 blik tomatenblokjes
  • 3 à 4 rundvleesbouillonblokjes (de hoeveelheid hangt af van de concentratie van de runderfond)
  • 500 gram vastkokende aardappels
  • 5 trostomaten
  • 1 rode paprika
  • 1 groene jalapeñopeper
  • 1 blik maïs (uitlekgewicht 285 gram)
  • een paar takjes koriander
  • een flinke scheut extra vergine olijfolie
  • eventueel nog wat zout

Erbij:


Bereiding:

  1. Snipper de uien grof. Verhit de olijfolie in een grote soeppan en fruit hierin de uien totdat ze glazig zien en lichtgeel van kleur zijn. Dat duurt ongeveer 10 minuten.
  2. Snijd ondertussen het vlees in heel kleine dobbelsteentjes of reepjes.
  3. Voeg het vlees en alle ingrediënten vanaf de knoflook tot en met de tomatenpuree toe aan de uien. Draai het vuur daarbij iets hoger. Schep alles goed om totdat de stukjes vlees aan de buitenkant beginnen te garen. Het vlees en de specerijen moeten goed heet worden, maar ze mogen niet aanbakken; zo voorkom je dat de specerijen bitter gaan smaken.      
  4. Daarna mag het hete water bij je gerecht. Breng het geheel aan de kook en voeg ook de runderfond, de tomatenblokjes en de bouillonblokjes toe. Breng de soep opnieuw aan de kook.
  5. Laat de soep zo lange tijd (minimaal enkele uren!) - zachtjes - sudderen totdat de vleesblokjes botermals zijn, maar nog niet uit elkaar vallen.
  6. Schil de aardappels en snijd ze in kleine dobbelsteentjes. Voeg de aardappels toe aan de soep en kook ze in ±15 minuten beetgaar. 
  7. Kruis ondertussen de tomaten in en dompel ze ±20 seconden onder in kokend water. Dan laten de velletjes makkelijk los. Ontpit de tomaten en snijd het resterende vruchtvlees in blokjes.
  8. Snijd de rode paprika in reepjes of blokjes.
  9. Snijd de groene jalapeñopeper in dunne reepjes. Verwijder daarbij de pitjes en de zaadlijsten.
  10. Voeg, als de aardappels gaar zijn, de verse tomatenblokjes, de paprikareepjes, de maïs en de jalapeñoreepjes toe aan de soep. Verwarm de soep nog even.
  11. Snipper een paar takjes koriander fijn. Maak de soep af met de koriander, een flinke scheut extra vergine olijfolie en eventueel nog wat water en/of zout. 
  12. Schep je oliebollensoep in 4 of 5 flinke soepkommen. Zet naast elke kom een bordje met minimaal 2 oliebollen. Genieten! 

Tips:

  1. Je Mexicaanse tomatensoep is het allerlekkerst als hij na het bereiden een uurtje heeft gestaan. Alle smaken van de kruiden en de specerijen trekken in die tijd in de aardappelblokjes. Mmmm! Je kunt de soep makkelijk opwarmen op het fornuis. Voeg eventueel nog een beetje extra water toe. 
  2. Wil je je soep een dag voor het serveren al maken? Voeg dan wat minder aardappels toe, bijvoorbeeld maar 400 gram. Dan wordt je soep niet té dik.
  3. Ook lekker bij je Mexicaanse tomatensoep: Surinaamse rotivellen of Indiase parathas! Proberen! 
  4. Serveer je je Mexicaanse tomatensoep liever als voorgerecht? Dan is deze portie voldoende voor ±8 personen. Geef er maar een halve oliebol (of een heel kleine oliebol) bij per persoon. Of laat de oliebollen helemaal weg en vervang ze door warme naturel tortillachips. Voor een heerlijke, lekker lichte, crunch!        
  5. Liever een vegetarische tomatensoep? Laat het stoofvlees achterwege en vervang de fond en de runderbouillonblokjes door groentebouillon. Schep op  het einde wat (gare) kidneybonen door de soep.      
  6. Op mijn blog vind je nog veel meer heerlijk warme soepen. Kan ik je met de onderstaande foto's verleiden om de volgende recepten eens uit te proberen?

Recept: zo maak je zelf een Hongaarse goulashsoep met lekker veel pit!

Recept: zo maak je zelf een verrukkelijke pompoensoep met Spaanse chorizo

Recept: zo maak je zelf een romige mosterdsoep met spekjes op Limburgse wijze

Recept: zo maak je zelf een pittige pindasoep met krokante kipstukjes, taugé en bosui

zaterdag 21 oktober 2023

Zachte lichtbruine bolletjes met kummelzaadjes


Hou je van bakken? En gebruik je daarbij graag kruiden en specerijen? Dan is het recept van vandaag echt iets voor jou!

Loopt het water je hiervan in de mond:
  • zachte, vederlichte en luchtige
  • lichtbruine bolletjes 
  • met door het deeg gekneed een klontje roomboter en
  • een paar theelepels kruidige kummelzaadjes 
  • en voor de decoratie bestrooid met nog wat van die kummelzaadjes?


Dan: bakken maar!

Eet je broodjes warm uit de oven met een likje zoute roomboter.

Of beleg ze, zoals wij dat misschien nog wel vaker doen, met een beetje ongezouten boter, een paar blaadjes crunchy romainesla en een gulle portie casselerrib!


Recept: zo bak je zelf zachte lichtbruine bolletjes met kummelzaadjes


Wat zijn kummelzaadjes en in welke gerechten gebruik je ze?


Kummelzaadjes. Wij zijn er dol op en we gebruiken ze vaak in de keuken. Maar als ik om me heen vraag of mensen ze kennen, zie ik vaak vragende gezichten. Kummel behoort in Nederland helaas een beetje tot de vergeten specerijen. En dat is niet terecht!

De zaadjes, ook wel karwijzaadjes genoemd, hebben een beetje de looks van komijnzaadjes. Die ken je vast wél. Van de kaas. Kummelzaadjes zijn net zo rank en slank, maar ze hebben een wat gebogener modelletje. Heel elegant in hun soort.

De smaak lijkt in de verte ook op die van komijn. Al zijn kummelzaadjes iets anijsachtiger. Misschien zijn ze nog wel lekkerder!

Met name in de Oost-Europese keuken zijn ze erg geliefd. Zo zijn ze bijvoorbeeld cruciaal in een goede goulash of een goulashsoep

Wat ons betreft smaken ze geweldig over ovenaardappeltjes of door de zuurkool. En wij vinden ze fantastisch in kaasscones met spekjes! Of wat dacht je van Duitse pretzels met kummel?


Lekker met kummel: hartige scones met kaas en spekjes


Én we bakken er dus onze lichtbruine bolletjes mee! 


Die smaken trouwens heerlijk als bijgerecht bij de hierboven al genoemde goulashsoep


Serveer je goulashsoep eens met kummelbroodjes


Of, nu we het toch over soep hebben, bij een Frankfurter Suppe. Dat is een rustieke Oost-Europese groentesoep met kleine stukjes gebakken verse knakworst erin. Een aanrader!


Heerlijk bij knakworstjessoep: lichtbruine bolletjes met karwijzaadjes!


Wil je nog andere serveersuggesties voor kummelbroodjes? 


Denk aan de volgende soorten beleg:

  • oude kaas of emmentaler kaas
  • gerookte gekookte ham
  • dunne plakjes gebraden kalfs- of varkensfricandeau
  • Hongaarse salami
  • een omelet met bieslook en gebakken bacon
  • wienerschnitzels
  • verse knakworst

En het ideale groentegerecht bij zo'n belegd kummelbroodje? 


Daar twijfelen wij hier niet over: dat is een zelfgemaakte selderijsalade!



Fantastisch bij een broodmaaltijd: zelfgemaakte selderijsalade!

 

Nieuwsgierig geworden naar mijn kummelbroodjes? Hieronder volgt het recept! 


Veel plezier met je eigen versgebakken lichtbruine bolletjes met kummel!



Recept: zo bak je zelf zachte lichtbruine bolletjes met karwijzaadjes


Zo bak je makkelijk zelf zachte lichtbruine bolletjes met kummelzaadjes


Ingrediënten voor 12 stuks:

  • ±3 dl volle melk
  • 12 gram instant gist
  • 15 gram witte basterdsuiker
  • 100 gram volkorenmeel
  • 400 gram witte broodbloem (zie de tip onder het recept)
  • 10 gram zout
  • 45 gram zachte roomboter
  • 4 theelepels kummelzaadjes
  • een beetje boter voor het invetten van de bakplaat
  • 1 ei voor het bestrijken van de broodjes
  • extra kummelzaadjes voor het decoreren van de broodjes, ±3 theelepels

Bereiding:

  1. Weeg alle ingrediënten af en zet ze klaar om te beginnen. 
  2. Verwarm de melk tot een klein beetje lauw. Hij mag beslist niet warm worden; gist gedijt goed bij een lauwe temperatuur, maar gaat dood bij een te hoge temperatuur.      
  3. Schenk driekwart van de lauwe melk in de beslagkom van een staande mixer (zie de tip onder het recept als je geen mixer hebt) en los de gist en de suiker er goed in op. Laat dit mengseltje 5 minuten staan en voeg vervolgens de andere ingrediënten toe in deze volgorde: het overgrote deel van de melk, het volkorenmeel en de bloem, het zout, de roomboter en 4 theelepels kummelzaadjes. Bevestig de kneedhaak en kneed het deeg gedurende ±10 minuten. Voeg eventueel nog wat melk toe, indien het deeg te droog dreigt te worden.
  4. Ik raad je aan het deeg op het laatst nog even met de hand te kneden. Dan kun je goed voelen of het elastisch genoeg is en of er voldoende melk doorheen gekneed is. Dit kneden hoeft maar een minuut of twee te duren, mits je tevreden bent over het resultaat: het deeg moet precies zoveel vocht bevatten, dat het nét niet aan je handen blijft kleven. Je kunt de elasticiteit van het deeg testen door een klein stukje ervan uit te rekken tot een dun vliesje; dat mag niet breken.
  5. Vorm een mooie bal van het deeg.
  6. De eerste rijsperiode is aangebroken. Bekleed een bakplaat met een theedoek en leg de deegbol erop. Dek de bol af met een andere theedoek. Laat het deeg rijzen op een warme, tochtvrije plek (bijvoorbeeld in een oven op rijsstand of in een oven met onder- en bovenwarmte - géén heteluchtoven - ingesteld op ±30°C) totdat het in volume verdubbeld is. Dat duurt minimaal een halfuur.
  7. Vet een of twee bakplaten in met roomboter. Ik gebruik zelf altijd twee bakplaten van 40x35 cm.
  8. Sla de deegbol plat en rol hem daarna op tot een lange, dunne worst. Snijd deze worst in 12 gelijke stukjes. Leg de stukjes deeg onder een theedoek, zodat ze niet kunnen uitdrogen.
  9. Rol van elk stukje een klein bolletje. Leg het stukje deeg daartoe op het werkvlak en rol het met je hand. Maak tijdens het rollen je hand steeds boller. Duw ondertussen met je duim de naden naar de onderkant. Uiteindelijk krijg je een strak bolletje, dat alleen een klein naadje heeft in het midden aan de onderkant.
  10. Leg alle bolletjes, niet te dicht bij elkaar, op de bakplaat. Houd er rekening mee dat ze tijdens het rijzen meer dan verdubbelen in volume.
  11. Om uitdrogen te voorkomen moeten de bolletjes nu meteen bestreken worden. Klop daartoe het ei los in een kopje. Bestrijk de deegbolletjes met behulp van een kwastje met het ei.
  12. Bestrooi ze daarna royaal met kummelzaadjes.
  13. Zet de bakplaten weer op een warme, tochtvrije plek. Bij een temperatuur van ±30°C duurt de tweede rijs ongeveer een uur, bij een lagere temperatuur kan dat langer zijn. 
  14. Verwarm de oven (bij voorkeur een oven met onder- en bovenwarmte) voor tot 200°C. 
  15. Bak de bolletjes in ±14 minuten goudbruin en gaar. Bak niet twee bakplaten boven elkaar. Bak de platen apart na elkaar voor de beste warmteverdeling in de oven. Check na 10 minuten even of je broodjes niet te snel bruin worden. Draai eventueel de oven terug naar ±175°C.
  16. Schep een broodje van de bakplaat en klop op de onderkant om de gaarheid te controleren. Een gaar broodje klinkt hol. Laat de bruine bolletjes met kummelzaadjes afkoelen op een rooster. Of serveer ze meteen lekker warm! 😉

Tips:

  1. Heb je geen staande mixer, dan is het werk wat zwaarder. Ga als volgt te werk: roer de gist  samen met driekwart van de melk en de suiker in een schaaltje. Zorg ervoor dat zowel de gist als de suiker goed opgelost zijn. Stort het volkorenmeel en de bloem op het werkvlak en maak een kuiltje in het midden. Schenk het gistmengsel in het kuiltje, roer er een beetje meel/bloem doorheen en laat dit zetsel, zoals dat heet, even staan, totdat er zich belletjes beginnen te vormen. Vervolgens ga je vanuit het midden steeds meer meel en bloem toevoegen aan het zetsel. Is het mengsel bijna helemaal droog, voeg dan meer melk toe evenals het zout, de roomboter en de kummelzaadjes. Ga verder met het incorporeren van het meel. Uiteindelijk krijg je een min of meer coherente bal, die je kunt gaan kneden.
  2. Gebruik voor het bakken van brood echte broodbloem en geen patentbloem. Broodbloem bevat meer gluten. Daardoor wordt je brooddeeg elastischer en luchtiger. 
  3. Voor een high tea bak ik ook wel eens minibolletjes. Ik maak er dan 32. Ik verhoog de oventemperatuur dan naar 210°C. De kleine broodjes zijn klaar in ±10 minuten. 
  4. Deze broodjes zijn het allerlekkerste op de dag dat je ze bakt. Wil je ze voor later bewaren, vries ze dan na afkoeling meteen in. Ontdooi ze vlak voor gebruik even in de magnetron; dan smaken ze weer heerlijk vers. 
  5. Wil je wat bruinere bolletjes? Dat kan! Ga dan voor 150 gram volkorenmeel en 350 gram witte bloem of 200 gram volkorenmeel en 300 gram witte bloem. Bolletjes met in verhouding meer volkorenmeel worden wel iets minder luchtig. 
  6. Serveer deze lichtbruine bolletjes dit jaar voor je kerstbrunch of je kerstontbijt! Verrassend en lekker!
  7. Heb je nog nooit eerder brood gebakken? Lees dan eerst eens mijn blog over de roomboter-dinerbroodjes. Daarin geef ik je heel veel tips over hoe je het beste brood kunt bakken! Doen!
 

In mijn blog over dinerbroodjes vind je heel veel broodbaktips!

donderdag 12 oktober 2023

Tartaar van tonijn en gerookte zalm met een toefje basilicummayonaise: een verrukkelijk kerstvoorgerecht!


Tijdens de kerstdagen of ter gelegenheid van een speciaal etentje met vrienden serveren wij hier in huis graag een voorgerecht met vis als hoofdingrediënt. 

En dat doen we al jaren! Ook in de tijd dat Culinaire Bagage nog niet bestond, maar menuopmaat.nl, mijn voormalige receptensite, al wel. 

Eén van de populairste visvoorgerechten van Menu op Maat was dat voor een tartaar van verse, rauwe tonijn en gerookte zalm, op smaak gemaakt met o.a. kappertjes, sjalotjes, citroensap, verse kruiden en extra vergine olijfolie en geserveerd met een paar toefjes frisse basilicummayonaise. 


Mijn volgers van toen vonden - én vínden! - die tartaar zelfs zo lekker, dat ik nog regelmatig mailtjes ontvang van wanhopige liefhebbers die per ongeluk hun recept zijn kwijtgeraakt. Met de vraag of ik het recept alsjeblieft, alsjeblieft naar hen op wil sturen. Of beter nog: of ik het niet op mijn - inmiddels al niet meer zo nieuwe - blog Culinaire Bagage wil posten. 

Vanaf vandaag heb ik goed nieuws voor al die trouwe Menu-op-Maat-fans: mailen hoeft niet meer! Hier is het recept voor mijn tonijntartaar! 

Geniet er weer opnieuw van! En bedankt voor het feit dat jullie me er steeds weer op geattendeerd hebben dat er op Culinaire Bagage nog een heel belangrijk recept miste! Sorry dat ik zo langzaam van begrip was... 🙏


Recept: Tartaar van tonijn en gerookte zalm met een toefje basilicummayonaise, een verrukkelijk kerstvoorgerecht!



Tartaar van tonijn en gerookte zalm met een toefje basilicummayonaise


Ingrediënten voor een feestelijk voorgerecht voor 4 personen: 


Voor de tartaar: 

  • 200 gram superverse tonijn 
  • een stukje gerookte zalm van 100 gram (geen plakjes) 
  • een paar takjes verse peterselie (bij voorkeur platte peterselie) 
  • 1,5 eetlepel kappertjes 
  • 1 klein sjalotje 
  • 1,5 eetlepel versgeperst citroensap (gezeefd)
  • 1,5 eetlepel extra vergine olijfolie 
  • versgemalen zwarte peper 

Voor de basilicummayonaise: 

  • 4 volle eetlepels mayonaise van een goede kwaliteit 
  • 1 eetlepel versgeperst citroensap (gezeefd)
  • ±1 theelepel poedersuiker 
  • 2 eetlepels fijngehakte basilicumblaadjes 
  • 2 eetlepels extra vergine olijfolie 
  • 1 eetlepel koud water 
  • versgemalen zwarte peper

Bereiding:

  1. Maak eerst de basilicummayonaise. Vermeng daartoe alle ingrediënten goed. Doe de mayonaise in een plastic spuitfles of een slagroomspuit met een klein glad mondje. Bewaar tot gebruik in de koelkast. 
  2. Snijd voor de tartaar de tonijn en de zalm in kleine blokjes. Dat gaat het makkelijkst met een scherp koksmes. Maal de tartaar liever niet in de foodprocessor; dan wordt hij té fijn van structuur.
  3. Hak de peterselie en de kappertjes fijn. 
  4. Snipper het sjalotje zeer fijn. 
  5. Vermeng alle ingrediënten voor de tartaar. 
  6. Verdeel de tartaar in 4 porties. Plaats een bakring op een bord. Druk één portie vistartaar erin en maak de bovenkant mooi glad. Verwijder de bakring. Vorm zo ook de andere tonijntartaartjes. 
  7. Garneer de borden met kleine toefjes basilicummayonaise (zie foto). Serveer meteen. 

Tips: 

  1. Je kunt je vis al ruim voor de maaltijd in blokjes snijden. Bewaar beide vissoorten apart - afgedekt - in de koelkast. Maak de tartaar pas vlak voor het serveren helemaal af. Dan smaakt hij heerlijk vers. Houd er rekening mee dat het citroensap een soort garingsproces in werking zet bij de vis. 
  2. Een eventueel restje basilicummayonaise kun je in een schaaltje los op tafel zetten, zodat liefhebbers wat meer kunnen nemen. De mayonaise smaakt geweldig op verse zelfgebakken roomboter-dinerbroodjes!
  3. Is er bij jou in de buurt toevallig een filiaal van het Vlaamsch Broodhuys? Bestel dan bij hen eens een ansjovisbrood! Snijd het brood met een ongekarteld mes in dunne sneetjes, besmeer die met een klein beetje roomboter en serveer ze bij je tonijn-zalmtartaar. Fantastisch!
  4. Serveer ook eens hele kleine porties tonijn-zalmtartaar met een toefje basilicummayonaise erbovenop als amuses. Of verdeel de tartaar over kleine glaasjes voor luxe borrelhapjes.
  5. Wil je nog meer recepten voor feestelijke visvoorgerechten? Wat dacht je van de volgende suggesties:

Speciaal recept: hartige soesjes gevuld met roerei met gerookte zalm!

Recept: trio van krokant gebakken aardappelhapjes met gerookte vis

Makkelijk én lekker recept: zalmcarpaccio met foreleitjes!

Spaanse aardappelsalade met tonijn: lekker en feestelijk recept!

Recept voor garnalencocktail 2.0: hartige wafels met Hollandse garnalen en een pittig sausje!

Lekker licht recept: sherrybouillon met garnalen en omeletruitjes

dinsdag 26 september 2023

Makkelijk en tegelijkertijd delicaat: rucolastamppot met... Hollandse garnalen!


De herfst komt er weer aan! En daarmee ook het stamppotseizoen

Voor de echte liefhebbers: vandaag het eerste stamppotrecept van dit jaar! 

Laten we - om er een beetje in te komen - light beginnen. Met een vrolijke, luchtige, lichte, ja zelfs een beetje delicate stamppot. Een stamppot met rauwe rucola. Je maakt deze stamppot fris op smaak met lekker veel grove mosterd. En nog wat extra mosterdzaadjes; voor de pit!


Bijzonder: erbij serveer je geen gehaktballen, speklapjes of stoofvlees. Maar zilte Hollandse garnalen. Die zullen je - als je in dit vroege najaar nog tot het kamp van de stamppottwijfelaars behoort - misschien nét over de streep trekken. Ze laten je nog even terugdenken aan die vakantie aan zee van nog maar een maandje geleden... 😎


Hoe dan ook: de combi stamppot en garnalen is echt fantastisch! Uitproberen dus, dit recept! Geniet ervan! 


Een makkelijk en toch delicaat recept: een verrukkelijk rucolastamppotje met Hollandse garnalen!


Zo maak je snel en makkelijk een pittig rucolastamppotje met Hollandse garnalen!


Ingrediënten voor 2 personen:

  • 1 kg kruimige aardappels
  • zout
  • 1 groot ei
  • ±80 ml slagroom (ongeklopt en ongezoet)
  • ±1,5 eetlepel (Limburgse) grove mosterd
  • 1 eetlepel extra vergine olijfolie 
  • 1 eetlepel roomboter
  • versgemalen zwarte peper
  • eventueel nog een scheutje volle melk
  • 100 gram rucola
  • 1 à 2 theelepels mosterdzaadjes (naar smaak)
  • 200 gram Hollandse garnalen

Bereiding:

  1. Schil de aardappels en snijd ze in stukken van gelijke maat. Kook ze in een beetje water met zout goed gaar. 
  2. Giet de aardappels af. Zet de pan nog even op een laag vuur en laat de aardappels droogstomen.
  3. Pureer de aardappels met behulp van een pureeknijper (lees voor de allerlekkerste aardappelpuree ook mijn eerdere blog hierover). Voeg vervolgens het ei, de slagroom, de mosterd, de olijfolie en de roomboter toe. Mix het geheel met een pollepel totdat de puree glad en lekker luchtig is. Voeg eventueel nog wat melk toe totdat de puree de dikte heeft die je wenst. Maak je aardappelpuree op smaak met zwarte peper en indien nodig met nog een beetje extra zout. Verwarm de puree nog even goed; blijf ondertussen roeren. 
  4. Snijd de rucola wat kleiner; hou daarbij een handje mooie kleine blaadjes achter voor de garnering.
  5. Schep de rauwe groente door de warme puree.
  6. Verdeel je rucolastamppot over twee borden. Strooi er de achtergehouden blaadjes rucola overheen. 
  7. Daarbovenop mogen de garnalen. 
  8. Garneer je gerecht met wat pittige mosterdzaadjes.

Tips:

  1. Omdat je rauwe rucola toevoegt aan je stamppot, koelt het gerecht vrij snel af. Ik raad je daarom aan gebruik te maken van verwarmde borden. 
  2. Ook leuk: serveer deze luxe stamppot als tussengerecht tijdens een feestelijk veelgangendiner. Ideaal voor de kerstdagen! Dan is deze portie voldoende voor ±6 personen. 
  3. Ook als amuse slaat dit rucolastamppotje met garnalen geen slecht figuur. Serveer je gerechtje in piepkleine ovenschaaltjes. 
  4. Ben je net zoals wij dol op garnalen? Bekijk dan ook even één of meer van mijn andere garnalenrecepten. Volg het rode linkje. Wil je alvast wat voorbeelden? Hier komen ze:


Recept: taco tapas met gemarineerde garnalen en avocadosalsa

Recept: garnalencocktail 2.0, Brusselse wafels met een pittige garnalensalade

Recept: frisse garnalensalade met avocado en tomaat

Recept: Aziatische kippensoep met garnalen, omelet en beetgare groenten

Recept: ouderwets lekkere tomaatjes gevuld met een boozy garnalensalade


donderdag 17 augustus 2023

Wraps met een Marokkaans tintje: met ras el hanout-kip, harissamayonaise en een kruidige salade


Gisteren aten we tarwetortilla's. Wraps; zo kun je ze ook noemen.

Ik hoor je al denken: lekker! Mexicaans!

Maar, nee. Zo ging het niet. Onze maaltijd had eerder een Marokkaans tintje.

Want wie zegt dat je tarwetortilla's niet ook kunt eten met een Noord-Afrikaanse vulling?
  

Wat er in onze wraps ging? 
  • het belangrijkste ingrediënt: kip, gekruid met een paar schepjes exotisch smakende ras el hanout, een fantastisch specerijenmengsel
  • maar een fractie minder belangrijk: een lepel zelfgemaakte pittige harissamayonaise
  • en voor de bite: een crunchy salade van ijsbergsla, veel grof gesneden platte peterselie en kleine blokjes zoete rode puntpaprika

Over de smaak kan ik kort zijn: dit recept móet je gewoon proberen! Klik op het rode linkje en ga er meteen heen. 

Of... nee! Misschien wil je eerst nog even te weten komen wanneer en hoe de tarwetortillas hun intrede deden in onze keuken. Lees dan verder onder de foto!


Recept: wraps met een Marokkaans tintje; met ras el hanout-kip, harissamayonaise en een kruidige salade


Tarwetortilla's eten in Mexico


Het is alweer een tijdje geleden, maar in de jaren '90 brachten wij ons eerste bezoek aan Mexico. Vanuit onze woonplaats Buenos Aires (Argentinië) vlogen we naar Mérida, een levendige, kleurrijke stad in het noordwesten van het schiereiland Yucatán. 

In een krakkemikkige huurauto doorkruisten we de hele regio. Met als (letterlijk) hoogtepunt een bezoek aan de beroemde Maya-stad Chichén Itzá en de Piramide van Kukulcán. 


Chichén Itzá


Moe van de vele indrukken, het reizen over hobbelige wegen en de vaak verzengende hitte overdag, zegen we 's avond neer op elke keer weer een ander terrasje. Hongerig vielen we aan op de gerechten die de keukenstaf ons voorzette. En we genoten ervan. 

Want de Mexicaanse keuken bleek net zoals de inwoners en de cultuur van het land onvergetelijk! 

We peuzelden tientallen schaaltjes met versgeroosterde Mexicaanse pinda's naar binnen, verorberden grote kommen kleurrijke Mexicaanse kippensoep en dito tomatensoep, smulden van borden vol met krokante taco's, knabbelden van heerlijk zoete gegrilde maïskolven... 


Recept: fantastische versgeroosterde Mexicaanse pinda's!


... en deden ons tegoed aan tarwetortilla's met de lekkerste soorten beleg. 

Met name de ropa vieja uit een klein restaurantje in downtown Mérida is me bijgebleven. Ropa vieja betekent letterlijk 'oude kleren'. 'Draadjesvlees' is misschien wel de beste vertaling: het gaat om uit elkaar getrokken sliertjes van gaar stoofvlees in een kruidige saus. Van onder andere tomaat, uien, knoflook, chilipeper, oregano en komijn.


Na die vakantie in Mexico waren we voorgoed hooked aan de tarwetortilla's


Niet dat die makkelijk te krijgen waren in de jaren die volgden. Nederlandse supermarkten kenden het verschijnsel 'wrap' in die tijd nog niet. En ook in Afrika en Zuidoost-Azië, waar we daarna jarenlang woonden, hadden ze er nog nooit van gehoord. 

Maar je kent mij ondertussen: uiteraard(!) hadden wij Mexico niet verlaten zonder een goed Mexicaans kookboek in onze culinaire bagage te stoppen! 

En daarin stond het recept dat ons jarenlang uit de brand hielp. 


Mijn geliefde tortillarecept!


Zeker één keer per maand bracht ik uren in de keuken door om grote stapels van onze geliefde tarwetortilla's te maken. Ja, echt uuuuren! 


Want zelf tortilla's maken is een fikse klus; en dan druk ik me nog voorzichtig uit!

  • eerst moest ik het deeg voor de tortilla's kneden; een stevig en vrij stug deeg, gemaakt van alleen maar tarwebloem, water, bakpoeder en een beetje zout
  • dat verdeelde ik vervolgens in kleine - mooi opgebolde - balletjes
  • daarna moest het deeg een tijdje rusten; niet om te rijzen (deeg met bakpoeder rijst niet zolang het rauw is), maar om een beetje te relaxen
  • en dan kwam de deegroller uit de kast en was het rollen geblazen: rollen, rollen en nog eens rollen, want elk bolletje moest ik omtoveren in een flinterdun lapje 
  • tortilla's bak je niet in de oven: die maak je in een koekenpan dus...
  • ... één voor één gingen mijn deeglapjes de pan in
  • ik bakte ze aan twee kanten totdat ze mooi gaar en goudbruin gespikkeld waren
  • om mijn tortilla's zacht te houden, bewaarde ik ze vervolgens in een theedoek; en die doek ging weer in een plastic zak
  • door de stoom in de zak kregen de tortilla's hun uiteindelijke, soepele structuur 


Jarenlang was al mijn werk elke keer weer echt de moeite waard: de zelfgebakken tortilla's waren verrukkelijk! 

En wat extra makkelijk was: de tortilla's die niet in één keer opgingen bewaarde ik gewoon in de vriezer!


Hoe maak ik tegenwoordig mijn tortilla's?


Tja, nu val ik door de mand: ik maak ze eigenlijk nooit meer helemaal zelf, from scratch...

Vandaag de dag kies ik voor gemak: ik ga gewoon naar de supermarkt, ik koop een pakje kant-en-klare wraps en ik verwarm die even in de koekenpan of in de magnetron. That's all! De klus is geklaard binnen enkele minuten in plaats van enkele uren!

Het is ontegenzeggelijk waar: mijn 'oude' tarwetortilla's waren lekkerder. En je zou het Mexicaanse recept van hierboven misschien eens moeten proberen om het verschil te proeven. Maar tegenwoordig hou ik zoveel meer tijd over voor andere dingen. 

En dat is gelijk de smoes die ik mezelf steeds aanpraat: nu kan ik meer tijd steken in het maken van een lekkere vulling. Alhoewel...


... veel wrapvullingen maak ik ook in een handomdraai. Zo staan mijn kip-wraps met een Marokkaans tintje van het recept van vandaag binnen een halfuur op tafel!

 


Probeer het recept maar eens en geniet!



Recept: zo maak je zelf wraps met ras el hanout-kip, harissamayonaise en een kruidige salade


Wraps met een Marokkaans tintje: met ras el hanout-kip, harissamayonaise en een kruidige salade


Ingrediënten voor 4 wraps:

  • 1 portie pittige harissamayonaise (zie mijn eerdere recept) 
  • 300 gram kipfilet
  • ±3 theelepels ras el hanout
  • 2 eetlepels olijfolie 
  • 1 krop ijsbergsla
  • een flinke bos platte peterselie
  • 1 rode puntpaprika
  • 2 Spaanse pepers
  • 1 teentje knoflook uit de pers
  • 1 à 2 eetlepels versgeperst citroensap (naar smaak)
  • 3 à 4 eetlepels extra vergine olijfolie
  • nog eens ±1 theelepel ras el hanout
  • zout en versgemalen zwarte peper
  • 4 grote tarwetortilla's/wraps

Bereiding:

  1. Bereid de harissamayonaise. Volg het rode linkje voor het recept.
  2. Snijd de kipfilets in kleine blokjes. Strooi er de ras el hanout en wat zout overheen. Vermeng het geheel goed.
  3. Verhit 2 eetlepels olijfolie in een koekenpan. Braad hierin de kipblokjes goudbruin en krokant. Dat duurt ongeveer 7 à 8 minuten (afhankelijk van de grootte van je kipblokjes). Proef een kipblokje en voeg eventueel nog een beetje meer ras el hanout en/of zout toe.
  4. Bereid ondertussen de salade. Was daartoe de ijsbergsla en slinger de sla droog in een slacentrifuge. Snijd de sla in kleine stukjes.
  5. Hak de peterselie heel grof.
  6. Snijd de puntpaprika in blokjes.
  7. Verwijder de pitjes en de zaadlijsten uit de Spaanse pepers en snipper het vruchtvlees fijn.
  8. Vermeng alle groenten in een grote slabak. Voeg alle ingrediënten vanaf de knoflook tot en met de zwarte peper toe om de sla op smaak te maken. Proef de sla goed en voeg eventueel nog een beetje van een of meer van de smaakmakers toe.
  9. Verwarm de tarwetortilla's volgens de aanwijzingen op de verpakking. 
  10. Besmeer je tortilla's met een beetje harissamayonaise (wij gebruiken meestal ±1,5 eetlepel per tortilla). Beleg de helft van elke tortilla met wat kipblokjes. Voeg een flinke portie salade toe en klap de tortilla dicht. Serveer meteen. 

Tips:

  1. Elke soort ras el hanout smaakt weer een beetje anders (ik schreef daar eerder al eens een blog over) en kan pikanter of juist minder pikant zijn. Pas de dosering aan aan de ras el hanout die jij in huis hebt.
  2. Heb je nog een restje harissamayonaise over? Dat smaakt ook erg lekker bij Marokkaanse gehaktballetjes, verse friet, ovenfrietjes of ovenaardappeltjes. Of smeer wat op een sneetje Turks brood.      
  3. Vervang de kip ook eens door een lekkere portie van mijn Marokkaanse gehaktballetjes. Verrukkelijk! 
  4. Ben je fan van verse zelfgebakken focaccia? Beleg je focaccia eens met de ingrediënten van deze wraps!
  5. Tarwetortilla's smaken lekker bij veel maaltijden. Wij gebruiken ze bijvoorbeeld voor het maken van Mexicaanse quesadillas (met verse tomatensalsa) of we vullen ze met in stukjes gesneden merguezworstjes en lekker veel frisse sla

Recept: deze Marokkaanse gehaktballetjes smaken ook heerlijk in een wrap met harissamayonaise en kruidensla

Recept: heerlijke quesadillas gevuld met Mexicaans gehakt en lekker veel gesmolten kaas!

Recept: zo maak je zelf wraps met pittige merguezworstjes


zaterdag 29 juli 2023

Snel klaar: Chinese bami met veel verse groenten en hoisinsaus


Wil je snel en makkelijk een verrukkelijke Aziatische maaltijd op tafel zetten boordevol verse groenten? 


Ga dan meteen aan de slag met mijn recept voor Chinese bami en verras je gezin of vrienden! 

Of lees eerst nog even waarom wij dit gerecht de curieuze naam 'modderbami' meegaven...


Snel recept: zo maak je zelf Chinese bami met veel verse groenten en hoisinsaus

 

Culturele smeltkroes Maleisië

Als je mijn blog een beetje volgt, dan weet je het misschien al: in de jaren '90 woonde ik een paar jaar in Maleisië. 

Een bijzonder land. Met name omdat het een smeltkroes is van allerlei Aziatische culturen. Een groot deel van de bevolking - maar liefst 40% - is van oorsprong niet afkomstig uit het land zelf!  

De grootste groep migranten is van Chinese komaf. Maar liefst één op de vier Maleisiërs is Chinees. De eerste Chinezen arriveerden al eeuwen geleden in het gebied. 


De Chinese (eet)cultuur in Maleisië

Ik kan me nog goed herinneren dat ik op een middag zat te praten met een Maleisische vriendin. 'Vertel me eens wat meer over dat Nederland waar jij vandaan komt,' vroeg ze belangstellend.  

En dus barstte ik los. Alle bekende clichés passeerden de revue: de platte, groene weien met zwartbonte koeien, het vele water, de molens, de steden met hun grachten en de bijbehorende grachtenpanden, de bloembollenvelden, het koele weer, de nuchtere, relatief lange, vaak blonde mensen... 

Op dat moment onderbrak ze me: 'Wonen er dan geen Chinezen in Nederland? Of anders gezegd: hoeveel Chinezen wonen er überhaupt in Nederland?' 

Oeh, die kennis had ik niet zomaar paraat. Begrijp me goed: we hebben het nu over het pre-digitale tijdperk. Hm... ik schatte het aantal op enkele tienduizenden. 

Haar mond zakte open van verbazing: 'Maar zó weinig?!' 

Wat bleek? Ze kon zich nog beter een voorstelling maken van een koud land vol met koeien, molens, grachten en tulpen dan van een land waarin je niet op elke straathoek een Chinees tegenkwam...

Tijdens die paar jaar in Maleisië maakte ik - weliswaar op kleine schaal, maar toch - kennis met een cultuur die ik in eerste instantie in dat land niet had verwacht: de Chinese. En daarbij ging mijn grootste interesse uit naar de eetcultuur, dat begrijp je. Al snel ontdekte ik dat echt Chinees eten heel anders smaakte dan de gerechten die ik tot dan toe kende uit het doorsnee Nederlandse Chinese restaurant.


Fantastisch Chinees eten 

In Chinese restaurants in mijn woonplaats en in de hoofdstad Kuala Lumpur aten mijn gezin en ik verrassende, heerlijk verse gerechten. 

En op de inheemse markten en in de supermarkten kochten we geweldige - voor ons toen helemaal nieuwe - Chinese producten. 

Onze lokale markt in Maleisië


Vanzelfsprekend sloeg ik daarmee aan het experimenteren! 

Het was in die tijd dat ik voor het eerst hoisinsaus proefde, de saus die typerend is voor de smaak van het gerecht dat ik je vandaag ga voorschotelen. Hij vormt het hoofdbestanddeel van de roerbaksaus die door mijn Chinese bami gaat! 


Wat is hoisinsaus?

Ik kan me goed voorstellen dat je nog nooit van hoisinsaus hebt gehoord. Hoisinsaus is een een dikke, donkere, kruidige saus. Een soort sojasaus; de basis wordt gevormd door gefermenteerde sojabonenpasta. 

Verder zit er wat suiker (of honing) in. En rijstazijn, (zwarte) peper, knoflook en sesamolie. En Chinees vijfkruidenpoeder (steranijs, venkelzaad, kaneel, Szechuan peper en kruidnagel); of soms alleen maar de eerste van die vijf kruiden, steranijs. Als je hoisinsaus proeft, besef je meteen dat met name die steranijs essentieel is voor de smaak van de saus. 

Steranijs


Even terzijde: het is niet vreemd dat steranijs zo'n belangrijk ingrediënt is in een typisch Chinese saus als hoisin. Steranijs is één van de meest gebruikte specerijen in de Chinese keuken. Vandaar dus dat de prachtige stervormige specerij in Maleisië overal volop te koop is. In elke supermarkt en op elke markt.

En dat ruik je als je over zo'n markt loopt! 

Nu ik dit blog schrijf, overkomt het me weer: denk ik alleen al aan een Maleisische (super)markt, dan ruik ik in mijn hoofd alweer de steranijs. Het dropachtige aroma domineert in het land soms zelfs hele winkelcentra. 

Belangrijk: geen enkel merk hoisinsaus smaakt hetzelfde. Het ene merk is zoeter, het andere zouter en weer een ander kruidiger. Daarom raad ik je aan: probeer zelf wat verschillende merken uit en bepaal welke soort jouw favoriet is!  


Krokante speklapjes met een Chinees sausje 

Sinds we in Maleisië voor het eerst hoisinsaus proefden, is de saus niet meer weg te denken uit onze keuken. 

Zo voegen we altijd een paar lepels hoisinsaus toe aan onze marinade voor spareribs.

En misschien ken je al mijn recept voor krokante speklapjes met een Chinees sausje? Dat sausje maken we hier in huis dus met hoisinsaus. Verrukkelijk! 

Recept: krokante speklapjes met een Chinees sausje op basis van hoisinsaus


En dan is er natuurlijk nog onze modderbami!

Modderbami? 

Haha, zo noemen wij hier in huis onze Chinese bami! Die heeft - door de toevoeging van een roerbaksausje op basis van de donkere, bijna zwarte hoisin - een wat bruinere kleur dan de gebruikelijke bami goreng. 

'Jasses, wat een modderige bami!', oordeelde mijn zevenjarige dochter toen ik voor het eerst deze bami op tafel zette. 

En ze trok een vies gezicht...

... totdat ze - héél voorzichtig - een hapje proefde! 

'Wat is dít lekker! Wil je deze modderbami op mijn verjaardag maken?'

Hoezeer de bami ook in de smaak viel, het 'kwaad' was met die uitspraak al geschied: het woord 'modderbami' is daarna nooit meer verdwenen uit ons culinaire woordenboek! 

Maar Petra kon op me rekenen: op haar achtste verjaardag aten we modderbami! 


Een gezond verjaarsdagsmaaltje! 

Zeker weten: modderbami bevat heel veel verse groenten. Prei, twee kleuren paprika, worteltjes, bosui, taugé, Spaanse peper... 

En behalve hoisinsaus gaan er nog meer karakteristieke smaakmakers in: gembersiroop, sesamolie, knoflook, sambal manis. En een extra schepje vijfkruidenpoeder - mét steranijs - om het gerecht helemaal op en top Chinees te maken! 

Tegenwoordig zijn al deze ingrediënten verkrijgbaar in elke supermarkt; gewoon, elke Néderlandse supermarkt! Ook na onze jaren in Maleisië verschijnt Chinese bami dus vaak bij ons op tafel. En niet alleen op verjaardagen. 😉


Bonus: mijn Chinese bami is niet alleen erg lekker, het recept ervoor is ook nog eens supermakkelijk!

En snel. En duidelijk. Geen kwestie dus van uren in de keuken staan en maar wat aanmodderen! 

Daarom verdient dit recept absoluut een plekje op mijn blog. Hoe meer mensen ik er blij mee kan maken, hoe beter! Misschien ook jou wel. 


Veel plezier!

Recept: deze Chinese bami met veel verse groenten en hoisinsaus maak je in een handomdraai!


Snel recept: Chinese bami met veel verse groenten en hoisinsaus


Ingrediënten voor een hoofdgerecht voor 3 personen:


Voor de noedels:

  • 250 gram eiernoedels
  • 2 eetlepels zonnebloemolie
  • 2 eieren
  • zout en versgemalen zwarte peper
  • 250 gram varkensgehakt (of half-om-half gehakt als dat makkelijker te krijgen is)
  • 1 theelepel hoisinsaus
  • 1 theelepel ketjap manis
  • 1/2 theelepel sambal manis
  • 1 niet te dikke prei
  • 1/2 rode paprika
  • 1/2 groene paprika
  • 1 teentje knoflook uit de pers
  • 125 gram taugé
  • 100 gram peen julienne (kant-en-klaar)
  • 6 bosuitjes
  • 1 Spaanse peper

Voor de roerbaksaus:

  • 3 eetlepels hoisinsaus
  • 1 eetlepel ketjap manis
  • 1 eetlepel gembersiroop
  • 1 eetlepel sesamolie
  • 1/2 à 1 theelepel Chinees vijfkruidenpoeder (afhankelijk van het merk hoisinsaus dat je gebruikt)
  • een beetje zout

Bereiding:

  1. Gaar de eiernoedels volgens de gebruiksaanwijzing op de verpakking. Voor mijn merk noedels kook ik eerst 2 liter water en daarna draai ik het vuur uit. De noedels mogen 5 minuten wellen in het hete water totdat ze beetgaar zijn. Dan spoel ik ze meteen in een vergiet af met koud stromend water. 
  2. Verhit ondertussen 1 eetlepel olie in een warme wok of een grote hapjespan met anti-aanbaklaag. Klop de eieren los met een beetje water, wat zout en versgemalen zwarte peper. Bak van de eieren een portie luchtig roerei. Schep de eieren uit de pan en houd ze apart.
  3. Verhit nog een eetlepel olie in de wok en bak hierin het gehakt mooi rul. Maak het gehakt op smaak met 1 theelepel hoisinsaus, 1 theelepel ketjap manis en 1/2 theelepel sambal manis.
  4. Snijd de prei in dunne halve ringetjes. Was de prei in een vergiet.
  5. Snijd de paprika's in reepjes.
  6. Snijd de bosuitjes in ringetjes.
  7. Snijd het steeltje van de Spaanse peper af, rol de peper even tussen je handen en klop de losgekomen zaadjes en zaadlijsten eruit; zo wordt je peper wat minder pikant. Snijd de peper in flinterdunne ringetjes.
  8. Roer een sausje van alle ingrediënten voor de roerbaksaus.
  9. Wok de preiringetjes, de paprikareepjes en de knoflook een paar minuten mee met het rulle gehakt. 
  10. Voeg daarna in één keer de rest van de ingrediënten toe: de gare noedels, de taugé, de wortelreepjes, de bosuitjes, de Spaanse peper, het roerei en de roerbaksaus. Schep het geheel goed om en verwarm het gerecht totdat het heet is.
  11. Proef je Chinese bami en voeg eventueel nog wat extra toe van één of meer van de smaakmakers. Serveer meteen.

Tips:

  1. Weet je niet hoe je roereieren maakt? In een eerder blog legde ik al eens uit hoe je dat doet; volg het rode linkje.
  2. Bosuitjes die een beetje slap zijn geworden piep je makkelijk op door ze een paar minuten in koud water te leggen.
  3. Met noedels maak je snel de lekkerste gerechten! Wil je nog twee voorbeelden? Wat dacht je van de recepten voor mijn Thaise currysoep met kip of mijn makkelijke bami met rundergehakt en groenten!

Recept: zo maak je zelf heerlijke Thaise currysoep met noedels, kip en veel verse groenten

Recept: deze makkelijk bami maak je in een handomdraai!